Jelle de Jong (IVN): “Werk samen, want in kolommetjes komen we er niet.”
Verslag van het KAN Café met Jelle de Jong, door René Didde
Coen van Rooyen is vandaag in zijn nopjes. De freelance cafébaas, in het dagelijks leven directeur van WoningBouwersNL mag namelijk een glas water tappen voor de ‘geestelijk vader’ van het nu al drie jaar succesvolle KAN-platform. Jelle de Jong, directeur van het Instituut voor Natuureducatie en duurzaamheid (IVN) schuift aan.
De lessen van Jelle De Jong
- Door natuurinclusief te bouwen, komt de natuur naar ons en hoeven wij niet naar de natuur;
- 3000 bedrijventerreinen groenblauw maken verhoogt de arbeidsproductiviteit, arbeidsvreugde en vastgoedwaarde;
- Elk bouwbedrijf moet zich afvragen ‘wat voor soort bedrijf wil ik zijn’;
- IVN en KAN kunnen samenwerken om ‘tuiny forests’ inclusief inheemse tuin en cursus voor bewoners op te leveren.
De Jong stelde enkele jaren terug dat in de hele woningbouwopgave te weinig aandacht is voor natuur en groen. Van Rooyen wil nu weten of de bouwers beter bezig zijn. Maar eerst stelt hij zijn gebruikelijke openingsvraag: wat is zijn mooiste natuurbeleving van de afgelopen weken? Dat blijkt dichtbij huis te zijn. ‘Mijn balkonnetje op twaalf meter hoogte in Amsterdam is een vogelparadijsje aan het worden. We hebben midden in de stad vaste bezoekers als duiven, merels en meesjes en een Vlaamse gaai, maar er zit ook een grote bonte specht te denken of hij zal langswippen. Ik vind het heerlijk om daar met vogelhuisjes te klooien’, aldus De Jong.
Het is het startschot voor een filosofisch uurtje in het KAN-café, zonder de gebruikelijke stellingen van de KAN cafébaas. Jelle de Jong is een Friese boerenzoon (tien generaties, IJlst) met een wonderlijke carrière. Hij werkte acht jaar voor Shell, onder meer in Syrië en werd vervolgens bedrijfsadviseur in Amsterdam. ‘Een periode van het hoofd’. Hij volgde vervolgens meer zijn hart en werkte voor Tempo-Team en Boer&Croon. Wilde tenslotte meer maatschappelijk dienstbaar zijn, volgde de intuïtie van zijn onderbuik en is nu al dertien jaar de directeur van IVN.
Ruimteschip Aarde
‘Iedereen in Nederland zou iedere dag in contact moeten kunnen staan met de natuurlijke leefomgeving’, zegt De Jong. ‘Het gaat immers niet zo goed met het ruimteschip Aarde, het kleine blauwe bolletje in het universum. Als je de evolutie ziet als een hoorspel van 48 uur, dan zijn wij als mens in het laatste uur opgekomen en zijn we er in geslaagd om in de laatste tien minuten 70 procent van alle diersoorten te laten verdwijnen. We waren tienduizenden jaren jager-verzamelaar, duizenden jaren boer, honderden jaren fabrieksarbeider en sinds enkele tientallen jaren kenniswerker. Samenvattend: we hebben te maken met een ongekende ‘tijdsversnelling’: van een tijdperk van verandering naar een verandering van tijdperken. De mensheid heeft op geologische schaal invloed op de planeet, we noemen dat het Antropoceen.’
Waarin ook veel goeds is gebeurd, relativeert De Jong. ‘Stelde jij laatst niet, Coen, in een interview dat een modale sociale huurder beter woont dan de koning van Frankrijk in de Middeleeuwen? Dat is zeker waar, maar de keerzijde is wel dat we teveel los zijn gekomen van de natuur. Het kan natuurinclusiever.’
Van hoofd naar hart en buik
Hoe? ‘Door te leren, te beleven en mee te doen’, zegt de IVN-directeur. Het IVN-gedachtegoed is dat hoe meer je weet van natuur, hoe meer je ervaart, hoe meer ervan houdt en ervoor gaat zorgen. Ook een beweging van hoofd naar hart en buik. De Jong: ‘Je kijkt buiten je naasten en familie. Dan kom je in je buurt en stad en heb je meer aandacht voor alles wat leeft in de wereld. Dan word je nederig.’ We zijn onderdeel van een natuurlijk systeem, gebaseerd op vijf miljard jaar research en development. In een theelepel ondergrond zitten meer micro-organismen dan er mensen op aarde zijn.’
We zijn onderdeel van een natuurlijk systeem, gebaseerd op vijf miljard jaar research en development. In een theelepel ondergrond zitten meer micro-organismen dan er mensen op aarde zijn.
