Vraag over herplantverplichting vs. zaailingen beantwoord
Een ecoloog bij een gemeente heeft een vraag ingediend voor onze KAN experts. Wat is het nut van het herplanten van bomen, op een plek waar zaailingen het al prima doen? KAN expert Gerrit-Jan van Prooijen (Prohold BV Boomtechnisch advies) geeft antwoord, en hij is bepaald niet mals in zijn oordeel.
Een ecoloog vraagt: “Momenteel werk ik aan een project waarbij men bomen moet herplanten vanwege kap op een andere plaats. Als locatie voor de herplant is gekozen voor een natuurgebied waar al goede natuur aanwezig is, en al goed aan natuurvolgend beheer wordt gedaan (extensief). Wat je ziet als je hier rondloopt is dat er op veel plekken al spontane nieuwe bosgroei is. Nu wil men een stukje grond inrichten om bomen te herplanten (terwijl er al scheuten uit de grond komen vanwege het extensieve beheer). Dat betekent: de grond omwoelen, overige planten en boomscheuten weghalen, om dan de nieuwe bomen te planten. Naar mijn idee is dit ecologisch onproductief, want als je hier niets doet ontstaat er vanzelf al bos. Klopt dat? En wat is de CO2 uitstoot van een gekweekte boom, inclusief transport en op de nieuwe plek zetten?”

Antwoord van Gerrit-Jan van Prooijen (Prohold BV Boomtechnisch advies): Dat klopt. Als je op een plek met spontane bosontwikkeling zaailingen gaat rooien om aan een herplantverplichting te kunnen voldoen, dan ben je echt verkeerd bezig. Een paar redenen waarom dit een slecht idee is:
• Bij aanplant gebruiken veel gemeenten tegenwoordig kluitbomen met plantmaat 18-20. Amerikaans onderzoek heeft aangetoond dat het bij dergelijke plantmaten wel 25 tot 30 jaar kan duren voordat je de CO2 productie van de kweek met groei van de geplante boom opnieuw hebt vastgelegd. De redenen hiervoor in het kort: meerdere keren verplanten om tot deze maat met een compacte kluit te komen, transport, machinaal planten (kluiten zijn te zwaar voor handmatig planten), plantplaats voorzieningen (boompalen, boomband) en nazorg. Jammer genoeg is er geen Nederlands onderzoek hierover, maar het gaat beslist niet over enkele jaren. Als je alles op een rijtje zet, dan schat ik in dat je ook in deze situatie op 20 jaar uit zou kunnen komen.
• Zaailingen zijn gekiemd en groeien goed, omdat de groeiplaatsomstandigheden geschikt zijn voor deze zaailingen. In de praktijk zien we dat zaailingen veel sneller groeien dan aangeplante bomen. Het duurt meerdere jaren voordat nieuwe aanplant goed op gang komt en dan zie je vaak dat deze door zaailingen voorbij gestreefd wordt.
• Met het bewerken van de bodem wordt het bodemleven zwaar verstoord. Je zet een ontwikkeling in de bodem weer helemaal terug naar een volledig verstoorde uitgangssituatie. Op plekken waar de bodem al heel lang ongestoord is (tientallen tot honderden jaren) is bewerking ‘doodzonde’. Als terreinen korter braak liggen dan is de setback minder dramatisch.
• Zaailingen kennen doorgaans een grotere genetische variatie dan bomen die je bij de kwekerij koopt. Als het al geen klonen zijn, dan heb je meestal met geselecteerde herkomsten te maken die met name voor de laanboomteelt een aantrekkelijke groeiwijze hebben. Juist genetische diversiteit is tegenwoordig steeds belangrijker. Die bereik je niet alleen door veel verschillende soorten toe te passen, maar ook door te zorgen voor genetische diversiteit binnen een soort, dus zaaigoed met een brede herkomst.
Conclusie
De beste manier om bomen te planten is zoals moeder natuur het doet; via zaad. Het heeft alleen zin om op zo’n terrein iets aan te planten als er te weinig variatie is in zaadbronnen in de omgeving. Je kunt dan verspreid enkele soorten aanplanten die er van nature niet zo snel zouden komen maar wel op zo’n plek thuishoren, of zouden kunnen horen.
Heb jij ook een vraag voor de KAN experts? Laat het ons weten! Je krijgt altijd antwoord. De belangrijkste vragen en antwoorden plaatsen we op deze pagina.