Ons Dorp - KAN bouwen
Hardinxveld-Giessendam

Ons Dorp

In de gemeente Hardinxveld-Giessendam wordt sinds 2007 de gebiedsontwikkeling De Blauwe Zoom gerealiseerd. De eerste fase werd door Gebroeders Blokland al in 2008 opgeleverd. In 2021 gaan de woningen van het nieuwe deelproject Ons Dorp in de verkoop. De KAN-redactie sprak met Jaco Brand (projectontwikkelaar bij Gebroeders Blokland), Martijn van der Neut (ecoloog bij Ecoresult B.V.) en Filippus van Leeuwen (ontwerper en projectleider bij Echo Urban Design, voorheen Plein06).

“Bij een project in Hellevoetsluis liepen we er voor het eerst tegenaan, vanuit een stukje wet- en regelgeving,” vertelt Jaco Brand. “Pas in een vrij laat stadium ook, waardoor we bepaalde natuurinclusieve elementen niet meer mee konden nemen. Dat was een gemiste kans.” Voor Ons Dorp in Hardinxveld hebben we de volgorde omgedraaid: natuurinclusiviteit is nu juist een integraal onderdeel van het concept en een drager van het plan. Omdat we er inmiddels zelf in geloven. We benutten de polder en de aanwezige natuur zoveel mogelijk. In een vroeg stadium hebben we een ecoloog erbij betrokken. Martijn van der Neut van Ecoresult is gedurende het traject samen met stedenbouwkundige Filippus van Leeuwen opgetrokken.”

Lessen voor ontwikkelaars

  • Benut de aanwezige natuur;
  • Betrek de ecoloog erbij in een vroeg stadium;
  • Maak spelregels voor de bewoners als de tuin een oever heeft;
  • Laat een hovenier mooie, ecologische tuinpakketten ontwerpen en biedt deze aan als optie.

Goed uitgedacht geheel
“We hangen dus niet hier en daar een nestkast op om te suggereren dat we oog hebben voor biodiversiteit. We laten de toekomstige bewoners zien dat het totaalplaatje klopt en goed is uitgedacht. Kundige adviseurs zijn daarbij wat mij betreft essentieel. Dus niet een ecoloog aantrekken die een mooi rapport opstelt, maar samenwerken met iemand die dit aspect ook goed en praktisch weet te vertalen binnen het project. Als je zo aan de voorkant de maatregelen integreert in je plan denk ik dat dit ook niet per se tot hogere kosten leidt. Het is gewoon de nieuwe manier van ontwikkelen. En ik doe er nu al mijn voordeel mee in andere projecten.”

We hangen dus niet hier en daar een nestkast op om te suggereren dat we oog hebben voor biodiversiteit. We laten de toekomstige bewoners zien dat het totaalplaatje klopt en goed is uitgedacht.

Dorps karakter
“Aan Ons Dorp ligt een stedenbouwkundige visie ten grondslag die uitgaat van een open, dorps karakter met veel ruimte voor ontmoeting, recreatie en buitenleven. Het gebied bestaat uit een groot eiland dat is omzoomd met veel groen, aangevuld met twee kleinere eilanden met hun eigen sfeer. De architectuur verwijst naar de oorspronkelijke lintbebouwing: de traditionele dijkwoningen, boerenwoningen en schuren met rieten kappen.”

“Veel oevers, ook die van de percelen van de woningen, hebben een natuurvriendelijke, langzaam oplopende oever met bijpassende beplanting waarin allerlei diersoorten zich thuis voelen. We kiezen daarnaast voor bomen en planten die van nature goed in het gebied passen en we geven veel ruimte aan bloemrijke zones. Het groen in de wijk voorzien we ook van steenhopen, takkenrillen en boomstobben. Zo bied je schuilmogelijkheden aan vogels, zoogdieren, insecten en amfibieën. In de woningen komen dakpannen die geschikt zijn voor de huismus en ingemetselde nestkasten voor gierzwaluwen of vleermuizen.”

“De ecoloog heeft eerst puur vanuit een optimale ecologische situatie gekeken welke elementen wenselijk waren. De landschapsarchitect heeft dat vervolgens opgepakt en verwerkt in de buitenruimte, die tegelijkertijd ook een goede speelplek moet zijn. Je zoekt dus voortdurend naar een optimum. De takenrillen worden bijvoorbeeld ingezet als afscheiding van speelplekken. En we maken onderscheid tussen bloemrijk gras voor de rustigere plekken en kort gemaaid bij de intensievere speelplekken.”

