Nieuw bomenbeleid in Apeldoorn: wat is er veranderd?
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op klimaatadaptatienederland.nl.
Het bomenbeleid in Apeldoorn is in 2024 vernieuwd. Wat is er veranderd? En wat was er nodig om die veranderingen voor elkaar te krijgen? De redactie van Klimaatadaptatie Nederland sprak erover met Erna Krommendijk, adviseur groen bij de gemeente Apeldoorn.
De gemeente Apeldoorn heeft haar bomenbeleid aangepast. Wat was de aanleiding hiervoor?
“Apeldoorn staat bekend als groene stad. In 2018 is Apeldoorn zelfs gewaardeerd met de titel ‘European City of Trees’. We hadden best een goed bomenbeleid, maar dat is in de loop van de tijd ontstaan en is daardoor nogal versnipperd geraakt. Bovendien sloot het niet meer aan op de doelen uit de omgevingsvisie. Een ander probleem was dat je in hele delen van Apeldoorn sinds 2017 geen vergunning meer hoefde aan te vragen om bomen te kappen. In die tijd was er een sterke tendens naar deregulering, en toen is ook een groot deel van de kapvergunningplicht afgeschaft. Juist in de wijken waar geen kapvergunningplicht was, is hittestress nu een groot risico. In deze gebieden is relatief weinig groen, daar willen we extra zuinig zijn op wat er is.”
Wat is er veranderd in het nieuwe bomenbeleid?
“De kapvergunningplicht geldt nu weer voor heel Apeldoorn: je moet weer overal een vergunning aanvragen als je een boom wilt kappen. Verder staat het bomenbeleid nu op één centrale plek bij elkaar. Een andere belangrijke verandering is dat bomen in tuinen nu dichter bij de erfgrens mogen staan. In het Burgerlijk Wetboek staat dat de afstand van bomen tot de erfgrens minimaal 2 meter moet zijn. Wij hebben van de juridische vrijheid gebruikgemaakt om deze verplichte afstand te verlagen naar 0,5 meter. Dit betekent dat bomen dicht bij de erfgrens in geval van klachten van de buren minder snel gekapt mogen worden. En zo geven we mensen met kleinere tuinen de mogelijkheid om in de buurt van de erfgrens bomen te planten, zoals leilindes.
Vanuit het nieuwe bomenbeleid hebben we als gemeente ook twee ambities voor de openbare ruimte. De eerste ambitie is: de stad, dorpen en buitengebied vergroenen met bomen. Daarbij kijken we niet alleen naar het aantal bomen, maar vooral ook naar het kroonvolume. Want hoe groter de boomkroon, hoe meer verkoeling de boom biedt door schaduw en verdamping. Ook bieden grote bomen veel meer onderdak aan andere organismen en slaan ze veel meer CO2 op dan kleinere bomen. Daarnaast kijken we bij het planten van bomen ook naar biodiversiteit: er moet genoeg variatie zijn in boomsoorten en we planten zoveel mogelijk inheemse soorten. En we blijven vaker af van dood hout en aftakelende bomen.”
En wat is jullie tweede ambitie in de openbare ruimte?
“De tweede ambitie is: bomen planmatig meenemen bij ontwikkelingen. Dat betekent dat we bij nieuwe ontwikkelingen in de gemeente, zoals een nieuwbouwwijk, vanaf het begin meteen bedenken wat we willen met de bomen. Wat voor ambities hebben we met het groen, welke bomen willen we behouden en hoe zorgen we voor genoeg ruimte voor de bomen, zowel boven als onder de grond? Daarbij is het ook belangrijk dat we goede afspraken maken met projectontwikkelaars en dat er goede voorwaarden komen te staan in de vergunningverlening. En dat we de bomen die we willen behouden in het hele traject goed meenemen: van de eerste schetsen tot en met de oplevering en het beheer. Dit is vooral organisatorisch een uitdaging, omdat je in het traject te maken hebt met heel veel afdelingen en externe partijen.”
Kun je een voorbeeld noemen van zo’n organisatorische uitdaging?
“Kijk bijvoorbeeld naar de ondergrond. Die ligt vol kabels en leidingen, en daar moet nog van alles bij, zoals warmtenetten en extra elektriciteit. Dat zorgt er op veel plekken voor dat er geen boom bij past. Eigenlijk zouden we een soort ruimtelijke ordening van de ondergrond moeten krijgen, zodat we beter zicht krijgen op die ondergrond. In Apeldoorn krijgen we een regisseur voor de ondergrond. Die kan ervoor zorgen dat onze bomenopgave goed wordt afgestemd met de partijen die over de kabels, leidingen en warmtenetten gaan. En die kan ook voorkomen dat er dingen misgaan of dat de sterkste partij bepaalt wat er gebeurt. Zo zijn de leggers van kabels en leidingen het altijd gewend geweest dat ze hun gang konden gaan, zoals boomwortels doorsnijden. Maar dat kan fataal zijn voor een boom.”
“Eigenlijk zouden we een ruimtelijke ordening van de ondergrond moeten krijgen.”
Hoe past het nieuwe bomenbeleid in jullie klimaatadaptatiebeleid?
“In Apeldoorn willen we wateroverlast en hittestress aanpakken. Ook is natuurinclusief en klimaatadaptief bouwen een doel. Bomen dragen bij aan deze doelen. We kijken bijvoorbeeld eerst naar de plekken die extra gevoelig zijn voor hittestress. Denk aan plekken waar veel en kwetsbare mensen wonen, plekken met scholen en winkelcentra. Grote bomen zijn dan heel belangrijk. Die verdampen veel water en bieden schaduw, waarmee ze zorgen voor verkoeling. De nieuwe bomennota heet nu ook: ‘Bomen in de stad, hoe koel is dat?’”
