Jonas, of de nieuwe rol van de landschapsarchitect - KAN bouwen
Amsterdam

Jonas, of de nieuwe rol van de landschapsarchitect

Jonas is in menig opzicht een bijzonder gebouw. Kwalificatie BREEAM outstanding, en door de BNA bekroond tot Gebouw van het Jaar 2023. “Jonas is een voorbeeldstellend project voor duurzaam, betaalbaar én collectief wonen in de dichtbevolkte stad,” vindt de jury. En van buiten zie je het er niet aan af, maar de klimaatadaptieve maatregelen en de groene elementen zijn naadloos in het gebouw geïntegreerd.  

Jonas ligt op de kop van het Haveneiland in IJburg, Amsterdam. Het programma omvat 273 huur- en koopwoningen en een commerciële plint, aangevuld met faciliteiten als een gezamenlijke woonkamer, filmzaal en een vrij toegankelijke openbare ruimte, bedoeld voor ontmoetingen en verschillende soorten evenementen. Het traject werd opgestart in 2017 en het door Orange Architects ontworpen gebouw is eind vorig jaar bouwkundig opgeleverd (de buitenruimte wordt binnenkort opgeleverd).

We praten over Jonas met Jana Jayakkumaran, ontwikkelaar bij Amvest, en met Michiel van Driessche, landschapsarchitect en founding partner van Felixx Landscape Architects & Planners.

Jana Jayakkumaran: “De gemeente Amsterdam schreef deze tender uit in 2017. Het was één van de laatste locaties in IJburg waar nog gebouwd kon worden. Een belangrijke reden voor Amvest om deel te nemen, was dat we al eigenaar waren van twee projecten in de directe omgeving: De Havenmeester en Het Eiland. Het idee was dat we als belegger meerwaarde konden creëren voor onze huurders als we deze tender zouden winnen, door hier een project te realiseren met goede voorzieningen en een hoogwaardige commerciële plint.”

“Het gebied was een openbare speelplek voor voetballers en skaters, en ook Sinterklaas kwam hier aan land. De gemeente wilde een groot volume aan woningen, en wij vonden als Amvest dat we dan tegelijkertijd ook iets terug moesten geven aan de wijk. Zo is het plan voor Jonas ontstaan. Door gesprekken met buurtbewoners kwamen we erachter dat IJburg nog niet echt een centrale plek had om samen te komen. Daarom hebben we in het openbare gebied een sfeervol plein en een bijzondere speelplek gecreëerd, en in het gebouw is er een ontmoetingsruimte voor mensen uit IJburg én voor de bewoners. Naast deze woonkamer heeft Jonas onder andere een filmzaal, een sportruimte, een yoga-ruimte, beachbar en logeerkamers. Het vrij toegankelijke plein is eigendom van de VvE. Daar worden straks allerlei activiteiten georganiseerd zoals openlucht filmvoorstellingen.”

Jana Jayakkumaran (Amvest) in de canyon

De ‘canyon’ is de ruggengraat van het gebouw. Een bijzondere ruimte die subtiel refereert aan het verhaal van Jonas en de walvis. Als je omhoog kijkt zie je water stromen over het transparante dak, waardoor het daglicht speels naar binnen valt. De vormgeving van het gebouw vertelt een verhaal, wat ongetwijfeld heeft bijgedragen aan de bekroning tot BNA Beste Gebouw van het Jaar 2023.

Jana Jayakkumaran: “We hebben 273 woningen gerealiseerd, waarvoor we 80 parkeerplaatsen hebben onder het gebouw. De parkeernorm voor de 190 huurwoningen is 0,3 en voor de koopwoningen 0,6. Er is een grote fietsenstalling met ruimte voor bakfietsen, scooters en dergelijke. Er zijn dertig slimme laadpalen die het beschikbare vermogen van de PV-panelen optimaal verdelen.”

“Als je hier komt wonen kun je gebruik maken van de collectieve ruimtes, en er is een community manager, een soort gastheer of gastvrouw die jou kan ontzorgen bij allerlei klusjes. De servicekosten voor de huurwoningen bedragen bijvoorbeeld 100 euro per maand. Daar valt dan ook het groenbeheer onder, inclusief het onderhoud van de oever, dat gedaan wordt vanaf het water. Deze constructie is door de gemeente bepaald: alles wat zich binnen het uitgeefbare terrein bevindt moet door de erfpachter worden beheerd. We zijn daar best tevreden mee, want het plein is hoogwaardig ingericht. De kade aan de kant van de jachthaven wordt wél onderhouden door de gemeente.”

