Zet Basiskwaliteit Natuur in om verlies van ambitie te voorkomen
Het KAN platform wil graag meer aandacht voor Basiskwaliteit Natuur (BKN). Claudia Bouwens (programmaleider KAN platform) ziet dat koplopers onder de ontwikkelaars binnen het KAN platform inmiddels met BKN werken. “Het is een logische manier van denken en handelen die voldoende praktische handvatten biedt,” aldus Claudia. “Basiskwaliteit Natuur kun je in een project bijvoorbeeld gebruiken om een ondergrens te definiëren voor de gewenste natuurkwaliteit.”
In dit artikel leggen we eerst uit wat BKN in grote lijnen inhoudt. Vervolgens geeft Rens de Boer (Adviseur Natuur & Landschap bij BPD, lid van de KAN stuurgroep) vanuit zijn ecologische achtergrond aan, hoe je in een gebiedsontwikkeling rekening kunt houden met Basiskwaliteit Natuur.
Natuurkwaliteit verbeteren
Het doel van BKN is om op een gestructureerde manier natuurkwaliteit te verbeteren en biodiversiteit te bevorderen in gebieden die niet primair een natuurfunctie hebben. Het concept werd gelanceerd door Vogelbescherming Nederland en vervolgens doorontwikkeld en aangezwengeld door Naturalis Biodiversity Center, WUR, SoortenNL & Sovon. Het Deltaplan Biodiversiteitsherstel is een belangrijke pleitbezorger en ook het ministerie van LNV stimuleert de programmatische aanpak van BKN, onder andere door de publicatie van het Kennisdocument Basiskwaliteit Natuur. De aanpak is inmiddels omarmd door grotere gebiedsontwikkelaars zoals BPD en Heijmans. Reden genoeg om nader kennis te maken met Basiskwaliteit Natuur.

Groot verschil met bestaand natuurbeleid
Het natuurbeleid in Nederland heeft zich lange tijd voornamelijk gericht op het beschermen, inrichten en beheren van natuurgebieden. Denk aan Natura 2000 en het Natuurnetwerk Nederland (de ecologische hoofdstructuur). Maar door versnippering, vermesting en verdroging van de omliggende gebieden is het erg lastig geworden om de ecologische kwaliteit van de natuurgebieden op peil te houden. Daarnaast beginnen nu zelfs veel algemene soorten zoals konijnen, mussen en allerlei insectensoorten uit het landschap te verdwijnen. In het agrarisch gebied zijn de populaties van karakteristieke diersoorten (zoogdieren, vlinders en vogels) sinds 1990 zelfs gehalveerd.
Basiskwaliteit Natuur kan gezien worden als aanvulling op het bestaande natuurbeleid, waarbij we beginnen bij het stimuleren van ‘gewone natuur’. Niet alleen de bedreigde soorten en de natuurgebieden staan centraal, maar ook de huis-tuin-en-keukensoorten. Dat doe je door te focussen op de set van condities die algemeen voorkomende planten- en diersoorten in Nederland nodig hebben om algemeen te blijven. Zonder deze basale condities zullen ook de merel en de koolmees achteruit blijven gaan.
Het BKN-principe pas je dus toe in landelijke en stedelijke gebieden, niet in natuurgebieden. Maar het effect is breder, want als je in een stad of dorp de kwaliteit van de leefomgeving op orde hebt, profiteert alle natuur daarvan mee. In die zin kun je BKN dus zien als een aanvulling op bestaande beleidsdoelen voor natuur. En hoewel de concrete verbeterpunten per lokale situatie op details kunnen verschillen, zijn er ook algemene richtlijnen te formuleren die vrijwel gelijk zijn voor alle landschapstypen, en waar je dus ook rekening mee kunt houden in een gebiedsontwikkeling.
Het BKN-principe pas je toe in landelijke en stedelijke gebieden, niet in natuurgebieden. Maar het effect is breder, want als je in een stad of dorp de kwaliteit van de leefomgeving op orde hebt, profiteert alle natuur daarvan mee.

