Poelenburg-Zuid: een workshop groenblauwe gebiedsontwikkeling met Hiltrud Pötz
Verslag van de workshop met Hiltrud Pötz (Atelier GroenBlauw) en Mathias Lehner (gemeente Zaanstad) tijdens de KAN platformbijeenkomst op 29 november. Tekst en beeld: Anton Coops
De gemeente Zaanstad gaat de komende 20 jaar zo’n 40% groeien, van 160.000 inwoners nu naar 220.000 in 2040. Mathias Lehner, architect van origine, is één van de auteurs van de omgevingsvisie. Aan hem de taak om de stad als één groenblauw systeem te duiden en daarbinnen de verwachte groei te accomoderen. Een belangrijke karakteristiek van de gemeente Zaanstad is dat er geen uitleggebieden zijn.
Mathias heeft voor deze KAN workshop de casus Poelenburg-Zuid ingebracht: een wijk waar de verwachte bevolkingsgroei mede moet gaan landen. Het is een typische jaren ‘60 wijk die, aldus Mathias, evengoed in Deventer of Zwolle had kunnen liggen. Hij karakteriseert de wijk als “het Rotterdam-Zuid van Zaanstad”. In het zogenaamde ‘Pact Poelenburg Peldersveld’ is twee jaar geleden afgesproken dat er de komende 20 jaar fors zal worden geïnvesteerd. Streven naar kansengelijkheid is daarbij een belangrijk uitgangspunt.
Het aandeel sociale huur in Poelenburg-Zuid is op dit moment 67%. Uit landelijke studies blijkt echter dat meer dan 30% sociale huur een negatieve indicator is. Daarom is één van de doelstellingen om het aandeel sociale huur terug te brengen naar 40%. Dit zal gebeuren door sloop/nieuwbouw van woningen met een slecht energielabel, en door het bijbouwen van nieuwe woningen in andere sectoren. De woningnood is hoog in Zaanstad dus de gemeente wil snel aan de slag.
Groene troeven
De deelnemers aan de workshop worden in twee groepen ingedeeld. Ze krijgen de benodigde kaarten en een set viltstiften om ideeën vast te leggen. Mathias maakt de verbinding met het groenblauwe thema: “De grote troeven van de wijk zijn de groene gebieden met veel volgroeide bomen die er al zo’n 60 jaar staan. Daarnaast is er veel water, dat nu nog vaak als een barrière wordt ervaren, maar dat ook zou kunnen dienen als een entree”.
Sterker nog: de strook groen langs de wijk is volgens Mathias het langste park van Nederland, en die troef wordt op dit moment nog niet goed ingezet. Er is ook nog een gebied met volkstuintjes. Als het gaat om klimaatadaptiviteit dan scoort Poelenburg-Zuid momenteel heel goed, maar omdat er flink bijgebouwd zal worden is de uitdaging vooral om ervoor te zorgen dat die uitgangspositie niet verslechtert. Een laatste algemene karakteristiek van de wijk: de auto is er zeer populair. Mathias kent voorbeelden van appartementen die door vier personen worden bewoond, waarbij iedereen een auto heeft, plus nog een busje van de zaak.
Aan de slag
Hoe kijk je op gebiedsniveau naar de natuurinclusieve en klimaatadaptieve aspecten van deze casus? Hiltrud Pötz geeft een paar gedachten mee aan de deelnemers. “Ik neem aan dat het gebied vrij vlak is, er is genoeg groen en er is genoeg water in de buurt. Bovengronds afvoeren van regenwater, onder andere via wadi’s, lijkt geen probleem. Er kan eventueel regenwater worden gebufferd op vloeiveldjes of groene daken. Daarnaast kijk je naar de verbinding van al dat groen.”
Het is een vrij grote opgave en er is weinig tijd, maar toch proberen de twee groepen zich een beeld te vormen van de mogelijkheden in Poelenburg-Zuid. De groene en blauwe stiften worden ter hand genomen. Hiltrud Pötz tekent een paar strategisch gelegen nieuwe geultjes. “Dit is volledig hypothetisch, want je moet eerst goed naar de ondergrond kijken”, voegt ze eraan toe. En geïnspireerd door de presentatie eerder die middag van Nick de Goeij wordt er een ‘Timpaan-oplossing’ ingetekend. Dat staat voor parkeren op halfverharding onder een groene pergola, met flinke bomen in het midden. En woningen met een kleinere beukmaat die wat meer de hoogte ingaan, waardoor je ruimte vrijspeelt voor groen.
Een goede vraag is altijd: waar worden bewoners blij van? Moestuintjes bijvoorbeeld, een barbecue, een picknick plek, speeltuintjes. “Wat je niet moet doen is grote grasvlaktes aanleggen. Het is de uitdaging om echt plekjes te maken.”
Hiltrud Pötz haalt haar eigen ervaringen aan met het vergroenen van wijken met lage inkomens. “De mensen hebben andere prioriteiten. Je leunt dan zwaar op die paar mensen in de wijk die met je mee willen denken. Als je uitnodigingen per e-mail verstuurt komt er bijna niemand naar de participatie bijeenkomsten die je organiseert. Je kunt beter van tevoren van deur tot deur gaan om iedereen de hand te schudden. Ook een partytent op locatie voor de bijeenkomst helpt. Pas na de tweede of derde bijeenkomst begint het een beetje te lopen. Wat goed werkt is bijvoorbeeld een maaltijd bestellen via de sociale werkplaats, of zorgen voor een leuk gebakje bij de koffie voorafgaand aan de bijeenkomst. En dan eerst eens een uurtje praten over alledaagse dingen, zoals bijvoorbeeld de vakantie, zodat je langzaam ‘mens wordt’ voor elkaar. Zo werk je stap voor stap naar een betrokken gemeenschap.”