Verenigd Koninkrijk verplicht biodiversiteitstoename bij gebiedsontwikkeling
Door Joris Voeten en Roy Molenaar (Onderzoeker Urban Nature-based Solutions bij WUR) en Robbert Snep (Senior Onderzoeker Groene Steden bij WUR). Dit artikel verscheen eerder in ROmagazine.
In Nederland bestaat een groeiende wens om natuurinclusief te bouwen. Het doel is het creëren van voldoende ruimte voor biodiversiteit, vaak in combinatie met een klimaatadaptieve, groene en gezonde leefomgeving in de stad. Maar hoe kunnen we beoordelen of nieuwe gebiedsontwikkelingen daadwerkelijk aan biodiversiteitsherstel bijdragen? Het Verenigd Koninkrijk zet in op de Biodiversity Net Gain-methode. In deze bijdrage leggen onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR) uit wat dat precies inhoudt en waarom zo’n methodiek ook in Nederland toepasbaar is om aan de biodiversiteitsdoelen te voldoen.
Biodiversity Net Gain als maatlat voor natuurinclusieve stadsontwikkeling
We werken in Nederland met verschillende richtlijnen voor klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen, zoals de Checklist Groen Bouwen, Maatlat groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving, BREEAM, LEED en verschillende lokale puntensystemen Natuurinclusief bouwen. In het Verenigd Koninkrijk is het sinds 1 januari 2024 verplicht om bij alle gebiedsontwikkelingen een tien procent biodiversiteitstoename – ten opzichte van de uitgangssituatie – te ontwerpen, realiseren en minimaal dertig jaar in stand te houden.
Biodiversiteitseenheden
Biodiversity Net Gain (BNG), vrij vertaald “netto biodiversiteit” heeft het doel die toename in kwantiteit, kwaliteit en tijdmeetbaar en stuurbaar te maken met de Biodiversity Metrics1 rekentool. Hierin worden mogelijke natuurinclusieve maatregelen uitgedrukt in biodiversity units (biodiversiteitseenheden, BDE). Hoe meer units er worden gescoord, hoe beter de kansen voor biodiversiteit zijn, is de achterliggende gedachte.
Biodiversity Metrics maakt gebruik van Engelse habitat classificatiesystemen, in plaats van een benadering per soort. Voor iedere habitat op de locatie vóór en na de bouw beoordeelt een ecoloog het oppervlak, het type en de conditie om de BDE te bepalen, volgens de (hier sterk vereenvoudigde) basisformule:
habitatoppervlak x habitattype x habitatconditie = biodiversiteitseenheden (BDE)
De BDE-score is een relatieve score zonder specifieke eenheid, specifiek bedoeld om de situatie voor en na de bouw te kunnen vergelijken.
Toepassing in Nederland
BNG wordt bij voorkeur gerealiseerd bij stedelijke transformatie of gebiedsontwikkeling. Als het realiseren van voldoende biodiversiteitseenheden op die locatie niet mogelijk is, kunnen deze behaald worden door buiten de bouwlocatie natuurherstellende maatregelen te treffen. Dat roept wel vragen op: ‘Is verplaatsen van natuur naar een andere plek ook echt van biodiversiteitswaarde voor de plek daar waar je natuur kennelijk niet kon realiseren?’, aldus Cecil Konijnendijk, expert op het gebied van Urban Forestry.
Om meer gevoel te krijgen bij het gebruik van BNG in Nederland heeft WUR de rekenmethode toegepast op een denkbeeldige ontwikkeling van een gebouw met een footprint en dakoppervlak van 400 vierkante meter. In de ene variant was dat gebouw onderdeel van een binnenstedelijke herontwikkeling, dus met een verhard oppervlak, in de andere ging het om een uitleglocatie in agrarisch gebied, met voorheen overwegend grasland. Voor beide varianten zijn drie veel voorkomende dakinrichtingen onderzocht op hun BDE- en BNG-score: een zwart bitumen dak, een standaard sedumdak (met vetplantjes) en een biodivers dak (met bloeiende zomerweide).
Voor de invulling van de twee groendaktypen maken we gebruik van gegevens over het blauw-groene onderzoeksdak van TKI Project SmartRoof 2.0 in Amsterdam. Op deze locatie is drie jaar onderzoek gedaan naar de hydrologie en ecologie van de drie genoemde type daken, waarvan de gegevens zijn gebruikt om een vertaling te maken van het Engelse model naar de Nederlandse situatie.
Het biodiverse dak scoort in een slechte conditie al een stuk beter dan het sedumdak; in goede conditie zelfs 180 procent beter
In het Engelse habitat-classificatiesysteem van Biodiversity Metrics worden groendaken ingedeeld in biodiverse groendaken (biodiverse green roof) met een substraatdikte van minimaal 150 millimeter en sedumdaken (other green roof) met een substraatdikte van minimaal 40 millimeter. Ondanks dat het blauw-groene capillair geïrrigeerde SmartRoof dak een substraatdikte heeft van slechts 80 millimeter classificeren wij het in de Biodiversity Metrics als biodiverse green roof, omdat uit ecologisch onderzoek blijkt dat er sprake is van een hoge soortenrijkdom in vergelijking met het standaard sedumdak.
Overduidelijke verschillen
Uit eerder onderzoek in het Verenigd Koninkrijk en de experimenten in Nederland ontstaat een goed beeld van bepalende factoren op de BNG-score en de effecten. De oppervlakte van gerealiseerde habitats heeft een recht evenredig effect op de BDE-score (groter is beter), maar is tegelijkertijd nu eenmaal begrenst binnen de grenzen van een perceel of ontwikkelgebied.
