De landelijke maatlat
Op 23 maart hebben de ministers voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur en Waterstaat, en Natuur en Stikstof de ‘Landelijke maatlat voor een groene, klimaatadaptieve gebouwde omgeving’ naar de Tweede Kamer gestuurd. Het kabinet heeft hiermee landelijk vastgelegd aan welke richtlijnen klimaatadaptieve, toekomstbestendige nieuwbouw moet voldoen.
Met de landelijke maatlat werkt het Rijk aan versnelling en een minder vrijblijvende aanpak van klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving. Het doel: Nederland beter bestand maken tegen extremer weer en in 2050 geheel klimaatbestendig zijn. (Doelstelling uit het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie, de Nationale Klimaatadaptatiestrategie en de Nationale Omgevingsvisie.)
De maatlat definieert wat er wordt verstaan onder klimaatadaptief bouwen en wat hiervoor nodig is van overheden, vastgoedeigenaren en de bouwsector. Klimaatadaptiviteit moet een vanzelfsprekend, goed geborgd aspect worden van de inrichting van de gebouwde omgeving. De maatlat biedt de daarvoor benodigde helderheid.
Geen voorschriften maar richtlijnen
De landelijke maatlat definieert voor nieuwbouw wat we verstaan onder klimaatadaptief bouwen en inrichten, en bestaat uit kwalitatieve doelen, normen en richtlijnen voor zes thema’s: biodiversiteit en natuurinclusiviteit, droogte, bodemdaling, hitte, gevolgbeperking overstromingen en wateroverlast. De maatlat schrijft geen maatregelen voor. Het is een inhoudelijk kader dat nog geen bindende of juridische status heeft.
Totstandkoming
De maatlat is ontwikkeld en eind vorig jaar opgeleverd door Tauw en Arcadis, in opdracht van BZK, lenW en LNV in afstemming met VNG, IPO en UvW. Middels een brede klankbordgroep en interviews met o.a. de bouwsector, natuurorganisaties en kennisinstellingen werd een breed scala aan partijen betrokken bij de ontwikkeling.
De maatlat is gebaseerd op regionale voorbeelden uit Zuid-Holland, Metropoolregio Amsterdam en Utrecht. Opgedane ervaringen in deze regio’s laten zien dat de maatlat realistische kaders biedt die voor zowel gemeenten als de bouwsector haalbaar zijn. Omdat de convenanten en afspraken op basis van vrijwilligheid zijn gemaakt is doorwerking van klimaatadaptatie in bouwontwikkelingen echter nog niet vanzelfsprekend.
Vooruitlopend op juridische borging vraagt het Rijk aan de bouwpartijen om de maatlat al zoveel mogelijk toe te passen.
Het Rijk start in nauwe samenwerking met medeoverheden en de bouwsector een financiële verkenning naar toepassing van de maatlat waar praktijkervaringen bij worden betrokken. Daarnaast volgt een verkenning naar mogelijkheden voor juridische borging van de maatlat. Vooruitlopend op juridische borging vraagt het Rijk aan de bouwpartijen om de maatlat al zoveel mogelijk toe te passen.
Relatie met ruimtelijk afwegingskader klimaatadaptieve gebouwde omgeving
De ministeries van IenW en BZK ontwikkelen momenteel ook een Ruimtelijk afwegingskader klimaatadaptieve gebouwde omgeving. Dit is een aanvulling op de maatlat. Waar de landelijke maatlat aangeeft hoe er klimaatbestendig ingericht en gebouwd kan worden, geeft het ruimtelijk afwegingskader antwoord op de vraag waar het beste gebouwd kan worden, gegeven de plaatsgebonden risico’s van het water- en bodemsysteem.
Groen, tenzij
Groen wordt in de maatlat gezien als middel (beperken wateroverlast, droogte, hitte en bevorderen biodiversiteit) én als doel (hoeveelheid groen) om te komen tot klimaatbestendige gebiedsontwikkelingen. In de maatlat is opgenomen dat groene oplossingen gebaseerd op natuurlijke processen en structuren de voorkeur hebben boven technische oplossingen. Het principe is: groen, tenzij.
Groennorm
Voor de invulling van de kwantiteit en kwaliteit van groen wordt door de ministers voor VRO en NenS ook gewerkt aan de verkenning van een groennorm, via de onderzoeken naar een landelijke groennorm van WUR en PBL. Deze onderzoeken zijn tegelijkertijd met de maatlat naar de Tweede Kamer gestuurd, maar geven nog geen helder uitsluitsel over een groennorm.
KAN Platform gaat praktijkervaringen ophalen
“Praktijkervaringen zijn zeer waardevol voor de landelijke maatlat”, schrijven de ministers. In 2023 wordt geïnventariseerd of partijen goed met de maatlat uit de voeten kunnen en aan welke vorm van verdere ondersteuning bij medeoverheden, bouwsector en woningbouwcorporaties eventueel behoefte is.
Een goed voorbeeld van een rapportage over de werkbaarheid van klimaatadaptieve richtlijnen is dit onderzoek van Merosch uit 2021, in opdracht van AM. Het betreft een evaluatie van het Convenant Klimaatadaptief Bouwen van de provincie Zuid-Holland. Hoe toepasbaar zijn de minimum-eisen uit het convenant in de praktijk? Om die vraag te beantwoorden heeft Merosch in 2021 drie projecten van AM nader onderzocht: Wickevoort (Cruquius, Haarlemmermeer), De Omloop (Utrecht) en Imagine (Rotterdam).
Het KAN Platform heeft haar medewerking aan de ministeries toegezegd. De komende tijd gaan we samen met KAN deelnemers praktijkervaringen met de maatlat ophalen, zodat we tot een breed gedragen stelsel kunnen komen dat praktisch, robuust, betaalbaar en uitvoerbaar is.
Downloads
Kamerbrief
Landelijke maatlat factsheets en overzichtstabel
Landelijke maatlat bouwstenenrapportage TAUW/Arcadis