Kaderrichtlijn Water: bouwende bedrijven weten niet waar ze aan toe zijn - KAN bouwen

Kaderrichtlijn Water: bouwende bedrijven weten niet waar ze aan toe zijn

Dit artikel van René Didde verscheen op 16 juli in Cobouw

Bij de aanleg van infrastructuur en vastgoed worden amper eisen voor waterkwaliteit gesteld door waterschappen en gemeenten. En als ze al worden gesteld, dan is het niet duidelijk dat ze over de belangrijke Kaderrichtlijn Water gaan. Heijmans ziet tal van onduidelijkheden. De Unie van Waterschappen neemt de zaak serieus en belooft beterschap.

Toen begin 2023 het rapport van adviesbureau Witteveen+Bos verscheen over mogelijke gevolgen van de KaderRichtlijn Water (KRW) voor de bouw, gingen de alarmbellen overal af in bouwend Nederland. ‘Het rapport met een mogelijke schade van 17,5 miljard euro was weliswaar een theoretische exercitie, uitgaande van een worst case-scenario, maar de schrik zat er meteen goed in’, zegt Léon Dielen, waterspecialist bij bouwconcern Heijmans in Rosmalen. Hij is verantwoordelijk voor het complete watervraagstuk, zoals waterkwantiteit, waterkwaliteit, waterveiligheid (dijkversterking), gebruik van drinkwater in de gebouwen en het gebruik van water bij bouwprocessen als asfalt en beton.

Dielen, die ook jarenlang bij waterschap Rivierenland werkte, ging eens bellen in zijn oude netwerk van waterschappen. ‘Ik vroeg ze ‘wat betekent de KRW voor de bouw? Welke locatiespecifieke eisen, speciaal voor water, stellen waterschappen en decentrale overheden voor vergunningen voor infraprojecten en vastgoed in de Omgevingswet’. Van de vijf waterschappen die ik benaderde, stelde niemand concrete KRW-eisen.’ Dat is eerder beangstigend dan geruststellend. Want het maakt projecten eigenlijk nu al kwetsbaar voor bezwaren en zienswijzen van milieuorganisaties. ‘We horen dat milieuorganisaties zich al warm lopen’, zegt Dielen.

Van de vijf waterschappen die ik benaderde, stelde niemand concrete KRW-eisen. Dat is eerder beangstigend dan geruststellend.

Leon Dielen (foto: Michel Porro)

Het is een hele vreemde situatie. De KRW bestaat al sinds 2000. Er zijn tussentijdse evaluaties geweest over de kwaliteit van het water in 2009 en in 2015. Daaruit bleek geen vooruitgang, maar op veel fronten eerder een achteruitgang van de waterkwaliteit. En in 2022, vijf jaar voor de ultieme deadline van 2027 concludeert Dielen na een rondvraag dat vijf waterschappen in vergunningen helemaal geen concrete eisen stellen.

Heel veel vragen
De ‘waterman’ van Heijmans zit, intussen twee jaar later, met heel veel vragen. ‘De KRW hanteert wel 150 parameters (stoffen) waar we aan moeten voldoen. Die kunnen we toch nooit allemaal meten? Er mag volgens de KRW ‘geen verslechtering’ optreden, ook geen ‘tijdelijke verslechtering’. Maar wat betekent dat voor het troebel worden van water na baggeren? En wat is de invloed van heipalen voor woningen en geluidschermen die door de grondwaterspiegel prikken? Wat is de betekenis van afstromend water van een snelweg via een berm naar een sloot? En is dat de verantwoordelijkheid van het bouwbedrijf?’

Soms wordt de KRW wél genoemd door de decentrale overheid. Heijmans maakte het mee bij de aanleg van een ontsluitingsweg voor een woningbouwlocatie in het westen des lands waarvoor al een watervergunning was afgegeven. ‘In het contract was een eis opgenomen ‘u moet voldoen aan de KRW-eisen’. Waarop we vroegen ‘wat bedoelt u’. Waarna de eis werd ingetrokken.’

De onduidelijkheid van de overheid is opmerkelijk, 24 jaar na ingang van de KRW. Waterschappen zijn nu pas bezig om beleidsregels voor de KRW op te stellen, die dan in de vergunningverlening moeten worden vertaald. De bouwende bedrijven willen duidelijkheid. ‘We hebben dringend behoefte aan een serie concrete gidsparameters, stoffen die er echt toe doen, en tevens iets zeggen over de effecten van andere stoffen. Zoiets als de natuur- en biodiversiteitsparameters waarbij vleermuizen, mussen en gierzwaluwen iets betekenen voor andere diersoorten. Daar kunnen we als bouwbedrijven met nestkasten en speciale dakpannen op inspelen’, aldus Dielen.

We hebben dringend behoefte aan een serie concrete gidsparameters, stoffen die er echt toe doen, en tevens iets zeggen over de effecten van andere stoffen. Zoiets als de natuur- en biodiversiteitsparameters waarbij vleermuizen, mussen en gierzwaluwen iets betekenen voor andere diersoorten.

Geen rocketscience
Ondanks de dreiging en onduidelijkheid, meent de waterspecialist dat de maatregelen om te voldoen aan de KRW geen ‘rocketscience’ zijn. ‘Filters voorkomen verontreiniging door bemalen, schermen voorkomen vertroebeling van water bij baggeren en retourbemaling is een mooi alternatief voor bronbemalen’, somt hij op. ‘Maar we moeten wel weten wat moeten doen. Er moet bovendien sprake zijn van een gelijk speelveld, zodat we als bouwers allemaal de kosten van de maatregelen kunnen verwerken in de prijs voor het werk.’

