Groen in en om de stad - KAN bouwen

Groen in en om de stad

Verslag van de sessie over GIOS, tijdens het KAN Congres in Zwolle.

Groen in en om de Stad, afgekort tot GIOS, is een landelijk programma van de ministeries van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), en Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening (VRO). Zij waren opdrachtgever voor een ‘handreiking’ als procesmatig en inhoudelijk handvat waarmee gemeenten en provincies groen gelijkwaardig kunnen meenemen in de planvorming. Ciska van Alphen (LVVN) en Patrick de Groot (Arcadis) leggen uit wat je er concreet mee kunt.

Steden staan voor steeds meer opgaven. De bevolking beweegt te weinig, kampt met overgewicht en eenzaamheid. De openbare ruimte wordt niet altijd veilig bevonden. We reizen teveel met de auto. De stedelijke biodiversiteit neemt af en door de klimaatverandering neemt de oververhitting toe, net als de schade door extreme regenval.

Meer groen biedt grote kansen op ‘win-win’-verbeteringen voor deze problemen, zegt Ciska van Alphen namens het Ministerie van LVVN. ‘Gezondheid, klimaatadaptatie, natuurherstel én sociaal welbevinden kunnen door groen verbeteren. Niet-vergroenen heeft daarentegen direct nadelige effecten.’

Om groen beter te ‘borgen’ in de ruimtelijke plannen is het integrale en interdepartementale programma Groen in en om de stad (GIOS) ontwikkeld. Daarbij werkt het programma aan de uitwerking van artikel 8 van de Europese Natuurherstelverordening. Hierin is opgenomen dat er tot 2030 geen netto achteruitgang van de oppervlakte stedelijk groen en ‘boomkroonbedekking’ mag zijn. Na 2030 moet Nederland dat weten om te buigen in een positieve trend. Dat betekent dat in de verstedelijkingsplannen groen meer moet integreren in en op gebouwen en infrastructuur, vertelt Van Alphen.

Handreiking
De handreiking helpt in eerste instantie gemeenten en provincies bij het realiseren van groen. De handreiking geeft ook meer duidelijkheid voor ontwikkelaars en ontwerpers over de manier waarop zij groen kunnen meenemen in de planvorming. De handreiking verscheen in mei 2024 en is opgesteld door een groep van gemeenten, provincies en andere betrokken stakeholders. ‘Het is een levend document, dat we nu gaan testen’, aldus Ciska van Alphen, ‘want de perfecte norm bestaat niet.’

Op alle schaalniveaus van de stad moet groen beter geborgd worden, legt mede-opsteller Patrick de Groot van Arcadis uit. ‘Van huis/gebouw tot straat, buurt, wijk, stad en zelfs regio. Daarbij is het schaalniveau van de regio en van de wijk het niveau om te sturen op de kwantiteit van het groen. Zo is de richtlijn voor de regio dat er binnen een straal van 5 kilometer per woning 350 tot 500 m² groen bereikbaar is. Daarnaast is er gekozen om kwantitatief te sturen op het niveau van de wijk omdat de inrichting van een wijk vaak kenmerkend is voor de tijdsperiode waarin de wijk is ontwikkeld. Elke tijdsperiode laat eenduidigheid zien in bijvoorbeeld de opzet en inrichting van straten en buurten. Op basis van deze typische indeling kun je wijken indelen in verschillende typen en daarmee bepalen hoeveel groen er in een wijk gerealiseerd kan worden. De typering in de handreiking is overgenomen van de wijktypen van Kleerekoper (2016), zoals deze ook door de Klimaateffectatlas worden gehanteerd. Daarbij is in de handreiking een minimumpercentage en een streefpercentage aangegeven. In Nederland zijn echter niet alle wijken voorzien van één typologie en veel wijken voldoen niet 100% aan de kenmerken van een wijktype. Daarom is Arcadis in opdracht van VRO bezig met een vervolgstudie waarmee gewerkt wordt aan gebiedstypologieën.

Naast de kwantitatieve sturing op het schaalniveau van de regio en de wijk, dient er op alle niveaus gestuurd te worden op de kwaliteit van het groen. Daarbij is het ook van belang dat er door de schaalniveaus heen gedacht wordt. Dit betekent dat een project uit alle schaalniveaus richtlijnen en eisen meekrijgt.

Ciska van Alphen

Starten met nulmeting
Om dit voor elkaar te krijgen is het van belang dat gemeenten en provincies starten met een goede nulmeting. Te beginnen met een algemene nulmeting waarin er vanuit de beheersystemen en beheersplannen gekeken wordt naar wat er al aan groen is en of er voldaan wordt aan de beoogde functies van het groen zoals deze zijn opgenomen in de beheerplannen. Vervolgens geeft de handreiking aan hoe de nulmeting voor alle schaalniveaus, van straat tot regio, uitgevoerd kan worden. Hierbij kunnen gemeenten kiezen voor een eigen invulling van de genoemde normen en richtlijnen of de genoemde normen en richtlijnen uit de handreiking overnemen.

Op basis van deze nulmeting kunnen er dus vanuit alle schaalniveaus eisen mee worden gegeven aan het project. Het is ook van belang dat gemeenten de handreiking gaan koppelen aan concrete projecten zodat we inzicht krijgen in de toepasbaarheid van de handreiking. Van Alphen en de Groot zijn er dan ook blij mee dat de handreiking al volop wordt toegepast, onder meer in Enschede, Groningen en Dronten.

Positieve reacties
Er ontstaat een levendige discussie, waaruit bleek dat een aantal gemeenten, zoals Noordoostpolder en Hellendoorn en ook de provincies (Utrecht, Overijssel) bijzonder positief zijn over de GIOS-handreiking. De handreiking is geen eis bij planontwikkeling, en dat valt in deze kabinetsperiode ook niet te verwachten. Een bouwonderneming als BAM zou dergelijke groenregels graag opnemen in de duurzaamheidsstrategie en daarom zou het mooi zijn als het toch tot een soort landelijke eis komt. Dat zorgt ook meteen voor een ‘level playingfield’, waardoor bijvoorbeeld projectontwikkelaars niet gaan shoppen naar gemeenten ‘zonder groennormen’. Er wordt ook op gewezen dat er in de budgetten geld voor onderhoud moet worden gereserveerd, want dat groen moet je bijhouden.

Presentatie van Ciska van Alphen en Patrick de Groot