Spaarndammerhart: natuurinclusief met respect voor de geschiedenis - KAN bouwen

Spaarndammerhart: natuurinclusief met respect voor de geschiedenis

Ruim honderd jaar geleden werd de Spaarndammerbuurt gebouwd, met hoofdzakelijk sociale woningbouw volgens de architectonische beginselen van de Amsterdamse School: fraai, gewelfd metselwerk, veel weldadige details en ornamenten, karakteristieke poorten en onderdoorgangen.

De buurt, ooit een bolwerk van communisten en de voetbalclub DWS (Door Wilskracht Sterk), is nog grotendeels intact. Vlakbij het expressionistische woonblok van woningcorporatie Eigen Haard, Het Schip (architect Michel de Klerk) uit 1919, waar thans een museum over de Amsterdamse School is gevestigd, ontstond in 2015 een markante plek door de sloop van de Spaarndammerschool.

Kernpunten en lessen van het Spaarndammerhart

‘Nieuw Amsterdamse School’ gebouw met groen karakter, met veel inspraak van omwonenden
Vang het regenwater op, ook in de oude stad
Ruimte voor eigen onderhoud van groenvoorzieningen, maar ook een hovenier
Nestkasten en andere voorzieningen voor vleermuizen en vogels van verschillende pluimage

Met respect voor de geschiedenis ontwikkelde Heijmans Vastgoed met Korthtielens architecten en Marcel Lok Architects het nieuwbouwplan Spaarndammerhart op het braakliggend terrein, met (nog steeds) woningcorporatie Eigen Haard als afnemer van de sociale huurwoningen. Het project werd in mei 2021 opgeleverd. Behalve de vele knipogen naar de Amsterdamse School heeft van meet af aan de natuurinclusiviteit centraal gestaan, vertelt Hans van der Zant van Heijmans. ‘De woningbouw is ontwikkeld met respect voor de geschiedenis zowel voor de ‘rijken’ (36 koopwoningen en 20 vrije sector huur) als voor sociale woningbouw (24 woningen), met zoveel mogelijk groen. We hebben zelfs de zeventig jaar oude bomen uit de wilde tuin, die het schoolplein overwoekerde, verplaatst naar de rand van de kavel.’

Het hart van het nieuwbouwcomplex is de collectieve groene hof die voor de buurt bereikbaar is door drie poorten, vult Fred Booy van DS Landschaparchitecten aan. ‘De binnenhof bestaat uit een groen kussen dat is aangelegd op tien centimeter hoge infiltratiekratten die op het dak van de parkeergarage staan. De kratten vangen het regenwater van het dak op. Daarmee voldoen we aan de uitgangspunten van Amsterdam Rainproof.’

Twee keer in de prijzen
Van der Zant en Booy zijn te gast in het maandelijkse KAN-café, waar ‘kroegbaas’ Coen van Rooyen directeur Woningbouwers.NL na ‘dry january’ een fris glas water tapt. Zoals gebruikelijk ontlokt Van Rooyen het tweetal hun uitspraken aan de hand van prikkelende stellingen. Spaarndammerhart is een bijzonder project, dat in 2021 zowel de Zuiderkerkprijs als de Abe Bonnema Architectuurprijs won. ‘Het project voorziet in meer woonruimte voor dieren dan voor mensen’, staat in het juryrapport. De menselijke bewoners van de begane grond hebben 2,5 meter privé-terras en er zijn geen schuttingen. Er zijn gemeenschappelijke tuinen waarin de bestaande grote bomen zijn hergegroepeerd waardoor er een riant groen uitzicht is voor zowel de bewoners in de nieuwbouw als de bewoners in de bestaande aanliggende woningen. Er is zo min mogelijk verharding in de gehele openbare ruimte. Bij hittestress zorgen het vele groen en de robuuste gevels voor verkoeling. De beplanting is afgestemd op voedselvoorziening voor de te verwachten stadsdieren zoals kleine zangvogels, vleermuizen en insecten. In de opstaande dakranden en gevels zitten de nestkasten voor kleine vogels, gierzwaluwen en vleermuizen.

Participatie
Is het project zo bijzonder geworden door de participatie van de buurt of zijn de omwonenden juist een blok aan het been, vraagt cafébaas Van Rooyen. ‘We zijn van meet af aan in dialoog gegaan met de omwonenden’, vertelt Van der Zant. Dat blijkt deels welbegrepen eigenbelang. ‘We wisten dat de omwonenden met dertig procent van de punten in de tender doorslaggevend zouden zijn.’ Booy: ‘Juist doordat de omwonenden soms een blok aan het been waren, is Spaardammerhart zo goed en zo groen geworden. Een (deels) openbare tuin en behoud van de oude bomen is iets dat iedereen wel wil. Omwonenden mogen ook lid worden van de tuincommissie die de privétuinen van de bewoners onderhoudt. Zij worden daarin bijgestaan door een door henzelf gezochte hovenier.’

