Een handreiking voor Basiskwaliteit Natuur in de stad - KAN bouwen

Een handreiking voor Basiskwaliteit Natuur in de stad

Vandaag zijn de ontwikkelaars van het Beoordelingskader Basiskwaliteit Natuur, kortweg BKN, te gast in het maandelijkse KAN-café bij kroegbaas Coen van Rooyen, in het dagelijks leven directeur WoningBouwersNL. Rens de Boer, strategisch adviseur natuur en landschap bij projectontwikkelaar BPD, opdrachtgever voor deze handreiking voor BKN, en Ingrid Sloots, directeur van NEST Natuurinclusief die al eens eerder op KAN-café was.

Natuur is allang geen gebied meer met bomen en een hek eromheen. Ook in de stedelijke omgeving is natuur en biodiversiteit mogelijk. Gebiedsontwikkelaars kunnen daar aan bijdragen, en de BKN is daarvoor een bruikbaar instrument. (Zie onder andere dit rapport en deze poster.)

Maar eerst traditiegetrouw het natuurmoment van de maand. ‘Nou, ik woon in Rotterdam’, zegt Rens de Boer. ‘In Drenthe heb ik een houten hutje bij een vennetje. Ik noem het ‘mijn achtertuin op afstand’ en daar was ik deze maand. Ik kom er helemaal tot rust. Ik check de waterstand, kijk welke bloemen uitkomen en zie hoe gezond de bomen zijn. En ik luister naar de vogels.’

‘Ik kom ook uit Rotterdam’, zegt Ingrid Sloots. ‘Ik geniet deze weken van het karakteristieke geluid van een specht in mijn tuin, maar ook hoe mezen en mussen losgaan. Het eerste nestje is uitgebroed. Wat een feest in de stad!’

De lessen van Rens de Boer en Ingrid Sloots

  • We hebben in Nederland jarenlang ontworpen op beeldkwaliteit en niet op biodiversiteit;
  • Heesters en struikgewas vormen een belangrijke schakel in de gelaagdheid van groen;
  • Ontwikkelaars kunnen veel invloed hebben op welke soorten zich werkelijk welkom voelen;
  • Bewoners willen meer dan kwantiteit. Ze willen thuiskomen op een fijne plek.

Je zou de natuurbeleving van Ingrid Sloots gemakkelijk onder BKN kunnen scharen, want kort gezegd is BKN een verzameling richtlijnen voor een minimumkwaliteit aan natuur. Deze set van condities (abiotische voorwaarden, inrichting, beheer) is ontwikkeld door onder andere Naturalis. BPD heeft er inmiddels ook een rapport aan gewijd. Gevraagd naar hun motivatie, zegt De Boer dat BPD vaak betrokken is bij grote bouwprojecten in Nederland. ‘Dergelijke nieuwe stukjes stad bieden kans voor alledaagse, niet-beschermde natuur in de openbare ruimte. Deze gewone natuur hebben we gedefinieerd en als absolute ondergrens vastgesteld. Daar mogen we niet doorheen zakken.’

We hebben in Nederland jarenlang met een blinde vlek openbaar groen ontwikkeld zonder brede blik op biodiversiteit. We bekommerden ons niet over eisen die een merel aan broedplaats stelt, of wat wilde bijen willen. De Boer: ‘We hebben ontworpen op beeldkwaliteit en niet op biodiversiteit. Wat de functie is van gelaagdheid als heesters bij bomen, of hoe hoog het gras kan staan.’

Waar Naturalis de wetenschappelijke aspecten van de basiskwaliteit onderzocht, bracht NEST de alledaagse praktijk in, zegt Ingrid Sloots. ‘We hebben als mens door de inrichting van een gebied veel invloed op welke welkome soorten zich werkelijk welkom voelen, of welke onwelkome plaagdieren we aantrekken, bijvoorbeeld door een verkeerde inrichting van de afvalinzameling. Een ontwikkelaar speelt daar een rol in’, aldus Sloots.

Het belang van struikgewas
Het meest verrassend element uit de Basiskwaliteit Natuur is het belang van struikgewas, vinden De Boer en Sloots. ‘We missen stelselmatig een struiklaag in stedelijk gebied. Dat kunnen we onszelf aanrekenen, maar we kunnen het ook zelf oplossen. Een struik onder een boom maakt een wereld van verschil, zo is wetenschappelijk bewezen. Je zou het struikoppervlak best onder de vuistregel van 30 procent boomkroonbedekking mogen rekenen in de 3+30+300-vuistregel.’ [Red: in het vorige KAN café was Cecil Konijnendijk, bedenker van deze vuistregel te gast. Hij was het eens met de constatering dat kwaliteit de kwaliteit van het groen (gelaagdheid, variatie, biodiversiteit) moet meetellen in stedelijk groen. ‘Mijn vuistregel betreft minimum-eisen, en je moet zeker naar kwaliteit kijken, al winnen bomen het altijd van heesters en andere planten als je naar het verkoelend vermogen kijkt.] 