Uit de Amsterdamse casus blijkt dat keuze van de te realiseren habitat een grote impact heeft. Het verschil in BDE-score is een factor 3 tussen het standaard Sedum dak (0.081 BDE) en het blauwgroene en capillair geïrrigeerde retentiedak met een goede conditie (0.236 BDE). Ook is het realiseren en behouden van een goede conditie belangrijk. Het verschil tussen een conditie beoordeling van goed (0.236 BDE) of slecht (0.109 BDE) is in de Amsterdamse casus voor het biodiverse dak een factor 2.
Bij de omvorming van een grasland naar een gebouw met een sedumdak is de BNG in de doorgerekende casus geen 10 procent, maar –3,5 procent. Met een blauw-groen biodivers dak op hetzelfde gebouw is de BNG (afhankelijk van de conditie daarvan) tussen de 30 en 181 procent. Meer dan voldoende dus. De keuzes in het ontwerpproces en het behoud van een goede conditie van de nieuwe natuur na oplevering maken dus wel degelijk een significant verschil in de bijdrage aan natuurherstel volgens Biodiversity Metrics.
BNG als verplichting in het Verenigd Koninkrijk
Het BNG-principe bestaat al een aantal jaar in het Verenigd Koninkrijk en is inmiddels doorontwikkeld tot versie 4 van Biodiversity Metrics. Sinds 1 januari dit jaar is BNG via wetgeving verplicht gesteld. Ontwikkelaars in Engeland zijn daarmee verplicht om tien procent BNG te realiseren bij gebiedsontwikkeling, die ook minimaal dertig jaar lang in stand gehouden moet worden. Dat maakt een verschil voor de natuur: uit een recente studie blijkt dat de nieuwe BNG-wetgeving van de overheid jaarlijks ruim 15.000 hectare land voor de natuur in het Verenigd Koninkrijk kan opleveren.
Uit de casus waar we specifiek kijken naar de mogelijkheden op daken blijkt dat bij binnenstedelijke herontwikkeling van “grijs naar groen” de tienprocentseis goed haalbaar is. Ook blijkt dat je bij nieuwbouwlocaties buiten de bestaande stad goed moet opletten wat je waar aan natuur realiseert. “Groen” scoort daar namelijk niet hetzelfde als “groen”.
Door er een meetbare wettelijke verplichting van te maken, is natuurinclusiviteit geen vrijblijvende optie meer
De kracht van het BNG-principe is dat bij stedelijke ontwikkeling op een inzichtelijke en kwantitatieve wijze biodiversiteit is mee te nemen. Door er een meetbare wettelijke verplichting van te maken is natuurinclusiviteit geen aanvullende optie meer en vervalt daarmee het risico dat maatregelen om vaak financiële redenen uiteindelijk niet gerealiseerd worden.
Het is van belang dat verder onderzocht wordt hoe deze methode zich verhoudt ten opzichte van bestaande methoden in Nederland. Om die vraag te beantwoorden wordt momenteel gezocht naar financiering en een opdrachtgever voor vervolgonderzoek naar de geschiktheid van een Biodiversiteitsmonitor voor Nederland op basis van BNG. Voortbouwen op wat in het Verenigd Koninkrijk al is uitgewerkt, kan een grote versnelling bewerkstelligen bij het uitwerken van een Nederlandse variant. Uiteindelijk blijft het echte doel natuurlijk dat natuurinclusiviteit bij nieuwe gebiedsontwikkelingen de nieuwe normaal wordt en we onze leefomgeving klimaatadaptief, gezond en leefbaar inrichten.
Bronnen
Meetlat Natuurinclusief Bouwen, Naturalis en ASN, 2022. De meetlat voor natuurinclusief bouwen | Naturalis
Maatlat groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving, Ministerie BZK, 2023. Kabinetsaanpak Klimaatbeleid | Tweede Kamer der Staten-Generaal
BREEAM, DGBC. www.breeam.nl
LEED, USGBC. LEED rating system | U.S. Green Building Council (usgbc.org)
Biodiversity Metrics, PRé Sustainability. Biodiversity Metrics – Biodiversity Footprint Knowledge Hub (biodiversity-metrics.org)
GOV.uk, 2023. Overheidswebsite met informatie over Biodiversity Net Gain (BNG)
Butcher, B., Carey, P., Edmonds, R., Norton, L. and Treweek, J., 2023. UK Habitat Classification – Habitat Definitions V2.0
Konijnendijk, C., directeur bij Nature Based Solutions Institute (NBSI)
Project Smartroof 2.0, TKI Water en Maritiem. Project SmartRoof 2.0
Cirkel, D.G.; Voortman, B.R.; Van Veen, T.; Bartholomeus, R.P. Evaporation from (Blue-) Green Roofs: Assessing the Benefits of a Storage and Capillary Irrigation System Based on Measurements and Modeling. Water 2018, 10, 1253. https://doi.org/10.3390/w10091253
Blue-Green Roofs for future-proof cities. Multifunctional roofs | Permavoid
Drukker, E., 2018. Factors influencing invertebrate diversity on green rooftops in the Netherlands. Wageningen University en Bureau Stadsnatuur Rotterdam.
Biodiversity Net Gain moves step closer with timetable set out. Developers in England will be required to deliver 10% “Biodiversity Net Gain” from January 2024 onwards, 2023. Dept. for Environment, Food and Rural Affairs. Biodiversity Net Gain moves step closer with timetable set out – GOV.UK (www.gov.uk)
Joe’s Blooms, 2023. Nieuwsbericht: Biodiversity Net Gain could secure over 23,500 football fields worth of land for nature each year
KNMI, 2023: KNMI’23-klimaatscenario’s voor Nederland, KNMI, De Bilt, KNMI-Publicatie 23-03