Vogels en vleermuizen huisvesten: wat KAN er in tijden van jojobeleid?
Verslag van de sessie ‘Vogels en vleermuizen huisvesten’ met Sicco Jansen (directeur productontwikkeling en innovatie bij Unitura) tijdens het KAN Congres in Zwolle, door Anton Coops.
Het was de drukst bezochte sessie van het KAN Congres. In het programmaboekje stond: “Het BBL wordt aangepast om gewenste gebouwbewonende diersoorten onderdak te geven”. Maar die fraaie formulering bleek voorbarig, want een uur voordat Sicco Jansen van Unitura zijn presentatie zou gaan geven, kwam er nieuws uit Den Haag. Ondanks brede steun vanuit de sector komt er géén landelijke regeling voor nestvoorzieningen in nieuwbouw. Het KAN platform vindt dit niet logisch, en heeft minister Keijzer (VRO) verzocht om haar besluit te heroverwegen.
Gespreksleider Harwil de Jonge (directeur Vastgoed Heijmans) laat zich niet van zijn stuk brengen door het nieuws uit Den Haag, dat voor veel aanwezigen toch als een verrassing komt. Hij relativeert de politieke waan van de dag. De sector kan uiteindelijk heel goed zelf bepalen hoe je natuurinclusief bouwt, met oog voor biodiversiteit en met respect voor de natuur. Gebiedsontwikkelaars moeten beroepshalve rekening houden met de lange termijn. Nieuwbouwwijken gaan langer mee dan Haagse kabinetten zogezegd, en als het gaat over onderwerpen zoals biodiversiteit, klimaatadaptatie, biobased bouwen, circulariteit of prefab, dan loopt het beleid van dit kabinet nog wel eens achter op de dagelijkse realiteit van koplopers in de sector. In Zwolle daalt de sfeer enigszins, en Sicco Jansen van Unitura moet snel zijn presentatie aanpassen.
Verblijfsvoorzieningen in alle soorten en maten
Sicco begint met een korte introductie over Unitura. Naast geïntegreerde nestvoorzieningen in alle soorten en maten levert Unitura ook minder bekende oplossingen zoals vleermuistillen, maar ook ecologische groendaken en groene gevels. “We hebben onze eigen ecologen in dienst, en onze kracht is dat we de brug slaan tussen ecoloog en bouwer,” aldus Sicco. Het bedrijf denkt ook regelmatig mee met prefab bouwers. Een reminder: dat zijn ook partijen die veel te winnen hebben bij een landelijke standaard!
Het juridische deel van zijn verhaal slaat Sicco over. Heel even klinkt er ongenoegen door. “Net werd mij letterlijk gezegd: probeer het over drie jaar nog eens.” Geen boodschap waar de ‘bevlogen’ ondernemer op zit te wachten. Hij concentreert zich in zijn presentatie op praktische tips, do’s en don’ts over het huisvesten van vogels, en vooral vleermuizen.
De mogelijkheden voor geïntegreerde nestgelegenheden loopt Sicco na op basis van gebouwtype. Iedere woning heeft zijn eigen mogelijkheden, en alle varianten komt aan bod, van verduurzaamde blokken rijtjeswoningen tot moderne nieuwbouw, vrijstaande woningen en hoogbouw. (Zie de uitgebreide presentatie.) Sicco deelt graag informatie en hij heeft veel praktische tips voor architecten en projectontwikkelaars. Dit zijn er een paar:
- Plaats voorzieningen altijd zo hoog mogelijk, plaats huismuskasten bijvoorbeeld tussen de tweede en derde bouwlaag, maar plaats kasten nooit hoger dan de achtste bouwlaag.
- Plaats vogelkasten op noord/oost gevels in verband met opwarming door de zon. Vleermuiskasten daarentegen kunnen op elke oriëntatie, want elke plek heeft een bepaalde meerwaarde.
- Plaats vleermuiskasten bij voorkeur op hoeken of langs de dakrand.
Schoonhouden
Een veelvoorkomende vraag is: hoe zit het met het schoonhouden van de nestkasten? In principe laat je op dit punt de natuur haar gang gaan. Om decompositie van organisch materiaal (overleden jongen en dergelijke) een plek te geven plaats je véél kasten. Een aantal kasten kan dan tijdelijk onbruikbaar zijn, zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de huisvesting van een hele populatie.
Een andere vraag uit de zaal betreft aanvullende voorwaarden voor de dieren, zoals voldoende voedsel in de (directe) omgeving. Als hier geen rekening mee wordt gehouden, heeft het plaatsen van kasten dan nog wel zin? Sicco vindt van wel. Het kan best zijn dat bij bepaalde projecten de kasten in de eerste jaren onbewoond blijven, omdat de omgeving niet aantrekkelijk genoeg is voor vogels of vleermuizen. Maar als zo’n buurt op een gegeven moment alsnog vergroend wordt, zullen de kasten toch in gebruik worden genomen. Hij wil maar zeggen: het is beter als de kasten er dan al in zitten.
Download de presentatie
Commentaar: willen we meer of minder regels?
Weinig sectoren van de Nederlandse economie worden zo geplaagd door regeldruk als de bouw. Vraag niet aan projectontwikkelaars en bouwers, of ze méér regels, tegenstrijdige regels of overbodige regels willen. Des te opmerkelijker dat het besluit van de minister van VRO om géén landelijke eisen te stellen aan het opnemen van nestkasten in nieuwbouw, alom wordt bekritiseerd.
Reacties van de ‘influencers’ uit de sector op LinkedIn en X variëren van “gemiste kans” tot “symboolpolitiek”. Er is ook wat verontwaardiging omdat de sector na jaren van voorbereiding en afstemming zou zijn “afgescheept met een half A4-tje” dat uitsluitend verwijst naar het breedgeschouderde acroniem STOER (Schrappen van Tegenstrijdige of Overbodige Eisen en Regelgeving).
Als we de brief van 20 november van de brancheverenigingen in het KAN Platform aan de minister erbij nemen, dan stelt het KAN Platform echter dat aanpassing van het BBL leidt tot minder variatie in de regelgeving. Helemaal in de geest van het programma STOER zou je denken. Het KAN Platform roept de minister dan ook op om haar besluit te heroverwegen.
Willen we stille wijken?
In Nieuwsuur kwam Harwil de Jonge vorige week opnieuw aan het woord, evenals Timo Roeke van Vogelbescherming Nederland – ook aanwezig op het KAN Congres, waar hij bovenop het nieuws zat.
Harwil de Jonge is duidelijk: “Ik ben hier niet blij mee. Dit helpt niet bij het versnellen van de woningopgave.” Timo Roeke geeft aan dat hij het lastig vindt om de logica achter het besluit te volgen: “Je kunt minder regels willen omdat het een bepaalde vertraging oplevert. Je kunt minder regels willen omdat de kosten te hoog zijn, maar die argumenten zijn hier niet van toepassing. Ik snap niet zo goed waarom je dan een punt wil maken.” Timo waarschuwt dat we op deze manier stille woonwijken krijgen, waar het geluid van vogels ontbreekt.
Net als Harwil de Jonge schat Taco van der Hoek (EIB) in dat het besluit weinig of niks doet voor versnelling van de woningbouw. Van der Hoek ziet vooral symbolische ‘waarde’ voor de minister.