Hoe hebben jullie het nieuwe bomenbeleid gecommuniceerd met de inwoners?
“We hebben op drie manieren met inwoners over het nieuwe bomenbeleid gecommuniceerd. Zo hebben we wandelingen georganiseerd in de verschillende buurten in Apeldoorn, waar inwoners zich voor konden aanmelden. Tijdens die wandelingen zijn we naar plekken gegaan waar dilemma’s spelen en hebben we de inwoners hierover verteld. We hebben ze ook laten meedenken en gevraagd naar hun eigen ideeën, wensen of zorgen. En we hebben ook gewoon geluisterd. Daar hebben we veel aan gehad. We merkten ook dat het hielp om ze te laten meedenken over onze dilemma’s, zodat ze beter begrepen waar we mee zaten.
Als tweede hebben we inwoners een enquête gestuurd over het nieuwe bomenbeleid. Hiermee wilden we erachter komen waar veel weerstand zit en wat mensen belangrijk vinden. We kregen veel respons op deze enquête. Mooi was bijvoorbeeld dat veel mensen aangaven dat ze in Apeldoorn wonen vanwege het groen. Soms is er wel veel gedoe rond een boom: dat is meestal bij mensen in de achtertuin. Maar het groene karakter van Apeldoorn wordt breed gedragen.
Als derde hebben we samen met onze stadsfotograaf een fotowedstrijd georganiseerd. Mensen konden een foto van hun favoriete boom sturen, met een verhaal of gedicht erbij. Van al die foto’s hebben we een expositie gemaakt die op allerlei plekken in Apeldoorn heeft gestaan. Ik was erg onder de indruk van de verhalen. Mensen hebben soms echt een band met een boom. Daarnaast kwamen ook de dilemma’s die we zelf hadden terug in een aantal verhalen. En mensen stuurden niet alleen foto’s van grote bomen, maar alles kwam voorbij: van een ontkiemend zaadje tot en met een dode boom en alles daartussenin.”
Had jullie communicatie met inwoners invloed op de inspraakreacties?
“Niemand heeft protest aangetekend tegen het schrappen van de kapvergunningvrije gebieden. Daarin zag ik een brede steun. Die georganiseerde wandelingen hebben daarbij denk ik zeker geholpen. Er waren wel inwoners die problemen zagen in de kortere afstand van bomen tot de erfgrens. Mensen dachten dat er dan sneller gedoe zou komen, van overhangende takken bijvoorbeeld. Ik vond het ook wel spannend of de gemeenteraad zou instemmen met ons voorstel voor de kortere afstand van bomen tot de erfgrens. Maar dat is gelukt, eigenlijk zonder aanpassingen.”
Wat was er verder nodig om het beleid te veranderen?
“Er waren best wat drempels. Ik begon drie jaar geleden met de ambitie voor een nieuw bomenbeleid, en mijn voorganger was er ook al mee bezig geweest. Heel lang werd het niet als prioriteit gezien. Daarnaast lijkt een apart bomenbeleid niet in de nieuwe werkwijze te passen van de omgevingsvisie waarin we niet meer sectoraal maar integraal werken. Je moet dus wel goed kunnen uitleggen waarom het toch nodig is om het bomenbeleid te vernieuwen. Uiteindelijk vond de gemeenteraad het heel belangrijk om het bomenbeleid te veranderen. Het brede draagvlak bij de inwoners zal daarbij geholpen hebben. Verder heb ik geleerd dat je echt de tijd moet nemen voor zo’n belangrijke beleidsontwikkeling. Je verhaal wordt beter en je kunt iedereen goed meenemen. Ook voor bomen zelf is tijd heel bepalend: een boom is zo gekapt, maar het duurt tientallen jaren voordat een geplante boom volgroeid is tot een grote boom. Bovendien zijn bomen levende wezens. Ik zie ze ook wel als medebewoners, ze betekenen veel voor de mensen en dieren in de stad. Daar zet je niet zomaar de zaag in als ze in de weg staan.”
“Ik zie bomen ook wel als medebewoners, ze betekenen veel voor de mensen en dieren in de stad. Daar zet je niet zomaar de zaag in als ze in de weg staan.”
Wat is de volgende stap, nu het nieuwe beleid er ligt?
“Het bomenbeleid staat nu op papier, maar daarmee zijn we er nog niet. Om het beleid goed uit te voeren is het bijvoorbeeld belangrijk dat mensen weten welke stappen ze moeten zetten en dat ze begrijpen wat wel en niet kan. Ik heb gemerkt dat een verkeerde aanpak bij bomen vaak komt door onwetendheid. Zo wordt vaak gedacht dat een boom beschermd is door er plankjes tegenaan te zetten, maar daarmee zijn de wortels niet beschermd. Ik pleit daarom voor een praktische handreiking over hoe je omgaat met de bomen in een gebied. In het handboek van het Norminstituut Bomen staat wel alles over wat een boom nodig heeft. Maar dat handboek is heel dik. We hebben iets nodig dat je direct in de praktijk kunt gebruiken. Daar werken we nu aan.”
Download de nieuwe Apeldoornse bomennota ‘Bomen in de stad, hoe koel is dat’.
Over Erna Krommendijk
Erna Krommendijk werkt nu 3,5 jaar bij de gemeente Apeldoorn als adviseur groen binnen de afdeling omgevingsbeleid, in de vakgroep Natuur en Klimaatadaptatie. Daar houdt ze zich onder andere bezig met het bomenbeleid.
Fotograaf header: Jasper Lelieveld