Spelregels
De toekomstige bewoners van Ons Dorp moeten zich straks aan een paar ‘spelregels’ gaan houden. Martijn van der Neut (Ecoresult) geeft toelichting: “Natuurinclusiviteit was één van de uitgangspunten bij de ontwikkeling van de wijk. Als je dan bijvoorbeeld toestaat dat bewoners het oevergedeelte van hun tuin naar eigen inzicht inrichten, kan dat leiden tot verrommeling, verstening en kades die niet in het karakter passen. Daar willen we als ecoloog, stedebouwkundige en ontwikkelaar wat meer de regie op houden door van te voren goed aan te geven wat onze natuurinclusieve kaders zijn. Bewoners zijn zich ervan bewust als ze de woning kopen. Ze accepteren en waarderen onze visie op natuurinclusiviteit.”

Filippus van Leeuwen (Echo) legt uit aan welke regels de bewoners zich moeten houden bij de inrichting van de tuin: “Op de laatste 2,5 meter van de kavel mag maximaal 50% van de waterlijn worden uitgevoerd met een zwevend terras van hout of composiet. Verder groeit er riet langs de hele oever. In eerdere fases van De Blauwe Zoom zie je helaas dat sommige bewoners op vergelijkbare kavels te veel hun eigen gang zijn gegaan aan de oevers. Daarom was dit voor Ons Dorp een aandachtspunt.”

Wat ik echt goed vind van Gebroeders Blokland is dat ze zelf een hele tijd geleden al een hovenier in de arm hebben genomen die een aantal kant-en-klare tuinpakketten heeft ontworpen voor de toekomstige bewoners van deze wijk.

Kant-en-klare tuinpakketten
Filippus van Leeuwen deelt een welgemeend compliment uit: “Wat ik echt goed vind van Gebroeders Blokland is dat ze zelf een hele tijd geleden al een hovenier in de arm hebben genomen die een aantal kant-en-klare tuinpakketten heeft ontworpen voor de toekomstige bewoners van deze wijk. Deze hovenier houdt enerzijds goed rekening met wat mensen willen, zoals een mooi terras bijvoorbeeld, maar de pakketten zitten ook ecologisch goed in elkaar. Zo kunnen de bewoners heel laagdrempelig kiezen voor een volledig ingerichte tuin die ook nog eens goed aansluit op de bestaande kwaliteiten van het groen en het water, bijvoorbeeld doordat het maaiveld vrij laag blijft. De tuinpakketten geven tegelijkertijd ook privacy op een natuurlijke manier, met behulp van begroeiing en hoogteverschillen in plaats van met een hekwerk of schutting. Het gaat erom dat je niet onnodig ophoogt en dat je ook het contact met het water zoekt.”

“Daarnaast hebben we de parkeerplaatsen zoveel mogelijk uit het zicht gehouden en het openbare groen zoveel mogelijk geconcentreerd en naar voren gehaald op de bruikbare plekken. In Hardinxveld geldt een hoge parkeernorm, dus dat was best een uitdaging. Maar toen we de eerste bewonersavond organiseerden kregen we te horen dat men het een heel groen en ruimtelijk plan vond, terwijl de dichtheid toch exact hetzelfde is als in de eerdere fases van De Blauwe Zoom.”

Weidebeekjuffer (Foto: Friedrich Böhringer via Wikipedia)

Doelsoorten
Hardinxveld ligt in een waterrijk gebied, met de Alblasserwaard en de Biesbosch in de buurt. Als ecoloog wil je de watergangen binnen je plan zo goed mogelijk laten aansluiten op dit bestaande watersysteem. Martijn vertelt over de ‘doelsoorten’ die straks in het gunstigste geval in deze omgeving kunnen voorkomen, en die een soort graadmeter vormen voor de ecologische kwaliteit van een gebied: “In een plan met veel watergangen en eilanden denk je op de eerste plaats aan dieren die ook in de Biesbosch voorkomen. Watervogels zoals fuut en de dodaars, of misschien zelfs reigerachtigen als de roerdomp. Als je een mooie rietvegetatie hebt met veel dekking, dan zou dat zeker mogelijk zijn. Wie weet zien we ooit de bever verschijnen. Bevers zie je nu ook al in Dordrecht in stedelijk gebied. Daarnaast houden we rekening met egels, verschillende soorten muizen en misschien ook een wezel of een hermelijn. Met name de hermelijn komt wat meer voor in waterrijk gebied. Dat is hier dus echt wel een doelsoort. Dat geldt ook voor de weidebeekjuffer, een heel mooi blauw glanzend juffertje dat ook in de Biesbosch voorkomt. Als je op termijn de hermelijn of de weidebeekjuffer zou aantreffen in deze wijk is dat een bewijs van een goede inrichting en van een goede balans in je stedelijke ecosysteem.”

Tekst: Anton Coops