Rens de Boer over BKN in de praktijk
Stel, ik ben een middelgrote ontwikkelaar met stevige ambities op het gebied van duurzaamheid. Hoe helpt Basiskwaliteit Natuur mij dan?
Rens de Boer: “Veel ontwikkelaars zitten met de vraag: als ik ga ontwikkelen in stedelijk gebied, wanneer doe ik het dan goed wat betreft de kwaliteit van natuur? Dat was ook de vraag die leefde binnen BPD. Het lastige is dat er allerlei kwantitatieve tools in opkomst zijn waarmee je kunt bepalen of meten hoeveel groen je moet opnemen in een plan, denk bijvoorbeeld aan de 3+30+300 vuistregel. Maar er is nog geen aanpak die echt inzoomt op de kwaliteit van groen in een stedelijk gebied. Ik denk zelf dat BKN inhoudelijk het beste kader is om juist aan de kwaliteit van stedelijk groen te werken.”
“Tegelijkertijd is het lastig voor iemand die op dit punt géén expert is – bijvoorbeeld een projectontwikkelaar – om zelf met deze kwalitatieve aanpak aan de slag te gaan, puur omdat je daarvoor de ecologische kennis mist. Vergelijk het met architectuur: dat is het terrein van de architect. Ik vind het dan ook een uitdaging om BKN intern te operationaliseren. Hoeveel moet een ontwikkelaar weten van natuurkwaliteit? Misschien is het wel het belangrijkste dat iedereen de kernboodschap van Basiskwaliteit Natuur begrijpt: we zetten ons in om de achteruitgang van biodiversiteit te stoppen, door ook in het stedelijk gebied te zorgen dat de gewone plant- en diersoorten algemeen kunnen blijven.”
We zetten ons in om de achteruitgang van biodiversiteit te stoppen, door ook in het stedelijk gebied te zorgen dat de gewone plant- en diersoorten algemeen kunnen blijven

Hoe maak jij BKN dan operationeel binnen BPD?
Rens: “Wij doen dat door middel van een procesafspraak. Er kijkt bij ons vrijwel altijd een ecoloog mee met de inrichting van een woongebied, zeker bij de grotere ontwikkelingen. Daarnaast proberen we BKN nu ook in ons Programma van Duurzaamheidseisen te vatten. Dat wil zeggen: we proberen BKN toch op een zo kwantitatief mogelijke manier te vertalen en samen te vatten. Denk bijvoorbeeld aan een algemene vraag als: hoeveel procent van het openbaar groen moet uit struiken bestaan? Uit onderzoek van Naturalis is namelijk gebleken dat er in stedelijk gebied een tekort aan struiken is.”
Jij bent ecoloog en je werkt fulltime voor BPD, met andere woorden: er is capaciteit om aan zo’n vertaalslag te werken. De meeste ontwikkelaars hebben die capaciteit niet. Jij vervult dus een voortrekkersrol.
Rens: “Dat klopt, maar vergeet niet dat er heel wat kleinere ontwikkelaars zijn die vanuit hun intrinsieke motivatie de juiste kennis aan boord hebben gehaald, en zo ecologisch waardevolle gebieden hebben gerealiseerd.”
BKN is relatief nieuw. Zijn er al ecologische adviesbureaus die redeneren langs de lijn van BKN?
Rens: “De aanpak verschilt nogal per adviseur, maar je ziet bij een groot specialistisch bureau als Waardenburg Ecology dat er nu een afdeling voor natuurinclusief ontwerp is, en ik denk bijvoorbeeld ook aan NEST Natuurinclusief, dat zich helemaal richt op natuur in stedelijke ontwikkelingen. Maar het is beslist niet zo dat je nu al een willekeurige adviseur kunt bellen om je hiermee te helpen. Het gaat om een specialisatie binnen een specialisatie, dus als je wilt sparren over BKN in een project is het best lastig om direct de juiste adviseur aan tafel te krijgen.”
Hoe valt de BKN-filosofie bij de verschillende overheden?