Groen is een integraal onderdeel van het plan geworden. ‘Wij zijn als Heijmans voorstander van ‘gezond wonen’, en daar hoort natuurinclusiviteit bij. Daar zijn architecten intussen ook van overtuigd’, aldus Van Zant. Architecten zijn niet langer louter visionairen die alleen willen dat hun gevels worden gezien. Tegenwoordig mag daar gerust groen bij.

Natuurinclusiviteit in het Bouwbesluit?
Om dergelijke verregaande natuurinclusiviteit in het Bouwbesluit op te nemen gaat Booy en Van der Zant te ver. ‘Amsterdam heeft een toetsingskader waarin groen een belangrijke rol speelt. Daken moeten water vasthouden, groen moet water bufferen. Dat zie je ook elders in het land’, zegt Van der Zant. Ook Booy is geen voorstander van nieuwe regels of normen. Er is al een soort groen-blauwe ondergrens in nieuwbouwprojecten. ‘Daar moet ruimte zijn om er flink wat bovenop te doen. Maar het moet vanuit het hart komen, je moet als architect en ontwikkelaar overtuigd zijn, ook van het feit dat bewoners het willen, koolmeesjes en merels in de tuin. Dat moet een intrinsieke waarde zijn, een waardering, niet de waarde van het geld’, vindt Booy.

Is dit allemaal wel voor een redelijke prijs te doen, vraagt Van Rooyen. Waren de huizen gemakkelijk te verkopen? ‘In Amsterdam is allang geen sprake meer van redelijke prijzen’, zegt Van der Zant. ‘Er was voor Spaarndammerhart sprake van een specifieke kopersgroep. Veel mensen kwamen langs, maar gingen toch verder kijken. Niet vanwege de prijs, maar vanwege de collectieve groenvoorzieningen en het eigen onderhoud van het groen.’

Op de vraag of alle aandacht voor groen en nestkasten nu wel of niet van te voren luid van de daken moest worden geschreeuwd, komen genuanceerde antwoorden. ‘Ik had het sowieso gedaan, ook als we het stil hadden gehouden’, zegt Fred Booy. ‘Het brengt de natuur dichter bij mensen in de stad, en de biodiversiteit in de stad neemt minder snel af. Ik vind dat ‘een gierzwaluw in je gevel’ een selling-point moet zijn.’ Al komt de fladderende luchtacrobaat met zijn karakteristieke ‘skrie, skrie, skrie’ niet meteen in de aangelegde uitsparingen in de gevel. Pas na zo’n zeven jaar (door een KAN-cafébezoeker in de chat gecorrigeerd tot tien jaar) waagt de gierzwaluw zich aan de luxe voorzieningen. ‘Tot die tijd zien we vooral mussen’, weet Booy. ‘Dat is het mooie van natuur in de stad. Het is flexibel. Mussen leven net als zwaluwen in kolonies, maar ruimen na verloop van tijd het veld. Ze vinden wel weer andere openingen als ze door gierzwaluwen de tent uit worden gejaagd.’ In de collectieve tuin staan fruitbomen waarvan menselijke en dierlijke bewoners kunnen eten, net als de ondergroei met veel kruiden.

Ook de omwonenden profiteren van de natuurlijke uitstraling van het Spaarndammerhart, al moesten vele buurtbewoners eraan wennen dat de twaalf stokoude behouden bomen plots pal voor hun huis stonden. Maar ze wennen eraan. ‘Nu hebben ze uitzicht op het gebouw en ‘kijkgroen’ in de vorm van bomen. Net als bij de gierzwaluwen zal het enige tijd duren voordat zich omwonenden melden voor het tuinonderhoud’, aldus Hans van der Zant. ‘De bomen bieden schaduw in de zomer, maar zullen bij typisch Hollands weer misschien ook de zon teveel weghouden’, zegt Fred Booy.

Tijdens het café-uurtje komen tot slot spectaculaire foto’s voorbij die bezoekers een schitterend inkijkje geven in de indrukwekkende architectuur met het groene karakter. Kunstenaar Martijn Sandberg verwijst met de raadselachtige jaartallen ‘anno 1917’, ‘anno 2020’ en ‘anno 3025’ boven de drie toegangspoorten van het complex naar verleden, heden en toekomst. In letters op de gangen staat ‘de oude weg naar de nieuwe tijd’ en aan de andere zijde ‘de nieuwe weg naar de oude tijd’.

Het volgende KAN-café vindt plaats op 17 maart van 13.00-14:00
Steven Delva gaat in op de (on) mogelijkheden van groen in hoogbouw
Meer informatie en aanmelden voor het KAN Café op 17 maart

Tekst: René Didde