College Tour met Harwil de Jonge (Heijmans Vastgoed)
Verslag van de plenaire afsluiting van het congres ‘Natuur en Water KAN in de Stad’ door René Didde
Als afsluiting van het congres ‘Natuur en Water KAN in de Stad’, introduceert gespreksleider Coen van Rooyen een nieuwe vorm, een variant op van de televisie bekende College Tour met
Harwil de Jonge, directeur Heijmans Vastgoed.
Harwil, hoe kom jij als directeur Vastgoed op het terrein van een gezonde leefomgeving?
‘Ik kwam in mijn werk steeds vaker in aanraking met biologen en landschapsarchitecten die in vervoering vertelden over het nut van bijen en planten. Ik zat daar aanvankelijk vooral voor het nut van de stenen. Het was voor mij een eye-opener dat een meer duurzame en groene leefomgeving ook gezonder was voor de bewoners en bovendien een verbeterd verdienmodel voor ons kon betekenen.’
‘Vanaf 2018 kregen we na jaren van overleven van dag tot dag weer de ruimte om vijf jaar vooruit te denken. Onze missie werd ‘Makers van de gezonde leefomgeving’. Deze wordt ondersteund door een aantal bold statements, waaronder: ‘Overal waar wij aan de slag gaan, laten we het beter achter dan dat we het aantroffen.’ Dit nieuwe uitgangspunt werd door iedereen onderschreven. Ook de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen omarmden het volledig.’
Ja, in een Shell-brochure staat ook dat ze windparken aanleggen. Hoe doorleefd is dat?
‘Er is ook bij ons nog een wereld te winnen. We zetten al vijf jaar stappen voorwaarts. We betrekken groen en blauw intensief in onze gebiedsontwikkeling. We streven naar NL Greenlabel A in al onze gebiedsontwikkelingen. We werken veel samen met onder andere Naturalis, Vogelbescherming Nederland en Staatsbosbeheer. We hebben tien ecologen in dienst die tegenwoordig helemaal los gaan bij projecten. We zijn intensief bij het KAN-platform betrokken.’
Treden er conflicten op als er ‘waarden’ tegenover elkaar komen te staan?
‘De kant van de baten van een gezonde leefomgeving is systematisch onderbelicht. Externe dwang helpt wel. Zo is er sinds kort de ‘EU-Taxonomy’-richtlijn, die grote bedrijven voorschrijft om de duurzaamheidsaspecten van hun omzet met door de accountant geverifieerde bewijzen te onderbouwen. Dat helpt. En het maakt onze projecten interessanter voor investeerders en banken.’
Ik heb meegemaakt dat de rendementen van projecten van start-ups door investeerders worden bekeken met een ‘Shell-bril’. Is dat niet krom en een systeemfout?
‘Het is een ontdekkingsreis. Dingen moeten wel bewezen zijn. Het helpt dat wij als bouwers langer betrokken blijven na de oplevering. Zeker is immers dat effecten in de natuur of water niet meteen zichtbaar zijn, en we kunnen leren van ervaringen om het een volgende keer nog beter te doen.’
‘Ik heb twee voorbeelden. In het project Maanwijk in Leusden meten we samen met de Universiteit Utrecht de sociale cohesie. Is die positief, negatief of nul ? Met ‘citizen science’ onderzoeken we samen met bewoners, waaronder kinderen de activiteiten van diertjes in de bodem. En bij de bouw van het Nationaal Museum in Soesterberg waren we in opdracht van het Rijks Vastgoedbedrijf niet alleen verantwoordelijk voor ontwerp, bouw en financiering, maar ook gedurende 25 jaar voor het onderhoud én de exploitatie (DBFMO-contract). Dat gaat vrij ver, want we moeten voor de natuur ook aantallen ‘doelsoorten’ halen, inclusief een boete als we daarin niet slagen. We zijn nu tien jaar bezig. Het museum is een glazen doos in een open gebied en we zien veel ‘raamslachtoffers’ onder vogels. Tegenwoordig is er ‘birdfriendly glass’. En ook bij andere natuurvriendelijke keuzen betaalt zich de wat hogere investering zich terug door lagere onderhoudskosten.’
Wat is de strategie van Heijmans op biobased bouwen? De overheid stelt dat de nieuwbouw in 2030 voor dertig procent uit plantaardig materiaal moet bestaan.
‘We hebben in oktober een fabriek geopend voor houten woningen. De eerste woningen hebben hun plek al gevonden in Eindhoven. In Heerenveen zijn we bezig met een pachter van grond van ons om de transitie te maken van melkvee naar hennepteelt. Daar maken we bouwisolatiemateriaal van. We ontwikkelen met Staatsbosbeheer OSB-plaatmateriaal (oriented strand board, plaatmateriaal met van die grote houtsnippers erin – red.) van Hollands hout. Biobased-bouwen kan 500 duizend banen opleveren.
Wat kan een gemeente doen?
‘Ze moeten de bouwsector meer vertrouwen in nieuwe gebiedsontwikkeling. Er is nog steeds sprake van een verkokerde werkwijze, zowel in de organisatie als op relevante thema’s in de gebiedsontwikkeling. Overheid en markt kunnen samen een nulmeting doen en samen de ambitie over gezonde leefomgeving vormgeven. Dan kan je goed en kostenbewust ontwerpen. Dan hoeft het niet altijd veel duurder te zijn.’
Coen van Rooyen: en wat is je advies aan de zaal?
‘Aan de slag!’