Klimaateffectatlas bevat straks nieuwe scenario’s KNMI
Dit artikel is gebaseerd op een artikel van het Kennisportaal Klimaatadaptatie van 5 november
Op 9 oktober presenteerde het KNMI de nieuwe klimaatscenario’s tot het jaar 2100. Nederland moet zich opmaken voor extremere weersomstandigheden en een snellere zeespiegelstijging. Wat betekent de verwachte klimaatverandering in de praktijk? De Klimaateffectatlas geeft inzicht. Deze website krijgt een update op basis van de nieuwe scenario’s.
De nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI werden op 9 oktober gepresenteerd. Er zijn vier verschillende scenario’s. Twee scenario’s die uitgaan van hoge CO2-uitstoot en twee scenario’s die rekening houden met lage CO2-uitstoot. Zowel bij lage als hoge uitstoot kan er sprake zijn van een droger of juist natter klimaat. Dat levert vier scenario’s op die je kunt zien als best-case- en worst-case-scenario’s. Ze schetsen een beeld voor klimaatverandering tot 2100 en voor zeespiegelstijging zelfs tot 2300. Het scenario ‘2100 hoog’ wordt straks ook in de Klimaateffectatlas aangeboden, naast het scenario ‘2050 hoog’. Voor investeringen in de openbare ruimte is het immers belangrijk om minimaal 50 jaar vooruit te kunnen kijken.
Update Klimaateffectatlas
Op de website van de Klimaateffectatlas krijgen gebruikers aan de hand van meer dan honderd kaarten en kaartverhalen, per gebied inzicht in de gevolgen van klimaatverandering. Begin 2024 worden als eerste de kaarten met de klimaatstatistieken uit de nieuwe KNMI-scenario’s vernieuwd. Denk bijvoorbeeld aan het aantal tropische dagen of de hoeveelheid neerslag bij een extreme bui.
In de tweede helft van 2024 volgen ook de kaarten met fysieke gevolgen van klimaatverandering. “Het duurt even voordat de nieuwe klimaatscenario’s goed zijn verwerkt in de modellen bij alle kennisinstellingen en de resultaten zijn gevalideerd. Het is dus niet zo dat we met een druk op de knop alle kaarten kunnen updaten”, zegt Arjen Koekoek, projectleider Klimaateffectatlas bij Stichting CAS. “Sommige kaarten kun je pas gaan maken als andere kaarten er liggen: zo heb je eerst de grondwaterstanden nodig voordat je bodemdaling of funderingsschade kunt berekenen.”
Nieuwe uitgangspunten stresstesten
Grotere weersextremen leiden ertoe dat de klimaatadaptatieopgave groter wordt. Om te bepalen waar kwetsbaarheden zijn binnen een gebied, is in het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) afgesproken dat overheden iedere zes jaar klimaatstresstesten uitvoeren. Daarvoor kan de klimaateffectatlas worden gebruikt. De vorige ronde was in 2019 en de eerstvolgende ronde volgt in 2025. De nieuwe KNMI-scenario’s zijn dan helemaal verwerkt in de Klimaateffectatlas. De ‘Bijsluiter gestandaardiseerde stresstest’ geeft aan hoe je de stresstesten het beste kunt uitvoeren. In de loop van 2024 wordt ook deze bijsluiter geactualiseerd.