 

Goed geïntegreerde groen-blauwe oplossingen hebben een prijskaartje, en bij dit type ontwikkeling is het cruciaal dat de landschapsarchitect vanaf het begin aan tafel zit.

Leerpunten voor Felixx
Felixx Landschapsarchitecten was van meet af aan betrokken bij het ontwerp van Jonas. Michiel van Driessche vat allereerst samen welke lessen Felixx heeft geleerd naar aanleiding van dit project. Dat zijn er twee: goed geïntegreerde groen-blauwe oplossingen hebben een prijskaartje, en bij dit type ontwikkeling is het cruciaal dat de landschapsarchitect vanaf het begin aan tafel zit.

Michiel van Driessche: “Jonas is het product van een gebiedsontwikkeling die in 2017 is begonnen. Sindsdien is er veel gebeurd wat betreft de regelgeving. Jonas werd opgestart op een moment dat er qua klimaatadaptatie, water en biodiversiteit opeens veel nieuwe eisen bij kwamen. De eerste generatie gebouwen waarin deze maatregelen goed zijn vervat wordt op dit moment opgeleverd. Je ziet nu dus wat het oplevert en we weten nu ook wat het kost. Dat is een hoger bedrag dan waar op dit moment nog vaak mee wordt gerekend.”

De vrij toegankelijke woonkamer sluit naadloos aan op de buitenruimte

“Er zit veel onzichtbaar groen-blauw ‘regelwerk’ in het gebouw, zoals de waterbuffering. Dat vraagt om een intensief proces en een andere positie van de landschapsarchitect in het ontwerpteam. Bij Jonas is dit heel goed gegaan, ook omdat we konden samenwerken met partners die we al kenden. Vanaf de conceptontwikkeling zijn we integraal mee opgetrokken en we hebben samengewerkt met de architect. Jonas is voor ons een soort ijkpunt geworden als het gaat om de nieuwe positie van onze discipline bij dit type project – het gebouwde landschap. Als je een landschapsarchitect aan het eind van een VO vraagt om nog even een dak groen te maken en in het gebouw mee te kijken, dan zitten de liftschachten en dergelijke er al in, waardoor je uiteindelijk niet dit geïntegreerde resultaat krijgt. Jonas laat zien dat duurzaamheid en gebruikskwaliteit heel goed met elkaar verweven kunnen worden – als je er budget voor vrijmaakt.”

Felixx heeft zelf ecologen in huis. Heb je ook samengewerkt met een externe ecoloog of met de Amsterdamse stadsecologen?
Michiel van Driessche: “Binnen het bureau hebben we een ontwerpteam en een strategisch onderzoeksteam. Daar zitten mensen in met een diverse achtergrond, onder andere ecologen en hydrologen, die samen onze groen-blauwe strategie uitzetten. Daarnaast heeft Bureau Stadsnatuur uit Rotterdam als ‘erkend ecoloog’ een rapportage gemaakt, ook vanwege de BREEAM-eisen. Zij hebben beoordeeld welke doelsoorten er in het project konden komen, en met welke maatregelen je dit faciliteert. Ze hebben een analyse van het gebied gemaakt en we hebben samen alle mogelijke maatregelen bekeken, van de mosselriffen tot de wanden voor de oeverzwaluwen.”

Spot het kraaiennest. De openingen van de ‘officiële’ nestplaatsen in de gevel zijn niet goed zichtbaar maar ze zitten er wel.

Naast ‘standaard’ doelsoorten zoals de huismus en diverse soorten vleermuizen zijn ook de ijsvogel, de oeverzwaluw en mosselen van harte welkom. Maar de natuur laat zich niet dwingen. In één van de berken in de patio heeft zich inmiddels een kraai gevestigd. Een grappig toeval, want een kraaiennest hoort immers bij de zeevaart, net als het verhaal van Jonas en de walvis.

Kun je iets vertellen over de opvang van water?
Michiel van Driessche: “Regenwater wordt maximaal opgevangen en hergebruikt. Een deel wordt gebruikt voor toiletspoeling in de commerciële ruimtes op de begane grond. Een ander deel voor irrigatie van de beplanting. Er zit een grijswaterbassin onder de trap. En ook op het dak wordt water gebufferd: onder het grondpakket van de daktuin zit een waterpakket dat capillair wordt gebruikt voor bewatering van de planten.”

