Nieuwe nestvoorzieningen: meerlaagse kraamkasten, mussentillen en zwaluwwanden
Verslag van het KAN-webinar over nestvoorzieningen van 30 mei, met presentaties van Ingrid Thomassen, Gerard Kessels en Henk Alards van Vivara Pro, door René Didde.
Waarschijnlijk vanaf 1 januari 2025 is het bij nieuwbouw verplicht om nestvoorzieningen in te bouwen voor huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen, drie bedreigde diersoorten in de stedelijke omgeving. Want deze dieren gebruiken nu eenmaal het liefst onze woningen om te overwinteren, broeden en jongen groot te brengen. In een webinar vertellen drie experts van Vivara Pro over de mogelijkheden om meer natuurinclusief te bouwen. De webinar-deelnemers stelden veel vragen, die voor het merendeel in dit verslag zijn verwerkt.
Met eigen fabrieken in Polen en Litouwen levert Vivara Pro op basis van kennis en ervaringen van natuurorganisaties als Vogelbescherming en de Zoogdiervereniging FSC-gecertificeerde houten en houtbetonnen opbouwkasten of in de gevel ingemetselde stenen of houtbetonnen inbouwkasten. Er zijn meerlaagse kraamkasten, insectenhotels, mussentillen en zwaluwwanden verkrijgbaar (de laatste drie buiten de woning).
De voorzieningen zijn broodnodig, want er is een heuse controverse opgelaaid als gevolg van de keerzijde van de kierenjacht. De verregaande woningisolatie leidt weliswaar tot energiebesparing en minder uitstoot van CO2, maar de dichte spouwmuren hebben vogels en zoogdieren beroofd van hun traditionele nestvoorzieningen. ‘Natuurinclusief bouwen is daarom van noodzakelijk tot noodzaak geworden’, zegt business-developer Ingrid Thomassen. ‘Het gebouw en de stedelijke omgeving worden steeds meer gezien als een leefomgeving voor ook bedreigde diersoorten. Als het stedelijk gebied goed is en ingericht in afstemming met de directe leefomgeving, voelen niet alleen dieren maar ook de mens zich goed.’
Bbl wordt aangepast
Volgens het Bbl (Besluit bouwwerken leefomgeving, de opvolger van het Bouwbesluit) is het vanaf volgend jaar januari, of juli verplicht om bij nieuwbouw verblijfplaatsen te realiseren voor vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen. ‘Om precies te zijn’, vertelt webinar-moderator Claudia Bouwens van het KAN-platform, ‘moet er voor elke 110 m² dichte gevel of dak één nestvoorziening voor de huismus en één voor de gierzwaluw komen. Voor vleermuizen geldt: een voorziening maken van hangoppervlak ter grootte van 2% van de dichte gevel of dak.’ Je mag in één bouwvolume verschillende voorzieningen combineren, want de genoemde dieren zitten graag in groepen. Boven de 25 meter hoeven er geen voorzieningen te worden aangebracht.
Naast ingebouwde nestkasten behoren ook de van oudsher bekende plekken als overstekken, brede richels onder het dak, ruimte onder de dakpannen, of ruimte in de spouwmuur tot de geschikte verblijfplaatsen.
Vivara Pro maakt na een quickscan en een inventarisatie een voorstel voor gemeente, projectontwikkelaar of particulier. Het bedrijf levert en plaatst de nestvoorzieningen en monitort desgewenst de resultaten met beeld, geluid en AI. Dat kan ook voor een gebied, waardoor verschillende bouwplannen samen uit kunnen met één gebieds-SMP (Soorten managementplan). Met een GIS-viewer en big data kunnen hitte-eilanden, te natte en te droge stadsdelen in kaart worden gebracht. Inzet van voorzieningen voor roofvogels en uilen zijn bovendien een probaat middel tegen plaagdieren als muizen.
