Hiltrud Pötz: groenblauwe netwerken zijn altijd winst
Verslag van de plenaire sessie met Hiltrud Pötz tijdens de KAN Platformbijeenkomst op 29 november – door René Didde.
Hiltrud Pötz is architect en adviseur. We kunnen haar zien als ‘KAN-architect’ avant la lettre. In de jaren 90 ontwierp zij het befaamde HSB gebouw van Rijkswaterstaat in Terneuzen met onder meer gerecycelde meerpalen.
Helaas moest het wijken voor een kanaalverbreding. Met haar Atelier GroenBlauw is zij al meer dan dertig jaar betrokken bij groene en duurzame planontwerpen. ‘Meer groen en blauw is altijd winst’, zegt ze. Als je ‘meebouwt met de natuur’ wordt de bodem een spons die wateroverlast vermindert en droogte tegengaat, aldus Pötz. Groen gaat hittestress tegen doordat bomen een ‘koelmachine’ zijn. Groen stimuleert bewoners tot activiteit. Groen kan tot voedselproductie verleiden (moestuinen) en energie opleveren (biomassa uit groen, aquathermie uit blauw). Ten slotte leidt het tot betere luchtkwaliteit, zij het marginaal.
Sleutels voor succes
- goed samenwerken met een open begroting;
- regenwaterafvoer niet ondergronds maar bovengronds;
- ga uit van het groen dat er al is: ‘bouw mee met de natuur’
Vitamine G
Vijftig procent van de bewoners in het groen voelen zich gezonder, 38 procent is ook echt gezonder. ‘Groen is vitamine G en dat levert ook geld op: mensen gebruiken minder medicijnen’, aldus Pötz. Ze laat veel voorbeelden zien. In de wijk Hammarby Sjöstad verloopt alle afvoer van het ‘afgekoppelde’ regenwater bovengronds en is het maaiveld maximaal groen. Ook hier geldt winst. ‘Ondergrondse afvoer in hemelwaterbuizen kost € 1000 per meter.’
De wijk Jenfelder in Hamburg gaat nog een stapje verder. Door composttoiletten is het waterverbruik slechts ½ liter in plaats van 6 liter. ‘De fecaliën worden in de wijk vergist wat veertig procent van de warmte levert en door warmte-krachtkoppeling bovendien voorziet in veertig procent van de stroom’, zegt Pötz. En waar wind en zon pieken en dalen vertonen, is hier een constante aanvoer. ‘Met 700 tot 800 woningen is de aanleg rendabel. Het vergt een andere rol van het waterschap. Zij moeten hun dienstverlening aanpassen en ‘naar het water toe’ in plaats van dat het water naar hen toe komt.’
In eigen land is de Culemborgse wijk EVA Lanxmeer een toonbeeld van KAN. Een bestaande hoogstamboomgaard werd park en een dichtgelegde rivierarm doet dienst als waterberging. De woningen hebben relatief kleine tuinen maar grote gemeenschappelijke groenvoorzieningen die de bewoners zelf onderhouden. ‘Ze krijgen elk jaar na een schouw door de gemeente een bijdrage aan de gemeentekas. Het gaat al twintig jaar goed.’
Belangrijk is ook dat bewoners niet worden gedwongen mee te doen, maar uitgenodigd. Al staat in een kettingbeding in het koopcontract dat geen schutting maar hagen als erfafscheiding dienen.
Hof van Heden in Rotterdam laat zien dat veel groen, wadi’s en vijvers niet alleen voor de happy few is maar ook in de sociale huursector mogelijk is. De aanleg was kostenneutraal doordat een hemelwaterriolering niet nodig was. ‘Een hovenier staat garant voor gedegen snoei. Bewoners kunnen leren hoe het moet’, aldus Pötz. Eindhoven, Heemskerk en Delft kennen soortgelijke ontwikkelingen.
De grootste succesfactor is goede samenwerking, eerlijk zijn en binnen het budget blijven. ‘Werk met een open begroting. Architect, aannemer en constructeur kunnen samen tot oplossingen voor eventuele problemen komen.’
Download de presentatie van Hiltrud Pötz
Hiltrud Pötz schreef het boek ‘Groenblauwe netwerken voor veerkrachtige steden’. Te bestellen via www.groenblauwenetwerken.nl Nieuwe deelnemers aan het KAN-platform krijgen het cadeau.