Moest je rekening houden met richtlijnen van de gemeente voor wateropvang?
Michiel van Driessche: “De randvoorwaarden voor waterhuishouding die de gemeente Amsterdam hanteert zijn best streng, ze zijn te vinden in het Amsterdam Rainproof handboek. Die voorwaarden hebben we in het plan meegenomen.”

Beplanting
Michiel van Driessche: “De berken in de patio staan in de volle grond. Daarvoor zijn uitsparingen gemaakt in de parkeergarage, maar het groene vak in de patio is groter dan deze uitsparing. We hebben ook sequoia’s overwogen, maar die zouden door de schaduw aan de onderkant hun naalden verliezen. Deze berken zullen uiteindelijk zo’n 15 meter hoog worden. We hadden ook grotere bomen kunnen kiezen, maar ze staan toch op een wat kwetsbare positie in de patio. Deze berken zijn net groot genoeg om wél volume te hebben, maar ze kunnen zich ook snel herpakken na de verplanting. Het was dus de gulden middenweg die ervoor zorgt dat er nu al grote bomen staan. Berken hebben bovendien een mooie bast en ze kunnen goed tegen schaduw. Er is relatief weinig zon in de patio dus er staan alleen schaduwplanten. En er is extra irrigatie omdat de meeste schaduwplanten van een vochtige conditie houden.”

Beach roof, inclusief beach bar. Het stromende water is ook te zien vanuit de canyon. De beplanting is robuust en kan goed tegen de wind.

“Op het dak staat er vrij veel wind dus in de daktuin vind je beplanting die robuust is en goed tegen de wind kan. Het grondpakket is hoger op de plekken waar de bomen staan, zodat ze voldoende grond hebben. Daardoor krijg je dat golvende landschap. De grond is gemixt met zand om duincondities na te bootsen. Vervolgens is daar een matrixbeplanting op gezet. Dat houdt in dat je een grid tekent over de hele oppervlakte, en dat er op elk kruispunt van twee lijnen beplanting staat. Dat doe je in bepaalde percentages, dus bijvoorbeeld 20% van de ene vaste plant, 50% van de andere vaste plant, en dan strooi je er bij wijze van spreken nog 10% van een mooi paars bloemetje doorheen. Daardoor krijg je een heel natuurlijk beeld, niet geënsceneerd. De sterkere planten gaan vervolgens ook een beetje tegen elkaar aan duwen waardoor het nog natuurlijker overkomt.”

Aanleg van de buitenruimte: op de voorgrond het speeleiland, op de achtergrond de rots

Jullie hebben ook de openbare ruimte rond het gebouw ontworpen: de rots, het speeleiland en de steigers
Michiel van Driessche: “We hebben een subtiele overgang gemaakt van de openbare ruimte naar het publiek toegankelijke deel. Het ontwerp van de waterkant hebben we goed afgestemd met het waterschap. Dat moest aan allerlei eisen voldoen, maar we waren wél vrij om de oever en het eilandje in te richten naar ons eigen inzicht, omdat we niet hoefden te voldoen aan de beheervoorwaarden van de gemeente. Op het eiland ligt een houten boomstronk die half boven het water uitsteekt. Die is speciaal gemaakt voor de ijsvogel. En de mosselriffen zitten onder de steigers.”

De steigers waaronder zich de mosselriffen bevinden

Hoe is de aanleg en het beheer van het groen geregeld?
Michiel van Driessche: “Rots Maatwerk en Van der Tol zijn de aannemers die betrokken waren bij het maken en beplanten van de groene elementen. Van der Tol beheert ook het groen in de collectieve ruimtes. Want groene plekken maken op patio’s en op daken is specialistisch werk, zowel de aanleg als het onderhoud.”

Als je terugkijkt op dit project, waar ben je dan trots op?
Michiel van Driessche: “Wij zijn als bureau op zoek naar antwoorden op de vraag hoe je klimaatadaptatie en natuurinclusiviteit zodanig inzet dat het niet alleen een goed geëngineerde, maar vooral ook een prettige omgeving oplevert. Ik denk dat Jonas dat op een vrij overtuigende manier neerzet. Wat het project ook laat zien is dat de traditionele grens tussen stedenbouw, architectuur en landschap bij dit soort projecten totaal irrelevant is. Er wordt nu een eerste generatie gebouwen opgeleverd waarbij goed is gekeken hoe je groen-blauwe maatregelen integreert. We zien nu in gerealiseerde projecten hoe je om kunt gaan met die fundamentele opgave, waar we ons als branche de komende decennia op moeten gaan richten.”

Tekst: Anton Coops
Beeld: Sebastian van Damme/Amvest, Orange Architects, Anton Coops