De raingarden biedt net als de wadi veel kansen voor Nederland
Dit interview met Floris Boogaard verscheen eerder op klimaatadaptatienederland.nl
Door klimaatverandering neemt de kans op wateroverlast, hittestress en periodes van droogte toe. Daardoor wordt het steeds belangrijker om tijdens een bui zoveel mogelijk regenwater op te slaan. Dat kan bijvoorbeeld met behulp van een wadi of infiltratiekratten.
Floris Boogaard, consultant bij Deltares en lector bij de Hanzehogeschool Groningen, ziet op ClimateScan een nieuwe trend ontstaan: de raingarden. We spraken met hem over raingardens en over de verschillen en overeenkomsten met wadi’s.
Wat is een raingarden?
“Een raingarden is een verdiept aangelegd plantvak waarmee je regenwater kunt opvangen. In Nederland heet een raingarden ook wel een regentuin of regenwatertuin. En soms wordt het een infiltratievak of watervertragende groenstrook genoemd. Wat raingardens precies zijn, hangt af van de streek of het land waar je ze tegenkomt. Ze worden overal net weer anders toegepast. Raingardens lijken op wadi’s, maar er zijn een paar belangrijke verschillen. Een raingarden is een soort engineered garden. Er komen meer technieken en materialen bij kijken dan bij een wadi. Een belangrijk verschil is dat een raingarden vaak gevuld wordt met granulaat, zoals grind of kleikorrels. Bij een wadi bestaat de bodem vooral uit tuinaarde en zand. Door de grote korrels in een raingarden stroomt het regenwater vaak sneller in de bodem dan bij een wadi.”
Hoe werkt een raingarden?
“Het regenwater komt bijna altijd eerst boven in de raingarden terecht. Het water infiltreert dan door de laag met tuinaarde en granulaat naar diepere lagen. De plantenwortels in de raingarden nemen een deel van het water op. De rest gaat naar het natuurlijk watersysteem. De plantenwortels zorgen dat de bodem open blijft en nemen verontreinigd materiaal op. En komt er te veel water in de raingarden terecht? Dan voert een slokop het water direct af naar een drain, die het water dan weer verder afvoert.”
Zijn er nog meer verschillen tussen de raingarden en de wadi?
“Een raingarden is een stuk kleiner dan een wadi en er ligt een dikke laag granulaat in. Onder raingardens zit altijd een drain om het water de grond in te laten stromen. Die drain ontbreekt vaak bij een wadi. Daarnaast heeft een raingarden vaak betonnen rechte muren, terwijl een wadi taluds heeft: de zijkanten lopen geleidelijk af. Verder bestaan wadi’s in Nederland vooral uit kort gemaaid gras. Raingardens niet: daarin zie je verschillende planten en struiken, met langere wortels die goed groeien in granulaat. Een raingarden draagt daarom vaak meer bij aan biodiversiteit en ziet er voor bewoners wat aantrekkelijker eruit. Al geldt dat ook voor natuurvriendelijke wadi’s, ingericht met verschillende kruiden en bloemenmengsels. Raingardens en natuurvriendelijke wadi’s zien er in verschillende seizoenen anders uit. Ook dat maakt ze aantrekkelijker dan de ‘gewone’ wadi’s.”
Sinds wanneer kom je raingardens in Nederland tegen?
“In Australië, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten vind je al langer raingardens.
In Nederland zijn ze nog steeds redelijk nieuw. Van oorsprong zijn raingardens kleine systemen op privéterrein. Ze worden dan bijvoorbeeld gebruikt om water van een dak af te voeren naar de tuin. Maar nu worden raingardens steeds vaker ook gebruikt in de openbare ruimte. Voorbeelden hiervan zijn grotere raingardens in het centrum van dorpen en steden, zoals Nijverdal en Amsterdam. In Amsterdam is er in 2016 een raingarden als pilot aan de Zuidelijke Wandelweg aangelegd. Of dat de eerste in Nederland was, weet ik niet. Maar hij was wel de populairste. Sinds die tijd zijn er veel meer aangelegd, zoals de veel grotere raingarden aan de Prinses Irenestraat. Deze raingarden wordt ook wel de ‘Groene Gracht’ genoemd en ligt vlak bij Station Zuid/WTC.” (Zie voor foto’s van deze voorbeelden figuur 2 en 3.)
Hoe verklaar je de populariteit van raingardens?
“De populariteit verschilt denk ik per locatie. De raingarden aan de Zuidelijke Wandelweg was populair omdat hij privétuinen verlengde. De raingarden ligt officieel op gemeentegrond maar hij zorgt er wel voor dat iemands tuin extra groot lijkt. Een ander voordeel is dat raingardens in de winter goed begroeid blijven (zie figuur 2). Op ClimateScan kun je zien dat raingardens op verschillende plekken in Nederland liggen.”
Welke klimaateffecten kun je met een raingarden tegengaan?
“Net als wadi’s kun je raingardens inzetten tegen wateroverlast, droogte en hittestress. Een raingarden vangt regenwater op en houdt dit tijdelijk vast, waarmee je wateroverlast tegengaat. Net als bij een wadi infiltreert het water naar de bodem en wordt het grondwater aangevuld. Dat is gunstig in periodes van droogte. Grond kan water meestal langer vasthouden dan granulaat. Daarom werkt een wadibodem vaak beter tegen droogte. Aan de andere kant kan een raingarden vaak meer water bergen tussen de open ruimte in het granulaat en sneller water infiltreren, zoals infiltratiemetingen aantonen (zie figuur 5). En dat is weer beter om wateroverlast tegen te gaan. Verder werkt een raingarden iets beter tegen hittestress dan een wadi. Dat komt doordat de beplanting hoger is. Soms staan er ook bomen in, zoals je helemaal rechts kunt zien op de rechterfoto van figuur 5.”
