Wat betekent de Kaderrichtlijn Water voor de nieuwbouw?
Niet alleen de industrie en de boeren hebben te maken met de Kaderrichtlijn Water, ook de bouw kan er flinke hinder van krijgen. ‘We moeten er niet op wachten tot waterkwaliteit een acuut probleem wordt. We moeten ons nu oriënteren’, zegt Martijn Verwoerd van Bouwend Nederland.
Vrijwel zeker staat vast dat Nederland de door haar zelf gestelde doelen op het gebied van waterkwaliteit en waterkwantiteit eind 2027 niet gaat halen. In dat jaar vindt de eindafrekening van de Kaderrichtlijn Water (KRW) plaats. Nederland zou miljoenen euro’s aan dwangsommen en boetes tegemoet kunnen zien. De bedragen tellen snel op. ‘Dwangsommen (van € 5000 tot € 30.000 per dag) en boetes (tientallen miljoenen euro’s) zouden kunnen leiden tot een stop op bouwprojecten en infrastructuurplannen’, zegt Martijn Verwoerd, jurist en beleidsadviseur publiekrecht bij Bouwend Nederland. De KRW is een zeer complexe richtlijn (zie kader).
Bouwend Nederland probeert de zaak evenwel nuchter te bekijken. De bouw zelf loost niet veel gevaarlijke stoffen op het water, zegt Verwoerd, ‘We onttrekken als bouw wel grondwater als we bijvoorbeeld een bouwput droog moeten houden. Dat betekent een achteruitgang van de hoeveelheid grondwater als dit water op oppervlaktewater wordt geloosd. Zeker in verdroogde gebieden zal dat niet meer zal worden getolereerd door de KRW.’ Ook leveren bouwbedrijven hoogbouw op die door schaduwwerking op de aanliggende vaart kan zorgen voor achteruitgang van het waterleven. Of waterbouwers baggeren een watergang die een tijdelijke achteruitgang van de waterkwaliteit bewerkstelligt’, somt hij op.
Nederland gaat nat bij toetsing Kaderrichtlijn Water
Eind 2027 vindt de toetsing plaats van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Vaststaat dat Nederland de doelstelling niet gaat halen, vindt zelfs het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dit terwijl Nederland in 2000 als initiatiefnemer de nogal complexe richtlijn ondertekende in de wil om de kwaliteit van het water te verbeteren en ook de beschikbaarheid van voldoende water te vergroten.
Zowel de chemische als de biologische kwaliteit van de ruim 700 ‘waterlichamen’ (van klein beekje tot een rivier van tweehonderd kilometer) in Nederland moet in een ‘goede ecologische toestand’ zijn. Dat wordt geteld op vissen en kleinere waterfauna, flora als wel op de morfologie van de watertoestand (of een beek weer slingert). Nederland riep al eerder toorn over zich af door te weigeren de Haringvliet dam te open (Kierbesluit) om zalmen de gelegenheid te geven te paaien in Duitsland. Nederland zwichtte voor de lobby van boeren die verzilting van landbouwgrond vreesden.
Nederland begon evenwel goed, maar vanaf 2010 stagneerde de waterkwaliteit, om daarna zelfs terug te lopen. Ons land kreeg echter uitstel van het behalen van tussendoelen in 2009 en 2015, maar de eindafrekening zal genadeloos zijn, zeggen experts. ‘Uitstel is niet meer mogelijk’. Brussel is het eindeloos zoeken naar geitenpaadjes beu. Nederland bungelt namelijk intussen onderaan de lijst van 27 lidstaten, en behoort tot de vieste jongetjes van de klas. Het water dat via Zwitserland en Duitsland Nederland instroomt via de Rijn is schoner dan dat het 200 kilometer verderop de Noordzee in stroomt.
Dit alles kan vanaf 2028 leiden tot het niet toestaan van sommige bemalingen, problemen met vergunningverlening of in elk geval vertraging van de toch stagnerende bouwopgave. Op basis van een inventarisatie van adviesbureau Witteveen+Bos circuleren schattingen van een maximaal omzetverlies van 17,5 miljard euro in het allerergste scenario.