Een keur aan nestkasten
Wildlife-manager Gerard Kessels van Vivara Pro verhaalt van een scala aan mogelijkheden voor nestkastvoorzieningen. Er zijn twee richtingen. Nestkasten die zijn ingebouwd als een holle steen, met een smalle invliegopening aan de gevelzijde van de steen. ‘Inbouwstenen voor gierzwaluwen moeten bij voorkeur hoog in de gevel, omdat ze graag hoog in de gevel broeden. Stenen voorzieningen voor zangvogels als huismus, koolmees of roodstaart moeten lager, in de buurt van groen.’ Er zijn zichtbare inbouwstenen en niet-zichtbare inbouwstenen. ‘De laatste zijn achter de steenstrip verwerkt in de spouw. De eerste hebben als voordeel dat ze de bewoners meer betrekken en het bewustzijn vergroten. Je kunt de vogels immers volgen’, aldus Kessels.
Naast de inbouwstenen zijn ook opbouwkasten mogelijk, die op de gevel kunnen worden gehaakt of geschroefd. Er ontstaat enige discussie of de Bbl-aanpassing nu wel of niet alleen inbouwnestkasten toestaat. De opbouwkasten kunnen er door bewoners immers worden afgehaald en dat is niet de bedoeling. Henk Alards, ecoloog van Vivara Pro heeft navraag gedaan. ‘Vogelbescherming Nederland bevestigt dat opbouwvoorzieningen niet zijn toegestaan in de nieuwe Bbl.’ De kennis van Vivara Pro het bedrijf over wat wel werkt en niet werkt, is verkregen van ervaringen van onder andere Vogelbescherming, Zoogdiervereniging en veel adviesbureaus.
De V van ‘variatie’
Grote opbouwkasten zijn meestal in hout uitgevoerd. Houtbeton (houtvezel, beton en natuurhout) zorgt voor een stabiel klimaat in het nest. Ze gaan honderd jaar mee. Houtkasten van multiplex en spuitkurk hebben onderhoud nodig. ‘Stenen inbouwkasten zijn stabieler. Dit leidt tot bewezen beter broedresultaat’, aldus Alards van Vivara Pro.
De nestvoorzieningen kunnen ook in prefab woningelementen en in houtskeletbouw worden toegepast. Met platte daken en op Trespa-elementen is het moeilijker, vooral vanwege de warmte. Dan moet wellicht toevlucht worden genomen tot externe voorzieningen als tillen.
‘Variatie’ is het toverwoord. ‘Zorg voor variatie in de hoogte en in de vier windrichtingen, in de schaduw en zon’, aldus het trio Vivara Pro-adviseurs. Niet te warm in de volle zon, maar wel een aangename namiddagzon voor de kraamkamerkasten. Vleermuiskasten zijn soms meerlaags en soms geschakeld omdat ze in groepen huizen en daardoor meer verblijfsruimte krijgen met verschillende microklimaten.
Behalve de fysieke nestgelegenheden voor voortplanting moeten ook de andere vier V’s zijn gewaarborgd, zoals voorzieningen voor voedsel, veiligheid, vocht en verbindingen.
Dat opbouwnestkasten soms scheef hangen, is niet erg. ‘Het blijft nabootsen van de natuur, en daar hangt ook niet alles recht. Vogels bouwen hun nest toch wel horizontaal.’
Schoonmaken kost veel geld en moeite vanwege het inzetten van hoogwerkers. Het is eigenlijk niet nodig. ‘Schoonmaken is meer een menselijke eigenschap. De natuur doet daar niet aan’, zegt Alards. Trouwens, gierzwaluwen zijn van zichzelf schoon. ‘Ook huismussen poepen de nestkast heus niet vol.’
Niet alleen het gebouw, maar het hele stedelijk gebied kan meer ingericht worden om vogels nestgelegenheid te bieden. Daartoe heeft Vivara Pro onder meer tillen, uitgevoerd tot wel 54 nestvoorzieningen zodat de betreffende soort als een kolonie bij elkaar kan broeden. Buiten de woning bieden wadi’s, oevers en water ruimte voor nesten en perfecte foerageergebieden. Ook het landelijk gebied, de infrastructuur en niet te vergeten de bedrijventerreinen kunnen verbeteren. ‘Het kan van betonnerig veel groener en biodiverser’, zegt Ingrid Thomassen. ‘Dat is ook nog eens prettig voor de werkende mens die een lunch- of middagommetje maakt.’
Download de presentatie van Vivara Pro