De natuur moet naar ons toe komen
Jelle de Jong vindt dat de bouwsector de natuurinclusiviteit intussen beter heeft opgepakt. ‘Ik deed mijn uitspraak in de periode van het Lente Akkoord en BENG. Er is daar vooral door de inzet van Claudia Bouwens zoveel gebeurd. Ik zag dat de tijd rijp was voor een versnelling van duurzaam bouwen in de richting van meer natuur en biodiversiteit in de leefomgeving. We zagen ‘de natuur’ lange tijd als iets waar je met de auto naar toe ging. Maar dat kan niet iedereen. Daarom moet de natuur naar ons komen. De bouwsector kan nog meer bijdragen aan opschaling en bewustwording. Twintig jaar geleden waren klimaatadaptatie, biodiversiteit en natuurinclusief nog nieuwe woorden. Nu is het volop in beweging.’
Maar er is ook woningnood, schaarste aan grondstoffen en gebrek aan goed personeel. Er is veel regelgeving. ‘Het is een uitdaging voor de bouw om desalniettemin natuurinclusiviteit en circulariteit te bereiken’, zegt De Jong. ‘Werklandschappen van de Toekomst’ is een goed voorbeeld. ‘Drieduizend bedrijventerreinen, ofwel 100 duizend hectare grotendeels versteend en hittegevoelig terrein, waar je vroeger niet dood gevonden wilde worden, worden nu groenblauw en klimaatbestendig. De arbeidsproductiviteit, arbeidsvreugde én vastgoedwaarde neemt toe. En het mooie is dat niemand tegen is, van de PvdA tot Forum voor Democratie en BBB.’
Drieduizend bedrijventerreinen, ofwel 100 duizend hectare grotendeels versteend en hittegevoelig terrein, waar je vroeger niet dood gevonden wilde worden, worden nu groenblauw en klimaatbestendig.
Van ik naar wij
Dit alles leidt tot een overgang van de eeuw van het ‘ik’ naar de eeuw van ‘wij’, verwacht De Jong. ‘We moeten van eigenbelang naar meerwaarde en brede waarde voor iedereen. We zien de bedreigingen. We weten heel goed dat grondstoffen eindig zijn. We hebben de kennis en data over de stand van de biodiversiteit en de staat van de oceanen. En we zijn zo slim dat we oplossingen hebben.’ Dat is ambitieus, vindt Coen van Rooyen. ‘Moet er naast de liefde en educatie van het IVN ook niet wat straf en dwang om de veranderingen te bevorderen?’. We willen geen dictatuur, antwoordt Jelle de Jong. ‘Natuurinclusief bouwen kan, zeker als de overheid ook mee-investeert. Als we bedrijventerreinen en ook schoolpleinen vergroenen, ontstaan er nieuwe normen, wat dan kan leiden tot een gebiedslabel. Als zeg tachtig procent van de partijen het daar over eens is, dan pas kunnen we het legaliseren en kun je straf en dwang oefenen op de twintig procent achterblijvers.’
Wat moet de bouw daarvoor doen? ‘Elk bouwbedrijf moet zich daarvoor afvragen ‘wat voor een bedrijf wil ik zijn? Wat is onze missie? Hoor je bij wat er al is, of wil je horen bij wat er moet komen? Een bedrijf waar mensen graag voor willen werken en waarvan tevreden kopers huizen betrekken. Moet je nou toch eens kijken: een huis met een inheemse tuin! Je moet nadenken hoe je je aantrekkingskracht wil vormgeven.’
Elk bouwbedrijf moet zich afvragen ‘wat voor een bedrijf wil ik zijn? Wat is onze missie? Hoor je bij wat er al is, of wil je horen bij wat er moet komen?
IVN leidt daartoe bijvoorbeeld hoveniers op en geeft cursussen aan leerkrachten om uitleg aan leerlingen te kunnen geven over een tiny forest op schoolplein. Het KAN platform heeft op zijn beurt al een factsheet ‘hoe verleid je bewoners tot een natuurinclusieve tuin’. IVN en KAN zouden nog meer kunnen samenwerken om projectontwikkelaars te scholen en bewoners te helpen. Jelle de Jong: ‘inclusief een educatiepakket over een tuiny forest van 6 m² met inheemse struiken. Dan kan de leefomgeving écht een paradijs worden. Het KAN!’
Oproep
Tenslotte verleidt cafébaas Coen van Rooyen als gebruikelijk zijn gast tot de oproep aan Minister Hugo de Jonge. En daar heeft Jelle de Jong over nagedacht. Hij wendt zijn blik professioneel naar de camera. ‘Geachte Minister de Jonge, beste Hugo, ik bewonder je daadkracht. Je hebt Nederland bij de hand genomen hadden tijdens een ernstige epidemie. Nu ben je verantwoordelijk voor de woningbouw. Hugo, wil jij een positieve kracht zijn om onze verbinding met de natuur in de gebouwde omgeving te herstellen? Ik geloof het wel, want de maatlat klimaatadaptieve woningbouw komt er aan. Hugo, werk samen met je collega’s, want in ‘kolommetjes’ komen we er niet. Help mee om Nederland nog mooier, nog groener en nog gelukkiger te maken.’
Het volgende KAN-café vindt plaats op donderdag 6 april van 13.00-14:00, met Hiltrud Pötz, architect en adviseur. Schrijf je alvast in!