Nu deadline nadert groeien de zorgen: bouw wil topprioriteit voor schoon en voldoende water
Dit artikel van Petra Platschorre verscheen eerder in Cobouw
Een wijziging in de Europese richtlijn voor waterkwaliteit biedt bouw en infra ademruimte bij vergunningverleningen, maar de sector is nog niet klaar met het dossier. ”Halen van doelen blijft van belang.”
De druk op ons water wordt te groot. Verschillende branchepartijen, onder meer uit de bouw, maken zich zorgen over de beschikbaarheid van water. Het is tijd voor een nieuwe aanpak.
Deze week zetten onder meer Bouwend Nederland, Neprom, Aedes, en Vereniging Eigen Huis hun handtekening onder een manifest over waterkwaliteit en beschikbaarheid van water. Daarin wordt de nieuwe minister van Infrastructuur en Waterstaat opgeroepen om tot een aanpak te komen die voldoende en schoon water voor iedereen garandeert. De branchepartijen willen dat water een topprioriteit wordt in het regeringsprogramma dat de komende maanden wordt uitgewerkt.
Beperkingen bouw
Want schoon en beschikbaar water is geen vanzelfsprekendheid meer, betogen de in totaal elf branchepartijen. Klimaatverandering, toegenomen watergebruik en vervuiling bedreigen de beschikbaarheid. Natuur kampt met verdroging, de kwaliteit en beschikbaarheid van drinkwaterbronnen staan onder druk en de landbouw heeft moeite om gewassen te laten groeien.
De ondertekenaars van het manifest wijzen op de naderende deadline van de Europese Kaderichtlijn Water (KRW). Die is bedoeld om de Europese waterkwaliteit te beschermen. De richtlijn werd al in 2000 opgesteld, maar lidstaten hebben tot 2027 om de doelen te halen. Nu de deadline nadert, groeien de zorgen in Nederland. De Raad voor de Leefomgeving concludeerde vorig jaar dat Nederland de doelen niet haalt zonder extra beleid.
Terwijl dat wel nodig is voor de bestaanszekerheid van mens en natuur, stellen de ondertekenaars van het manifest. Ook economische gevolgen liggen op de loer als de deadline niet wordt gehaald. “Rechtszaken, boetes en onzekerheid kunnen leiden tot een vergunningenstop en uitvoeringsproblemen, nu en na 2027. Maar ook tot beperkingen voor de bouw.”
Rechtszaken, boetes en onzekerheid kunnen leiden tot een vergunningenstop en uitvoeringsproblemen, nu en na 2027. Maar ook tot beperkingen voor de bouw.
De brancheverenigingen doen verschillende voorstellen om schoon en voldoende water te garanderen. Sowieso moeten alle sectoren een bijdrage leveren en meer kaders en geld vanuit de overheid beschikbaar komen. De branchepartijen wijzen op het schrappen van de 24 miljard euro voor natuurherstel in provincies. “Zonder kaders en middelen kunnen overheden onmogelijk voldoende en schoon water realiseren en bedrijven hun bedrijfsvoering niet aanpassen.”
Ook moet er een duidelijke aanpak komen voor bouwprojecten “om te voorkomen dat deze stilvallen door slechte waterkwaliteit.” Volgens de partijen moet de Omgevingswet worden aangepast om het bijvoorbeeld makkelijker te maken grondwater terug te pompen na een bouwproject. Er moet een leidraad komen die uitzonderingen op waterkwaliteit mogelijk maakt voor bouwprojecten met een hoge prioriteit. De initiatiefnemers verwijzen naar de woningnood. Die uitzonderingen moeten wel beperkt worden ingezet. “Maar het tijdig verbeteren van de waterhuishouding blijft het belangrijkste.”
Heldere koers
Andere voorstellen die de branchepartijen doen zijn: een overzicht maken van lozingsvergunningen, een meldplicht instellen voor grondwaterontrekkingen, het aanpassen van rioolwaterzuiveringen en werk maken van een stabielere grondwaterstand om funderingsschade te voorkomen. Ook pleiten de partijen voor een toekomstbestendige landbouw, waar de normen voor bemesting en het beschermen van gewassen in lijn zijn met de KRW. Nu zorgen stikstof, fosfaat en gewasbeschermingsmiddelen nog voor een slechte waterkwaliteit.
Zelf willen de brancheverenigingen ook initiatief nemen, door water te bergen in natuurgebieden en te investeren in retourbemaling in de bouw en klimaatbestendige bouw. “Een heldere koers van de overheid met een stevige kapitein aan het roer is daarvoor een voorwaarde.”
Aanpassing in Europa
De bouwsector maakt zich al langere tijd zorgen over de effecten van de KRW op de bouw. Vorig jaar gaf Bouwend Witteveen+Bos de opdracht een onderzoek naar de impact op de sector te doen. Daaruit bleek dat de vergunningverlening in de knel kon komen door de KRW voor watergerelateerde bouwactiviteiten. Verschillende partijen, zoals de Vereniging van Waterbouwers, uitten hun zorgen in Cobouw, omdat er nog veel vragen waren over de juridische gevolgen. De Vereniging van Waterbouwers wees er ook op dat tijdelijke achteruitgang van waterkwaliteit in de richtlijn niet lijkt toegestaan. En dat is al snel het geval bij bemaling of baggerwerkzaamheden.
De Europese lidstaten Nederland, Duitsland, Denemarken, Finland en Luxemburg vroegen in Brussel om verduidelijking van de term ‘achteruitgang’ in de KRW-richtlijnen en wilden een herziening op dit punt: tijdelijke verslechtering van waterkwaliteit moet toegestaan zijn, als dit geen langetermijngevolgen heeft. Ook het verplaatsten van al verontreinigd water zou nog te veel beperkt worden door de richtlijn. Ook hier vroegen de lidstaten dus een aanpassing voor.
De Europese Raad stemde vorige maand in om de KRW te wijzigen op deze punten. Zo wordt dus een tijdelijke verslechtering toegestaan, mits de waterkwaliteit weer snel hersteld en er geen langetermijngevolgen zijn. Ook het verplaatsen van al verontreinigd water wordt niet gezien als achteruitgang van de kwaliteit.
Problemen voorkomen
Volgens Bouwend Nederland kan de nieuwe richtlijnwijziging leiden tot meer onderzoeksverplichtingen bij een project, maar voorkomt het “mogelijk grote problemen bij de vergunningverlening.” Maar dat betekent dus niet dat het dossier nu klaar is voor de bouw, zoals het manifest wel laat zien. ”Het behalen van de KRW-doelen blijft belangrijk om problemen te voorkomen”, aldus Bouwend Nederland.
Waterkwaliteit
De Kaderrichtlijn Water (KRW) is bedoeld om de Europese waterkwaliteit te beschermen, zowel chemisch als ecologisch. Het gaat hierbij om zowel oppervlakte- als grondwater. In 2027 moeten de doelen behaald zijn.