Ook is Heijmans pro-actief bezig en startte met Bouwend Nederland en bureau Berenschot de stresstesten. Daarin wordt in vier fictieve projecten (een dijk, infrastructuur, vastgoed en een energieproject) door ecologen, vergunningverleners, handhavers en bouwende bedrijven bekeken wat het project zou kunnen tegenkomen op het gebied van KRW.

Net als Bouwend Nederland ziet ook Léon Dielen van Heijmans kansen om met nieuwe dochterbedrijven maatregelen te treffen die de waterkwaliteit na oplevering van het werk duidelijk verbeteren ten opzichte van de situatie die bouwers aantroffen. ‘Een claim als ‘dit project is KRW-proof’ is niet haalbaar, maar ‘beter achterlaten dan we het aantroffen’ vind ik wel werkbaar’, aldus Dielen. ‘Bij diverse infra- en vastgoedprojecten zie je een dergelijke benadering overigens al in de praktijk. Flauwe taluds, bloemrijke begroeiing en natuurvriendelijke oevers zijn eigenlijk al standaard aan het worden.’

Koepelorganisatie Unie van Waterschappen (UvW) erkent de problemen. ‘De toepassing van de KRW kan variëren per waterschap en project, afhankelijk van lokale omstandigheden, doelen en al genomen maatregelen. Dit betekent niet altijd dat er geen eisen zijn, maar dat deze mogelijk niet altijd als ‘concrete KRW-eisen’ worden ervaren door de aanvrager’, reageert woordvoerder Jurjen Jongepier.

Meer duidelijkheid
Ook gebruiken waterschappen de waterschapsverordening om concrete voorwaarden en eisen te stellen voor KRW-doelstellingen. ‘Inmiddels is duidelijk geworden dat de waterschapsverordening te algemeen geformuleerd is en dat er behoefte is aan een uitwerking. Niet alleen voor de KRW maar bijvoorbeeld ook voor biodiversiteit. De vertaling van de KRW-eisen op het gebied van ‘geen achteruitgang’ en de verbeterdoelstellingen om een goede chemische en ecologische toestand te bereiken, zijn vaak moeilijk te vertalen naar concrete situaties waarbij bouwactiviteiten aan de orde zijn. Samen met de waterschappen werken wij er daarom aan om meer duidelijkheid te verstrekken over wat nu onder ‘KRW-proof’ kan worden verstaan’, aldus de UvW, die betrokken is bij de stresstesten. ‘We nemen signalen zoals die van Heijmans serieus. Ons doel is om samen te werken met alle betrokken partijen om duurzame en veilige infrastructuur en vastgoedontwikkeling mogelijk te maken, terwijl we tegelijkertijd onze waterkwaliteitsdoelstellingen behalen.’

Toch kan ook het waterbewustzijn onder bouwende bedrijven nog verbeteren, vindt Dielen. ‘Naast klimaat (CO2-uitstoot) en natuur (biodiversiteit) is het thema water ook belangrijk voor de bouw’, aldus Dielen. Om het thema meer te laten leven werkt Heijmans aan posters, doet het bedrijf aan scholing van de vijfduizend medewerkers en werkt het Rosmalense bedrijf samen met het Nederlands Instituut voor Ecologisch Onderzoek (NIO) aan citizen science door in projecten watermonsters te nemen en te analyseren. Het bedrijf werkt bij het onderhoud van vaarwegen aan een proefproject in Zeeland waarbij microplastics worden opgevangen. Sinds anderhalf jaar voert Heijmans ook een zelfontwikkelde Ecologie, Bodem en Waterscan (EBW-scan) uit. ‘Direct nadat wij een grondpositie verwerven, analyseren we de ecologie, bodem en water. Hetzelfde doen we bij infra projecten. We houden al in het ontwerp van het project rekening met water en treffen voorzorgsmaatregelen. Dat is wezenlijk anders dan zes jaar geleden toen ik ‘water’ even in een al gereed stedenbouwkundig plan moest zien in te passen.’

Toetsing Kaderrichtlijn Water

Eind 2027 vindt de toetsing plaats van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Vaststaat dat Nederland de doelstelling niet gaat halen, vindt zelfs het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dit terwijl Nederland in 2000 als initiatiefnemer de nogal complexe richtlijn ondertekende in de wil om de kwaliteit van het water te verbeteren en ook de beschikbaarheid van voldoende water te vergroten.

Zowel de chemische als de biologische kwaliteit van de ruim 700 ‘waterlichamen’ (van klein beekje tot een rivier van tweehonderd kilometer) in Nederland moet in een ‘goede ecologische toestand’ zijn. Dat wordt geteld op vissen en kleinere waterfauna, flora, als wel op de morfologie van de watertoestand (of een beek weer slingert). Nederland riep al eerder toorn over zich af door te weigeren de Haringvliet dam te open (Kierbesluit) om zalmen de gelegenheid te geven te paaien in Duitsland. Nederland zwichtte voor de lobby van boeren die verzilting van landbouwgrond vreesde.

Nederland begon evenwel goed, maar vanaf 2010 stagneerde de waterkwaliteit, om daarna zelfs terug te lopen. Ons land kreeg echter uitstel van het behalen van tussendoelen in 2009 en 2015, maar de eindafrekening zal genadeloos zijn, zeggen experts, waaronder de Ecologische Autoriteit. ‘Uitstel is niet meer mogelijk’. Brussel is het eindeloos zoeken naar geitenpaadjes beu. Nederland bungelt namelijk intussen onderaan de lijst van 27 lidstaten, en behoort tot de vieste jongetjes van de klas. Het water dat via Zwitserland en Duitsland Nederland instroomt via de Rijn is schoner dan dat het 200 kilometer verderop de Noordzee in stroomt.