Blauwgroene daksystemen op rij gezet voor bouwers
Het rapport Multifunctionele daken zet blauwgroene daksystemen op een rij inclusief kengetallen. Niet alles is bekend: aan de isolerende werking is lastig een getal te hangen. Daarvoor is meer onderzoek nodig. Standaarddetails zijn ook erg welkom.
Het rapport – voluit Multifunctionele Vegetatiedaken: Inventarisatie van kengetallen en relevante normen voor de installatie engineering en -techniek – vloeit voort uit het project Focus op Daken, opgestart door de Blauw Groen Bewust Bouwen Community van TVVL (kennisplatform en vereniging van professionals in de installatietechniek). De inventarisatie van de kengetallen is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research (WUR).
- Het rapport Multifunctionele vegetatiedaken zet – voor het eerst – beschikbare blauwgroene daksystemen op een rij, inclusief kengetallen.
- Uit een inventarisatie van normen blijkt dat de Norm begroeide daken van de VBB-FLL (ISSO) alle relevante aspecten beschrijft.
- Er is meer onderzoek nodig naar de isolerende werking van een blauwgroen dak in zowel de zomer als de winter. Daar is momenteel geen getal aan te hangen waarmee bouwers kunnen rekenen.
- Een aanbeveling: ontwikkel standaarddetails voor blauwgroene daken (do’s and don’ts).
Auteur Joris Voeten (onderzoeker Nature-based Solutions): “De vraag was: wat weten we al van die verschillende typen blauwgroene en groene daken, daktuinen en dakparken? Denk aan gewicht, waterbergend vermogen en de waarde van zo’n systeem voor biodiversiteit. Oftewel: creëer helderheid en inzicht voor techneuten en kom met getallen waarmee ze kunnen rekenen.”
Een brug dus van blauwgroene kennis naar de wereld van de ontwerpers, constructeurs en bouwers. Opgeteld is er volgens Voeten voldoende kennis om blauwgroene energetische infrastructuur mee te nemen op en aan een gebouw. Daarnaast: bouwers vragen altijd – “terecht, daar zijn ze voor” – om normen. Daarom inventariseerde hij ook wat er op dit vlak beschikbaar is om mee te werken. “Recent is vanuit een groot samenwerkingsverband – het Nationaal Dakenplan – de Norm begroeide daken van de VBB-FLL (ISSO) geschreven, waarin alle relevante zaken zijn samengevat.”
Voeten hoopt met de publicatie het omslagpunt te bereiken waarmee de natuurinclusieve en watersensitieve stad van de toekomst een echte stap verder komt. “En dat grote bouwondernemingen en investeringspartijen het niet als optie bekijken maar zien dat het gemeengoed wordt. En ze deze systemen – ondanks dat het niet wettelijk verplicht is – gaan toepassen vanuit een ‘goed rentmeesterschap’ naar de toekomstige generaties gebouwgebruikers.”
Isolatiewaarde lastig te bepalen
Niet alle getallen zijn bekend: er is een gebrek aan kennis over de isolerende werking van dit type daken. Belangrijk inzicht: een blauwgroen dak heeft – vanwege waterlaag, luchtlaag én een dichter begroeide vegetatie – een significant hogere isolatiewaarde (3 tot 4 keer) dan een standaard groen dak. “We hebben óók gezien dat het een verschil maakt in de zomer en de winter. Maar hoeveel precies? Dat is een uitzoekklus waar nader onderzoek voor nodig is.”
Eenvoudig wordt dat niet. “Omdat de warmtetransitie een complex proces is, dat je met een blauwgroen dak complexer maakt. Je kan ervoor kiezen of de beplanting dun- of dichtbegroeid is en of het substraat nat of droog is. De waterhoogte in de waterretentielaag is van invloed en ook nog eens seizoensafhankelijk instelbaar, bijvoorbeeld door er in de winter voor te kiezen om de waterretentielaag leeg te laten staan en zo een dikkere luchtlaag te maken.”
We moeten op zoek naar een optimale inregeling van de waterbufferende werking van blauwgroene systemen tussen zomer en winter. Tenminste: als je wil sturen op de maximale isolerende werking.
