Eva Stache: “Vernuftige techniek kan koelend effect van planten niet nabootsen”
Verslag van het KAN-Café met Eva Stache (TU Delft), door René Didde
Voor de gelegenheid heeft KAN-cafébaas Coen van Rooyen, in het dagelijks leven directeur van Woningbouwers.nl, zich als side-kick verzekerd van tafeldame Claudia Bouwens, programmaleider KAN. Ze ontvangen deze grijze donderdagmiddag architect Eva Stache, die de laatste hand legt aan haar promotie-onderzoek bij de Civiele Techniekfaculteit aan de TU Delft, over het koelend vermogen van groen voor de stedelijke leefomgeving.
Gevraagd naar hun mooiste natuurmoment van de laatste maand, zegt Eva Stache: ‘Het onpeilbare mistige landschap in Waterland.’ Claudia Bouwens noemt de paddenstoelen die ze op haar wandelingen tegenkwam.
De lessen van Eva Stache
- We spelen Russische roulette met het microklimaat in de stad. Er is behoefte aan ‘Deltawerken tegen de verbranding’.
- We moeten beseffen dat droogte en hitte zijn gekoppeld aan wateroverlast. We zouden dat water moeten opslaan, zodat we er wat aan hebben tijdens droogte.
- We moeten niet zomaar een bos aanleggen, maar de cijfers erbij leveren. Eva Stache heeft aan de TU Delft een model ontwikkeld om de ambitie wat betreft hittebestendigheid van de stad te kunnen berekenen.
- Planten zijn echte waterpompen. Een volwassen populier kan 1500 liter per dag verdampen.
- We kunnen het koelende effect van planten niet nabootsen met vernuftige technieken, zoals airco’s.
Hoe word je architect en hoe komt een architect bij het onderwerp groen in de stad, wil Van Rooyen weten, terwijl hij genereus water schenkt. ‘Ik kom uit een kunstenaarsfamilie, maar per toeval vertelde een architect me ‘je kunt beter architect worden, want dan kun je huizen ontwerpen én kunst maken’. Ik ben er heel gelukkig mee dat ik de ruimte mag vormgeven.’ Haar promotie-onderzoek komt voort uit pure bezorgdheid over de klimaatverandering. Ze was al architect tijdens de jaren ‘90 fase van ‘Dubo’, duurzaam bouwen, (‘waar Claudia Bouwens’ carrière begon’, weet Coen van Rooyen), ze las over Wagenings onderzoek naar de verkoelende eigenschappen van groen. ‘En ik had opnieuw mazzel: ik sprak iemand van Civiele Techniek en we kwamen op het integraal benaderen van groen en civiele techniek. We stoppen de stad vol met gebouwen, maar we vergeten het natuurkundige effect van materialen als baksteen en bitumen op het stedelijke microklimaat dat ontstaat tussen alle gebouwen.’
Planten zijn waterpompen
Je zou de lijn kunnen doortrekken en ‘groen’ van de natuurkundige kant benaderen, aldus Stache. ‘Planten zijn waterpompen. Ze pompen water uit de bodem op, bergen het even en bij hitte verdampen ze water. Water heeft een hoge warmtecapaciteit: water neemt veel warmte op, wordt waterdamp, stijgt op en voert de warmte af naar de hoogte, waar het koeler is en condenseert in fijne druppels die wolken worden en vervolgens weer uitregenen’, verhaalt Eva Stache. ‘Planten zijn de motor van dit proces. Ze pompen vers water uit de bodem, zonder zelf te warm te worden.’
Fascinerend vindt ze deze kringloop. Ontwerpers en bouwers van steden zijn tot nog toe veel bezig geweest met rekenen aan ventilatie en isolatie binnen gebouwen, zegt Stache. ‘maar we zijn vergeten dat ook tussen de gebouwen invloed is van de zon, wind, mensen, verkeer, fabrieken. Factoren die ook elkaar beïnvloeden. Steden zijn daardoor kachels geworden die de warmte niet loslaten. Baksteen kan opwarmen tot 61 graden, betontegels tot 53 en zelfs vurenhout tot 53, het veel in de bouw gebruikte red cedar tot 55, en kunstgras tot 57 graden. Terwijl mos, sedum, hedera altijd onder de veertig graden blijven.’
We kunnen het koelende effect van de planten niet nadoen met onze vernuftige techniek. ‘Uiteindelijk levert een airco alleen maar meer warmte op’.
En we kunnen dit koelende effect van de planten niet nadoen met onze vernuftige techniek. ‘Uiteindelijk levert een airco alleen maar meer warmte op’, betoogt Stache. ‘De buitenruimte warmt op met de afgevoerde warmte, de stroom kost energie en het ding moet voortdurend blijven koelen.’