Bewoners willen meer dan alleen vierkante meters. Ze willen thuiskomen op een fijne plek.

Natuurherstelverordening
Basiskwaliteit Natuur zou ook kunnen helpen om aan de Natuurherstelverordening voldoen. Volgens deze EU-eis moeten steden in 2030 zoveel mogelijk (minimum aan) natuur behouden, zodat de natuur daarna kan groeien. Sloots: ‘De bouwplannen van nu zijn in 2030 gerealiseerd. Dus we moeten nu aan de slag, inclusief ecologisch beheerde gazons in plaats van standaardgazons. Daarbij zullen gebiedsontwikkelaars leren dat de BKN ook voor de mens fijne plekken oplevert. Bewoners willen meer dan alleen vierkante meters. Ze willen thuiskomen op een fijne plek.’ Daarom moeten bewoners goed worden geïnformeerd waar ze terecht komen. ‘Leg uit wat ze kunnen doen om de natuur robuuster te maken, met hun eigen tuin, hun keuze voor planten. Vertel ook hoe ze bomen moeten snoeien.’

Verlichting: doorbreek de macht der gewoonte
Basiskwaliteit natuur vraagt om voldoende ruimte voor natuur, waaronder naast struiken ook bloemrijk grasland. Uitgangspunt is om de bestaande groenkwaliteit zoveel mogelijk te handhaven. Er moeten tevens verbindingen ontstaan tussen de stedelijke omgeving en de landelijke omgeving. En een gebiedsontwikkelaar moet oog hebben voor ‘drukfactoren’. Dat zijn onder andere licht, lucht, water, afval. Dat laatste is van belang om plaagdieren te vermijden. Een betere luchtkwaliteit en waterkwaliteit vormen de al veel besproken en voor de hand liggende voordelen van natuur. Maar licht ligt ingewikkelder, aldus De Boer en Sloots. Licht verstoort nachtdieren terwijl donkerte routes creëert voor nachtdieren. We moeten dus beter ontwerpen waar we licht nodig hebben, bijvoorbeeld voor een veilig gevoel voor bewoners. ‘Maar zijn er geen fietsroutes of parkeerplaatsen, dan hoeven daar geen lantaarnpalen. We moeten gericht verlichten, erover nadenken en de macht der gewoonte doorbreken’, zegt Rens de Boer. ‘Soms kan donkerte worden gecreëerd boven de lichtmasten, door andere armaturen. Soms helpen sensoren. Het is geen gemakkelijke puzzel, maar het is evenmin hogere wiskunde’, meent Ingrid Sloots. ‘Je kunt in sommige delen van een plan aanwijzen dat daar ecologie de baas is (nadruk op donkerte), en elders recreatie (licht/veiligheid).’

Vragen uit de chat
Gespreksleider Coen van Rooyen brengt op de valreep nog een hele serie vragen uit het cafépubliek naar voren, waarvan we er hier twee weergeven.

Waarom houden projectontwikkelaars zo vast aan de parkeernorm in plaats van groen?
‘De parkeernorm wordt door de gemeente bepaald’, zegt Rens de Boer. ‘En waar OV komt is weer een zaak van de provincie. Maar feit is dat parkeerplaatsen concurreren met openbaar groen en de wortelruimte voor bomen en heesters.’

Wordt BKN nu echt ingevoerd bij Nederlandse overheden?
‘BKN is een eerste aanzet die door het Rijk nog verder moet worden uitgewerkt’, zegt Ingrid Sloots. ‘Maar stadsecologen bij de gemeente en ecologen in dienst van ontwikkelaars krijgen nu onderbouwde argumenten in handen om meer met ecologische blik naar de stedelijke omgeving te kijken.’

De traditionele boodschap voor de regering komt door alle vragen bijna in verdrukking. Rens de Boer spreekt minister Keijzer toe. ‘Biodiversiteit in de stedelijke omgeving is belangrijk. Er ligt voor het kabinet duidelijk een gedeelde opgave om dit zowel binnen als buiten de stad te realiseren.’

Het volgend KAN-café is op donderdag 5 juni, om 13.00 met Robert Koolen van Heijmans, over hun ervaringen met CSRD rapportage, die de duurzaamheidsaspecten van de bedrijfsvoering inzichtelijk en kwantificeerbaar maakt.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.