Sweco vergelijkt voorstellen voor groennorm
Op 9 februari namen demissionair ministers De Jonge en Van der Wal een rapport in ontvangst waarin diverse voorstellen voor groennormen met elkaar worden vergeleken. Een groennorm bepaalt hoeveel groen er moet zijn in een stad en aan welke eisen dat groen moet voldoen. Het rapport is geschreven door Sweco in opdracht van ANWB, Natuur & Milieu, Staatsbosbeheer en Vogelbescherming Nederland.
Groen in stedelijke gebieden biedt niet alleen esthetische waarde; het is ook essentieel voor het behoud van de biodiversiteit, het verbeteren van de gezondheid van mensen en aanpassing aan de veranderende klimaatomstandigheden zoals verdroging, wateroverlast en hittestress. Daarom is een duidelijke groennorm van groot belang.
Vergelijking van 10 voorstellen voor normen
Het onderzoek vergeleek tien voorstellen voor normen met criteria. De criteria omvatten de kwaliteit van groen, het versterken van biodiversiteit, het verbeteren van gezondheid, aanpassingsvermogen aan het veranderende klimaat, ambitieniveau, inpasbaarheid, toepasbaarheid, schaalbaarheid, haalbaarheid, concreetheid en eenvoud.
Uit de vergelijking kwamen drie normen naar voren die het beste voldoen aan de vereisten voor een groennorm in Nederland: Groene Stadslandschappen, de vier richtlijnen van Meliefste, en de 3-30-300 regel van Konijnendijk.
Uit de vergelijking kwamen drie normen naar voren die het beste voldoen aan de vereisten voor een groennorm in Nederland: Groene Stadslandschappen, de vier richtlijnen van Meliefste, en de 3-30-300 regel van Konijnendijk. Deze drie normen werden vervolgens doorgerekend op de kosten voor aanleg en beheer, waarbij een tijdshorizon van 25 jaar werd gehanteerd.
Conclusies
Sweco concludeert dat er nog geen goede groennorm bestaat in Nederland. Geen van de 10 normen scoort goed op alle criteria. “Waar de normen het vooral laten liggen in de beoordeling is op de inhoudelijke criteria.” De onderzoekers concluderen dat geen één van de onderzochte normen, zonder toevoeging van aanvullende criteria (zoals ten aanzien van biodiversiteit), goed genoeg is om als integrale groennorm te gebruiken en te implementeren in Nederland.
En er is meer kritiek: geen van de 10 normen behandelt alle drie de belangrijkste beleidsthema’s
op een integrale manier. Dit wil zeggen: geen enkele norm geeft uitgangspunten mee om de biodiversiteit te versterken én de gezondheid te verbeteren én aan te passen aan het veranderende klimaat. Dit komt doordat normen vaak nadrukkelijk vanuit één van de drie beleidsthema’s zijn opgesteld.
Verder ontbreekt er een kwaliteitseis: “Een groot nadeel van alle 10 de normen is dat ze niet of nauwelijks iets zeggen over het kwaliteitsaspect van groen.” Het onderzoek wordt afgerond met een financiële inschatting: “Volgens onze berekeningen kost het realiseren van extra groen om te voldoen aan een groennorm tussen de €30,7 en €45,5 miljard, verdeeld over 25 jaar.”
Download: Een praktische verkenning naar een Nederlandse groennorm – Een vergelijking van tien bestaande groennormen en financiele doorrekening van de drie best beoordeelde normen (Sweco)