Oftewel: er zijn veel knoppen. “Dat is het charmante aan blauwgroene daken: waterbeheer kan je regelen. We moeten dus op zoek naar een optimale inregeling van die waterbufferende werking van blauwgroene systemen tussen zomer en winter. Tenminste: als je wil sturen op die maximale isolerende werking.”
Om dergelijke getallen ook daadwerkelijk opgenomen te krijgen in rekenmethodes is meer nodig dan een theoretische berekening, vervolgt hij. “Dan moet je het ook op een tiental daken bewezen hebben. Wat er dus moet gebeuren, plat gezegd: iemand moet met de vuist op tafel slaan, een consortium van een aantal bouwondernemers, energieprestatieadviseurs, groene mensen en producenten van de verschillende oplossingen samenstellen en een onderzoek starten. Als je daarmee zou beginnen in maart, hebben we eind 2025 de eerste uitkomsten en eind 2026 het rapport.”
Standaarddetails
Nog een aanbeveling: zorg voor standaarddetails. Dakopstanden, regenwaterdoorvoeren, deuren en ramen die op een dergelijk dak uitkomen – op het moment dat het ontwerp niet goed is, zorgt dit mogelijk voor problemen met water. “We zien constructeurs en architecten hiermee worstelen. Daarom: maak een inspirerende set van tien tot twaalf tekeningen waarmee je de do’s and don’ts van ontwerpen van blauwgroene energiedaken laat zien. Er wordt in Europa per maand tussen de 20.000 en 30.000 m2 blauwgroen dak aangelegd – de projecten zijn er dus wel. Waar ging het goed en waar ging het fout? Met die informatie had ik de afgelopen tien jaar in mijn vakgebied een aantal architecten kunnen helpen.”
Samenwerking over sectorgrenzen
Wat TVVL betreft zijn deze experimenten en trajecten van meerwaarde vanwege de samenwerking over de sectorgrenzen, laat directeur John Lens weten. Het rapport is de start van een langer traject. “Waarin we op verschillende manieren kennis rondom dit thema willen ontwikkelen en delen. Dat is superbelangrijk. We zien ook dat dit onderwerp aantrekkingskracht heeft op andere partijen.”
‘Modellen niet op ingericht’
Wat betreft opname in rekenmethoden tempert Harm Valk (Nieman RI en voorzitter van de projectgroep NTA8800) de verwachtingen. Voor een aanpassing in de NTA8800 is het hoe dan ook te laat. Er wordt momenteel gewerkt aan de opvolger van de NTA8800 die in 2030 van kracht moet worden als onderlegger voor de ZEB-eisen (de opvolger van BENG). Dat betekent wel dat die methode al een paar jaar eerder klaar moet zijn. “Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Principes kunnen dan ter discussie worden gesteld, maar dat gebeurt wel al in de periode 2025-2027.”
Inhoudelijk lijkt het Valk bovendien een lastig verhaal. “Het aantal parameters is groot en modellen zijn er niet op ingericht. Die kijken naar temperatuur óf vocht óf luchtstroming. Alles tegelijkertijd, en dan met name verdamping en invloed daarvan op de isolatiewaarde: dat krijg je bijna niet in een model voor de energieprestatie of de isolatiewaarde gestopt. Ik ben niet helemaal thuis in wat er op dit moment aan wetenschappelijke modellen op dat gebied bestaat, maar er zou in zo’n consortium iemand mee moeten kijken die écht snapt hoe dat werkt.”
De oproep voor extra onderzoek, niettemin: “Zinvol, vooral gaan doen. Dit helpt voor het krijgen van inzichten en ook voor situaties waarbij je zegt: ‘het wordt weliswaar niet gewaardeerd in het energielabel, maar ik geloof erin en denk dat ik er praktisch voordeel van heb’. Dat zijn de eerste stappen.”
Download het rapport Multifunctionele Vegetatiedaken: Inventarisatie van kengetallen en relevante normen voor de installatie engineering en -techniek
Tekst: Paul Diersen