Een groene omgeving draagt bij aan je gezondheid
Verslag van het KAN Café van 10 november met gedragswetenschapper Jolanda Maas, door René Didde.
Het mooiste natuurmoment van Jolanda Maas was dat afgelopen zaterdag na een half jaar voorbereiding eindelijk de schep de grond in ging op het schoolplein van haar dochter (5 jaar). ‘Samen met de kinderen en docenten hebben we de tegels van het schoolplein gewipt en een begin gemaakt met de vergroening. Dat was in de acht jaar daarvoor met mijn zoon (13), op een andere school, niet gelukt.’
Sinds 2005 werkt de universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit Amsterdam aan onderzoek naar helende effecten van natuur op de gezondheid. Haar proefschrift uit 2009 (link via NKWK) ging over vitamine G, waarbij G voor Groen staat. Kinderen, studenten, buurtbewoners, patiënten, zorgverleners en chronisch zieken vormen haar doelgroep. Op deze zachte novembermiddag schuift de gedragswetenschapper aan in het gezellige cafétje van Coen van Rooyen, kroegbaas en tevens directeur van WoningbouwersNL. ‘Er is een crisis in de biodiversiteit (stikstof), een wooncrisis, een klimaatcrisis en de zeespiegel stijgt’, begint de montere cafébaas terwijl hij een fris glas water inschenkt. ‘Vind jij dat er ook sprake is van een gezondheidscrisis’, vraagt hij. ‘Zeker’, antwoordt Maas beslist en tovert direct een grafiek tevoorschijn. ‘De zorgkosten stijgen van 100 miljard nu tot 174 miljard in 2040, en ze verdriedubbelen zelfs tot 2060. Die kosten voel je al jaren in je portemonnee door de jaarlijkse stijging van vijf tot tien procent. Het is ook crisis, omdat er niet genoeg mensen beschikbaar zijn om in de zorg te werken.’
De lessen van Jolanda Maas
- Het is raadzaam om naast klimaat en biodiversiteit ook gezondheid als beweegreden op te voeren om natuurinclusief te bouwen.
- De wetenschappelijke bewijzen voor de effecten van natuur op gezondheid staan in de geactualiseerde factsheet ‘Natuur en gezonde leefstijl’.
- Hoe mooier en diverser het groen, hoe beter het gebruikt wordt en hoe meer mensen elkaar kunnen ontmoeten. Dat leidt tot een betere gezondheid en welbevinden.
- Rijk, provincies, gemeenten, zorgverzekeraars, ontwikkelaars, bouwbedrijven maar ook bewoners zelf zijn aan zet om vergroening te stimuleren.
- Gezien de gezondheidsvoordelen en de wens van zorgverzekeraars om naast een zorgplicht ook een gezondheidsplicht te krijgen is het interessant om zorgverzekeraars bij de vergroening van gemeentelijke en particuliere plannen te betrekken.
- Minister de Jonge moet een harde norm voor het oppervlak aan groen in de tuin afkondigen, bijvoorbeeld vijftig procent.
- Het Rijk moet meer integraal beleid voeren door het sociale en fysieke domein samen te laten werken aan de woningbouwopgave.
- Meer onderzoek is nodig om goed te onderzoeken hoe vergroening van de woonomgeving leidt tot gezondheidswinst.
Het is de overtuiging van Jolanda Maas dat mooi en divers groen in de leefomgeving bijdraagt aan het welbevinden van mensen. ‘Toen ik in 2005 begon waren er welgeteld twee in internationale wetenschappelijke tijdschriften gepubliceerde onderzoeken die toonden dat mensen die wonen in een groenere woonomgeving zich gezonder voelen. Nu zijn er honderden onderzoeken die de samenhang tussen een groene woonomgeving en gezondheid aantonen.’
Op de vraag of dit toch niet een beetje ‘kauwgomballenwetenschap’ is (mensen die zich kunnen veroorloven in groen en niet in een ‘banlieu’ te wonen, zijn rijker, hoger opgeleid, sporten meer, eten beter, kortom ze leven al gezonder en wat te denken van de vergrijzing), antwoordt Maas al even beslist: ‘Factoren als inkomen en opleiding werken inderdaad verstorend, maar die kunnen we er in onze onderzoeken uit filteren. In wijken met veel groen komen zo’n 20 tot 25 procent minder mensen bij de huiarts met klachten als diabetes, depressie en migraine dan in ‘stenige wijken’ waar geen groen is’, aldus Maas. ‘Op bedrijventerreinen gaan we de komende 9 jaar aan de slag met langer onderzoek. Met subsidie van de overheid kunnen we nagaan wat vergroening van bedrijventerreinen oplevert voor productiviteit, ziekteverzuim en vitaliteit van medewerkers.’
Geen triest plantsoen
Belangrijk is dat het groen divers is, en dat het niet een triest plantsoen betreft met wat gras, een boom en wat struiken. Dat laatste nodigt namelijk uit tot parkeren in het groen of tot het dumpen van zwerfafval als blik en plastic. ‘Hoe toegankelijker het is en hoe beter onderhouden, hoe ‘zorgelozer’ het groen’, ziet Maas bijvoorbeeld in Nijmegen. In dergelijke wijken ontvangen de gemeenten minder klachten.’