Rens: “Het is een thema dat sterk resoneert binnen de overheid. BKN wordt gezien als een belangrijke strategie en veel gemeenten willen er wat mee. Er zijn al gemeenten die een soort BKN-nulmeting hebben gedaan, maar er zijn er tot dusverre maar weinig die zich gewaagd hebben aan zo’n inventarisatie in stedelijk gebied. Dat is nu in ontwikkeling: Naturalis is bezig met de verdere uitwerking van BKN in opdracht van de Rijksoverheid, ook voor toepassing in steden en dorpen.”
KAN Café over BKN
Op 3 april zijn Ingrid Sloots (directeur NEST Natuurinclusief) en Rens de Boer te gast in het KAN Café. Onderwerp van gesprek: het eind 2024 verschenen rapport Basiskwaliteit Natuur in de Stad. Dit rapport is geschreven door Naturalis, met ondersteuning van NEST Natuurinclusief, in opdracht van BPD.
Meld je hier aan voor dit KAN Café
Het KAN-platform wil de BKN-filosofie verder verspreiden. Wat levert het een ontwikkelaar concreet op als BKN nu al wordt meegenomen in de planvorming?
Rens: “BKN zou geen game changer hoeven zijn, omdat je in de basis hetzelfde moet blijven doen, namelijk ecologische kennis erbij betrekken op het juiste moment op de juiste plek. En vervolgens aan de expert de juiste vragen stellen. Maar dat gezegd hebbend: BKN kan nu al concreet helpen bij een aantal dingen. Ik denk ten eerste aan het voorkomen van ‘verlies van ambitie’. BKN zorgt immers voor een gemeenschappelijke taal die gaat over de kwaliteit van groen, en het geeft een ondergrens aan. Dus als je het erover eens bent met een gemeente dat BKN inderdaad de ondergrens is, dan kan dat zeker helpen om er vanuit dat perspectief samen aan te werken. Dus als je het hebt over de wet van verlies van ambitie, dan kun je er in ieder geval voor zorgen dat je niet onder het BKN-niveau komt.”
“BKN helpt ook bij het stellen van de juiste vragen aan een ecoloog. Daarnaast helpt de eenvoudige logica van BKN ook om intern én extern op een heldere manier uit te leggen waarom je bepaalde dingen doet. Het is een praktische denkrichting, die veel houvast geeft als je je verder zou willen verdiepen in het onderwerp biodiversiteit.”
BKN zorgt voor een gemeenschappelijke taal die gaat over de kwaliteit van groen, en het geeft een ondergrens aan.

BKN uitgangspunten bij gebiedsontwikkeling
De condities voor Basiskwaliteit Natuur bestrijken drie aspecten:
1. Milieu en andere abiotische aspecten van het landschap
Onder andere het hydrologisch systeem, de nutriëntenbalans en de geomorfologie. De milieuomstandigheden zijn vaak onvoldoende door druk van externe factoren. In natuurbeheer en -herstel wordt hierbij vaak gesproken over de Ver’s (vermesting, verdroging, versnippering, vervuiling, etc.).
2. De inrichting van het landschap
Onder andere de landschapselementen en hun ruimtelijke samenhang. In natuurbeheer en -herstel wordt ook vaak gesproken over de behoeften van soorten: de zes V’s (voedsel, vocht, veiligheid, verbinding, voortplanting en variatie).
3. Het beheer en de gebruiksaspecten van het landschap
Onder ander de intensiviteit van de landbouw, de bevolkingsdruk en zijn ruimtebeslag.
Verder lezen
– De 6 aangrijpingspunten voor ecologisch herstel (zie de bovenstaande figuur) worden uitgewerkt in het rapport Basiskwaliteit Natuur in de stad – Onderbouwing van belangrijke condities en handvaten voor gebiedsontwikkelingen die bijdragen aan Basiskwaliteit Natuur (oktober 2024)
– Kennisdocument Basiskwaliteit Natuur (i.o.v. ministerie van LNV, 2024)
– Poster Basiskwaliteit Natuur in gebiedsontwikkelingen – Welke invloed heb je daarop als gebiedsontwikkelaar
– Rapport Basiskwaliteit Natuur (Naturalis, 2021)
– Interview met Rens de Boer op de BPD-website: Natuur en biodiversiteit versterken met gebiedsontwikkeling (2024)
Tekst: Anton Coops