Zijn er nog andere voordelen van een raingarden?
“Een groot voordeel is dat een raingarden met steile wanden weinig ruimte inneemt. Dat maakt de raingarden ideaal voor druk, stedelijk gebied. Daar vind je op dit moment dan ook de meeste raingardens. Verder zijn raingardens leuk omdat je met eigen ogen kunt zien hoe ze functioneren als waterberging. En bloemrijke raingardens zien er vaak prachtig uit. Omdat ze bijen en vlinders aantrekken, dragen ze ook bij aan de biodiversiteit. Hetzelfde geldt voor natuurvriendelijke wadi’s, die net als de raingarden steeds populairder worden. Natuurvriendelijke wadi’s bestaan niet alleen uit gras, maar ook uit verschillende kruiden en bloemmengsels.”
Zijn er ook nadelen?
“Een nadeel is dat je bij een raingarden vaak meer materiaal nodig hebt, dat soms uit het buitenland moet komen. Dat kost natuurlijk geld. En het maakt een raingarden minder natuurlijk en duurzaam. Bovendien kunnen het granulaat en de geotextiel dichtslibben, en zijn deze ondergrondse materialen lastig te onderhouden. Ook hebben raingardens soms nieuwe planten nodig. Dan moet je er bijvoorbeeld rekening mee houden dat de planten ook tegen droogte kunnen omdat het granulaat snel water afvoert. De snelle infiltratie in raingardens kan nog een ander nadeel hebben. Het kan namelijk gebeuren dat er zware metalen in het water zitten, en die kunnen zich in theorie sneller verspreiden naar bodem en grondwater.”
Zijn er manieren om de nadelen te beperken?
“Ja, er zijn bijvoorbeeld technische oplossingen om infiltratie te vertragen. Je kunt verschillende regelputten aanleggen die de waterhoogte en de afvoer regelen. En je kunt filterlagen aanbrengen om de verspreiding van bepaalde verontreinigingen tegen te gaan. In sommige landen gebruiken ze daar lavasoorten voor die zware metalen aan zich kunnen binden. Ook wordt wel actief kool gebruikt om bepaalde stoffen zoals PAK’s (Polycyclische Aromatische Koolstoffen) tegen te houden.”
Wat kunnen we leren van raingardens in het buitenland?
“Raingardens zijn vergeleken met Australië en Amerika nog maar kort in Nederland. We kunnen we nog veel van het buitenland leren, vooral van Europese raingardens die in een vergelijkbaar klimaat als dat van ons liggen. Zo heb ik voor EU-projecten onderzoek gedaan naar hoe vervuild raingardens na dertig jaar waren in de Zweedse stad Malmö. En in de Noorse stad Bergen heb ik onderzocht hoe het watersysteem in raingardens functioneert in een koud klimaat (zie figuur 7).”
“Veel leerzamer nog dan het technisch functioneren van de raingarden vind ik de governance en sociale functies ervan. Wat voor sociale rol spelen raingardens en hoe worden ze onderhouden? De raingardens in Zweden zijn bijvoorbeeld dertig jaar geleden al met bewoners ontworpen en aangelegd. De raingardens in Noorwegen beschermen cultureel erfgoed en worden onderhouden als schooltuintjes door scholen in de buurt. En wat ik bewonder in de Poolse stad Gdansk is dat daar binnen enkele jaren meer dan dertig raingardens aangelegd zijn. De gemeente had daarvoor een speciale afdeling ‘Gdansky Wody’ opgericht, die ook het beheer verzorgt.”
Spelen raingardens in Nederland ook een sociale rol? Zijn er bijvoorbeeld Nederlandse projecten met raingardens waarin bewoners worden betrokken?
“Ik heb in Nederland nog geen bewonersprojecten met raingardens ontdekt, maar ik denk dat mensen best een ‘tuintje’ voor hun deur willen adopteren. Als het in het buitenland kan, waarom hier dan niet? Ik zou het zeker aanbevelen. Het zou de bewustwording en sociale cohesie in een buurt verhogen. Gemeenten en waterschappen hoeven dan bovendien minder zelf aan onderhoud te doen. Ik zag trouwens dat het Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard voor de eigen deur aan de drukke Maasboulevard in Rotterdam doorgroeibare verharding en een raingarden heeft aangelegd (zie figuur 8). Dat geeft in ieder geval een krachtig signaal af aan bezoekers en voorbijgangers: Kijk, wij doen ook mee!”
Reageren op dit artikel kan op LinkedIn
Over Floris Boogaard
Floris Boogaard is consultant bij Deltares en lector Ruimtelijke Transformaties bij de Hanzehogeschool in Groningen. Hij verdiept zich al sinds 1999 in waterbergingsoplossingen zoals wadi’s, waar hij in een eerder interview uitgebreid over sprak. Als lector houdt hij zich bezig met klimaatadaptatie, en dan vooral water in stedelijk gebied. Samen met het onderwijs, kennisinstellingen, het bedrijfsleven en de overheid ontwikkelt en onderzoekt Floris maatregelen om de gebouwde omgeving aan te passen aan de effecten van klimaatverandering. Een voorbeeld hiervan is het lopende project ‘Groenblauwe oplossingen, kansen en risico’s’, dat wordt uitgevoerd met de regeling RAAK-publiek. Het project onderzoekt kansen en risico’s voor het functioneren van groenblauwe oplossingen op de lange termijn, zoals wadi’s en raingardens. Ook onderzoekt het lectoraat de kosten en baten van nationale en internationale klimaatadaptatie met zelf ontwikkelde tools, zoals ClimateScan.nl en ClimateCafe.nl.