Mensen die daar groene voortuinen hebben in plaats van zwaar betegelde tuinen bewegen meer omdat ze het groen moeten onderhouden, ze ontmoeten hun buren ook vaker om bijvoorbeeld tips te delen over hoe je de struiken moet snoeien. Je ziet bij meer groen in de buurt ook dat er meer sociale cohesie in de wijken ontstaat. Maar alleen met het aanleggen van groen verbeter je niet optimaal de gezondheid. Het is goed om ook activiteiten te organiseren in het groen. Denk bijvoorbeeld aan een oogstfeest of koopmiddag organiseren voor producten uit een moestuin. Of nodig buurtsportcoaches uit om activiteiten op het groene schoolplein te organiseren. Groen verlevendigt. Zeker als je mensen bij de vergroening betrekt zodat ze zich ook eigenaar gaan voelen van de groene ruimte.’
Als er dan zoveel baten of vermeden lasten zijn, stelt Van Rooyen, is het dan niet logisch dat zorgverzekeraars betalen voor een groene leefomgeving? Jolande Maas constateert dat zorgverzekeraars vooralsnog lastig zijn te interesseren in investeren in preventie middels groen. ‘Ze manen wel tot bewegen en sport, ze hebben lifestyle-coaches in dienst en staan open voor mindfullness. Vergroenen van de leefomgeving doen ze echter niet. Misschien mag het wettelijk ook niet’, zegt Maas. Wat zou helpen om zorgverzekeraars meer tot preventie te bewegen is dat de zorgplicht wordt uitgebreid tot een gezondheidsplicht. ‘Hier roepen zorgverzekeraars zelf toe op en als de gezondheidsplicht er komt dan geeft dat een mooi haakje voor de betrokkenheid van zorgverzekeraars bij het creëren van groenere omgevingen.’
Voorlopig moet de bewoner daarom voor zijn eigen groen betalen en de gemeente opdraaien voor vergroening van de openbare ruimte. Al zie je steeds meer initiatieven als Operatie Steenbreek waarbij bewoners voor verwijderde tegels uit hun tuin gratis plantjes krijgen bij tuincentra. Eigenlijk pleit Maas echter voor een coalitie van overheid, woningcorporaties, projectontwikkelaars én zorgverzekeraars die zich buigt over vergroening van de leefomgeving.
De rol van ontwikkelaars
De derde stelling die in café KAN wordt besproken – Van Rooyen schenkt nog maar eens bij – is de rol van ontwikkelaars. Jolanda Maas vindt dat ontwikkelaars zich vooralsnog te gemakkelijk van de vergroening af maken. ‘Het zou helpen als de vergroening in een vroegtijdig stadium een serieuze plaats krijgt in de plannenmakerij. Dat niet alleen wordt gekeken hoeveel woningen we kwijt kunnen, maar dat een landschapsarchitect nagaat hoe groen een plek kan krijgen om een biodiverse, klimaatbestendige en gezonde woonomgeving te creëren.’
Op de een of andere manier kiezen mensen zelf echter ook te weinig voor vergroening van hun kavel. ‘Het onderhoud ervan is vermoedelijk een reden. Hoveniers zouden kunnen helpen om bewoners te stimuleren te kiezen voor een groenere tuin. Waarschijnlijk zet het meer zoden aan de dijk zet om in de regelgeving eenvoudigweg een harde eis op te nemen als ‘vijftig procent van de tuin moet groen zijn’, oppert de gedragswetenschapper. ‘Ik ben echter niet goed op de hoogte van de kosten.’ Cafébaas Coen van Rooyen weet echter van de vele ecologen die het KAN-café de afgelopen twee jaar bezochten dat de kosten van groen ‘verwaarloosbaar’ zijn ten opzichte van verharding.
Jolanda Maas wijst ten slotte op de factsheet ‘Natuur en gezonde leefstijl’. ‘Deze factsheet op initiatief van Annette Postma biedt huisartsen een overzicht van wat er precies nu allemaal wetenschappelijk bekend is over de relatie tussen natuur en gezondheid.’ Dit document kan opdrachtgevers overtuigen dat het vergroenen van de leefomgeving naast biodiversiteit en klimaatbestendigheid ook kan bijdragen aan de gezondheid van mensen.’
Het advies van gedragswetenschapper Jolanda Maas aan Minister de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zou dan ook zijn om kennis te nemen van deze publicatie en naast alle haast die hij aan de dag wil leggen, ook haast te maken met een norm voor natuurinclusief bouwen. ‘Daarnaast wil ik bepleiten om meer integraal naar de woonopgave te kijken. Betrek naast het fysieke domein ook het sociale domein door bijvoorbeeld de minister van Sociale Zaken en de minister van Volksgezondheid te betrekken.’
Het volgende KAN-café is op donderdag 8 december. Coen van Rooyen ontvangt dan Iris Blom, van de Struikrovers, die duizenden in onbruik geraakte heesters uitgraven en een nieuwe bestemming geven.