Bronbemaling vervangen door retourbemaling
Het wordt er in elk geval niet makkelijker op, zegt Verwoerd. ‘Vast staat dat we maatregelen moeten treffen die geld gaan kosten en die opdrachtgevers moeten betalen.’ Zo kan het belangrijke probleem van de lozing bij bronbemaling (grondwater afvoeren in een slootje) worden vervangen door retourbemaling. Dat komt neer op het afvoeren van dit grondwater via een leiding enkele honderden meters tot een kilometer verderop en het water infiltreren (terugbrengen) in dezelfde grondlaag als waaruit het is onttrokken. Dat is niet alleen duurder, maar er is ook een juridisch probleem, zegt Verwoerd. ‘De ene instantie (waterschap) is bevoegd gezag voor de onttrekking van grondwater, en de andere instantie (bijvoorbeeld een Omgevingsdienst) is bevoegd gezag voor het terugbrengen van het water in de bodem. Hierdoor zien we situaties waarbij de onttrekking wordt toegestaan maar het water niet in de bodem geïnfiltreerd mag worden, waardoor retourbemaling geen optie is. We moeten dit vóór het einde van 2027 zien op te lossen.’
Martijn Verwoerd zit met experts van waterschappen, vergunningsambtenaren, hydrologen en bemalingsexperts aan tafel om aan de hand van fictieve bouwprojecten voor het jaar 2028 zogeheten stresstesten uit te voeren. ‘We proberen helder te krijgen tegen welke KRW-problemen zo’n project kan aanlopen en wat we kunnen doen om die te voorkomen of op te lossen.’
Vooraf inventariseren
Een ander belangrijk aandachtspunt om goed met de KRW-doelen om te gaan, is inzicht te krijgen in de kwaliteit van het oppervlaktewater vóórdat het project begint. ‘Dan weet je welke maatregelen je moet treffen, zoals retourbemaling in plaats van bronbemaling en kan de aannemer deze kosten in de inschrijving voor het project inbrengen’, aldus Verwoerd. ‘We proberen ook liefst universeel bruikbare oplossingen te verzinnen. Daarna gaan we actief de boer op om onze leden hierover voor te lichten.’
Behalve de producenten van bouwmaterialen, zoals Rockwool, hebben bouwende bedrijven de vervuiling van het water zelden zelf veroorzaakt. ‘Toch kan ook het verplaatsen van water dat door anderen is vervuild problemen geven. Ze kunnen bijvoorbeeld bij een verdichtingsplan op een oud bedrijventerrein wel te maken krijgen met historische vervuiling. En dan is PFAS nog niet eens opgenomen in de lijst van prioritair vervuilende stoffen, maar dat gaat er wel van komen.’
Biologische wasmachine
Hoewel de KRW-afrekening met vrees wordt bezien, ziet Bouwend Nederland ook kansen. ‘Je zou een nieuwe tak van waterzuiverende bedrijven kunnen oprichten die zich specialiseert in membraanfiltertechnieken tijdens het bouwproces. Dan leveren we tegelijk met het gebouw of de woonwijk ook een betere kwaliteit oppervlaktewater op dan toen we begonnen,’ aldus Verwoerd. Iets dergelijks is al eens vertoond tijdens de grootscheepse en langjarige herinrichting van Hoog-Catharijne in Utrecht, inclusief het terugbrengen van water in de Catharijnesingel. Door een combinatie van biologische technieken en het slim rondpompen van grondwater zuiverden bacteriën de grond en grondwater van onder meer verontreinigingen van chemische wasserijen. Dit proces heette de ‘biologische wasmachine’. Martijn Verwoerd ziet kansen voor zo’n nieuwe branche. ‘Er is nog geen markt voor, maar we moeten er ook niet op wachten tot waterkwaliteit een acuut probleem wordt. We moeten ons nu oriënteren.’
Zal de KRW bouwers meer richting Klimaatadaptief en Natuurinclusief Bouwen doen bewegen? ‘Het zou een uitvloeisel kunnen zijn, zoals diverse bouwbedrijven zich verdiepen in infiltratie van regenwater en het principe dat water en bodem sturend zijn. Bij nieuwbouw en renovatie in stedelijk gebied zie je ook steeds vaker wadi’s. Ook parkeervakken met half open stenen zijn in opmars. Het lijken druppels op een gloeiende plaat, maar veel druppels kunnen de plaat verkoelen, zeker in droogtegebieden.’
Niet zozeer vanuit het oogpunt van KRW maar vanuit de MVO-doelen en duurzaamheid zouden volgens Verwoerd ook KAN-woningbouwprojecten meer kans kunnen krijgen, waarbij het watersysteem een zelfzuiverende werking heeft, bijvoorbeeld door begroeiing en helofyten.
Zie ook:
Slechte waterkwaliteit kan bouwsector jaarlijks 17,5 miljard euro omzet kosten (Bouwend Nederland, 18-4-2023)
Tekst: René Didde