De plant is ongeëvenaard en dit is nog maar een van de vele ecosysteemdiensten die planten gratis en voor niks leveren, zoals de jaarringen die een archief vormen van de geschiedenis van het klimaat op aarde. Minstens zestien ervan hebben wij aan de TU Delft beschreven, zie ecosysteem-diensten.nl
Verticaal vergroenen
En wat doen we intussen? We kijken onterecht neer op de natuur, zegt Eva Stache. We zouden door berekeningen en modellen aan het verkoelende effect van groen in de stad dat beeld moeten veranderen. ‘We kunnen bijvoorbeeld berekenen dat een verkoelend effect van groen op daken of groen op straat evident is, maar dat we ook in verticale richting, aan de gevel met begroeiing kansen hebben om warmte af te voeren. Dat is belangrijk, omdat we steeds hoger gaan bouwen.’
Eva Stache vindt zowel ‘groen aan de gevel’ als ‘groen op straat’ belangrijk. ‘Dat laatste is goedkoper, maar er is daar wel een grote claim op de ruimte. Parkeerplaatsen, verkeer en leidingen kosten ruimte.’ En soms is de cultuurhistorie een sta-in-de-weg voor vergroening van de gevel. ‘Een proefproject in Zaanstad laat echter zien dat je met ‘opstaand groen (struiken) veel kan bereiken. Gaat het over vijftien jaar mis als we microklimaat niet serieus nemen?, vraagt Van Rooyen. ‘Vijftien jaar?’, reageert Stache verbaasd, ‘het gaat nu al mis! Kijk naar de ramp in Valencia, kijk naar de hittegolven, bosbranden en modderstromen in Australië, Zuid-Amerika en de Verenigde Staten. We spelen Russische roulette met het microklimaat in de steden. Er is behoefte aan Deltawerken tegen de verbranding. En we moeten veel meer beseffen dat droogte en hitte zijn gekoppeld aan wateroverlast. We zouden het water moeten opslaan, zodat we wat hebben tijdens droogte.’
Kijk naar de ramp in Valencia, kijk naar de hittegolven, bosbranden en modderstromen in Australië, Zuid-Amerika en de Verenigde Staten. We spelen Russische roulette met het microklimaat in de steden. Er is behoefte aan Deltawerken tegen de verbranding.
Hoe bereik je die bewustwording? Wetgeving zou het beste helpen, oppert Eva Stache. ‘Zoals het verplichte energielabel veel bewustzijn heeft opgeleverd bij kopers en verkopers. Zo moet het microklimaat verplicht meelopen in ontwerp en vergunningen voor nieuwbouw en renovatie van bestaande bouw. We kunnen daaraan rekenen en vervolgens moeten we bouwnormen ontwikkelen voor accumulatie van warmte door gebouwen, materialen, waterkringloop. Dat moet niet langer vrijwillig maar verplicht. Er moet een ambitieniveau komen als ‘niet warmer dan zoveel graden’. En ‘deze stad of wijk weert zoveel warmte’, ‘deze stad slaat zoveel water op’’, aldus Stache.
De financiële gevolgen
We moeten volgens haar ook nadenken over de financiële gevolgen. De baten van de ecosysteemdiensten zijn immers niet voor de bouwer, maar de kosten wel. ‘Ook zaken als een onderhoudscontract moet worden verrekend. Bij het groene Stadskantoor in Venlo kost onderhoud € 50.000 per jaar. Dat is veel geld, maar als je bedenkt dat het ziekteverzuim door gebruikers mogelijk al 1 procent minder is, bespaar je € 60.000.’ Het probleem is natuurlijk wel dat deze twee loketten van elkaar zijn gescheiden.
Eva Stache stelt voor op verschillende plekken in de stad metingen te verrichten en deze metingen in een model over de buurt en uiteindelijk over de hele stad uit te rollen. Zover is het nog niet. ‘We moeten niet zomaar een bos aanleggen, maar de cijfers erbij leveren. We hebben op de TU een model ontwikkeld waarmee we de ambitie over de hittebestendigheid van de stad kunnen formuleren.’
Uit onderzoek op de Green Village aan de TU in Delft blijkt dat een volwassen populier wel 1500 liter per dag kan verdampen, een jonge populier al 58 liter per dag.
Er moet tenslotte meer kennis komen over welk type groen het beste werkt tegen hitte. Uit onderzoek op de Green Village aan de TU in Delft blijkt dat een volwassen populier wel 1500 liter per dag kan verdampen, een jonge populier al 58 liter per dag. Ook hedera heeft goede papieren. ‘Er wordt tijdens hitte en droogte dus water uit de bodem onttrokken, maar als we voldoende regenwater opvangen en vasthouden in de bodem, hoeft dit geen probleem te zijn’, aldus Stache. ‘En bedenk dat die waterdamp warmte onttrekt aan de omgeving, en uiteindelijk als regen weer terugkomt.’
De traditionele KAN-boodschap aan het kabinet door Eva Stache is duidelijk. ‘Ministers neem de feiten van de klimaatverandering serieus, want de feiten zullen je als rampen achtervolgen. We moeten de bestaande kennis over de verkoelende werking van groen verder ontwikkelen en delen. Er zijn veel groene oplossingen voor de klimaatverandering.’
Presentatie Eva Stache
Volgend KAN-Café: donderdag 5 december, urbane ecologie met Nico Tillie (TU Delft)