Opinie: Wie laag woont, kan beter geen parket maar tegels nemen - KAN bouwen

Opinie: Wie laag woont, kan beter geen parket maar tegels nemen

Dit artikel van René Didde verscheen op 12 juli 2022 op de opiniepagina van De Volkskrant

Een jaar geleden viel een ‘waterbom’ op Zuid-Limburg die voor miljoenen schade veroorzaakte in Valkenburg. Zulke extreme klimaatgebeurtenissen gaan vaker plaatsvinden. Maar voorlichting daarover schiet schromelijk tekort: in Valkenburg leggen veel getroffen bewoners met verzekeringsgeld gewoon weer parket, alsof de ramp pas over vijfhonderd jaar weer optreedt.

Vanaf Zuid-Limburg tot de Ardennen en de Eiffel snoerde vanaf 11 juli 2021 een ‘koudeput’ (een lokale depressie) zich van een atmosferische straalstroom af. Terwijl hij langzaam zuidwaarts bewoog, werd hij gevoed met vochtige warme lucht uit het noordoosten. De depressie moest zich wel leegregenen. In twee etmalen valt een 16 centimeter dik pakket water naar beneden, in sommige plaatsen in België en Duitsland zelfs 25 centimeter.

De Geul en zijn zijbeken vangen veel van dat regenwater op, en al dat water moet ergens heen. Waterschap Limburg zet alle vierhonderd tijdelijke regenbuffers open, maar het is niet genoeg. In België en Duitsland, waar bodems minder water doorlaten, de rivieren sneller aflopen en veel minder buffers beschikbaar zijn, komen honderden mensen om en is de materiële schade nog veel groter. Hele dorpen worden verwoest. Bijna 40 procent van de verzekeringsdossiers zijn nog steeds niet afgesloten.

Kennisinstituut Deltares berekende wat zou kunnen gebeuren als eenzelfde ‘waterbom’ op de stad Utrecht of op Schiphol zou vallen. Meer dan 1 miljard euro schade en mogelijk veel dodelijke slachtoffers, concludeerden ze. Doorgebroken regionale dijken en waterkeringen zouden grote logistieke problemen geven, er kwamen mislukte oogsten op tienduizenden hectaren, uitvallende elektriciteit en grootschalige evacuaties op plaatsen waar waterwegen samenvloeien. Het rapport las als het script van een rampenfilm.

Risicogebieden
In de risicoprognoses scoren Roermond, Eindhoven, Den Bosch en Tilburg hoog. Ook het zakkende Groningen, de droogmakerijen in Noord-Holland, de Betuwe, het Sallandse weteringsysteem en Enschede lopen risico’s.

De vraag dringt zich op: doet Nederland wel genoeg om zich voor te bereiden? Waterschappen en Rijkswaterstaat onderzoeken momenteel hun eigen stroomgebieden op zwakke, gevaarlijke plekken. Ze denken na over noodbergingssystemen, zoals het uitgraven van natuurlijke laagten en de aanleg van bekkens die 100.000 kubieke meter water kunnen opvangen. Maar er moet meer gebeuren. Waterbeheerders zouden boeren kunnen betalen om meer weilanden aan te wijzen als tijdelijke waterbergingen of ze om te zetten in overstroombare boomgaarden of bossen.

In Valkenburg leggen veel getroffen bewoners met verzekeringsgeld gewoon weer parket, alsof de ramp pas over vijfhonderd jaar weer optreedt. Dat is echter een misvatting.

Aardappels en woonwijken
Het zijn maar voorbeelden van hoe Nederland in zijn ruimtelijke ordening veel meer rekening moet gaan houden met perioden van extreme wateroverlast en droogte. Op lage plaatsen moeten we geen aardappels of mais telen, op veel plekken moeten we geen woonwijken meer bouwen. Waar we dat toch doen, moeten we werken met terpen of drijvende, met het waterpeil meebewegende oplossingen.

Wie op lage grond bouwt, moet geen parket maar tegels nemen en stopcontacten hoog boven de plint monteren. Voorlichting daarover schiet schromelijk tekort: in Valkenburg leggen veel getroffen bewoners met verzekeringsgeld gewoon weer parket, alsof de ramp pas over vijfhonderd jaar weer optreedt. Dat is echter een misvatting – droogte en plotselinge wateroverlast gaan veel vaker voorkomen.

Waterberging
Van de watersnoodramp in 2021 kunnen we ook leren dat water zo hoog mogelijk in het stroomgebied moet worden gebufferd. Dat verlaagt de waterpiek stroomafwaarts aanzienlijk. Onderzoek van bureau Stroming liet twintig jaar geleden al zien dat in veel Belgische en Duitse zijdalen water tijdelijk kan worden opgevangen en de sponswerking van de bodem kan worden hersteld. Er is daar ruimte die in Nederland ontbreekt, dus we kunnen meebetalen aan de inrichting.

Tijdelijke wateropslag kan bovendien helpen zomerdroogte te bestrijden. Dat maakt de drinkwaterwinning uit de Maas en Rijn minder kwetsbaar. Zeven weken na de watersnoodramp in Valkenburg wierpen tractoren op het nabijgelegen plateau van Margraten alweer droge stofwolken op. Met betere waterberging kunnen we dat in de toekomst deels voorkomen.

René Didde is journalist (onder andere werkzaam voor het KAN-platform) en auteur van het boek Nederland Droogteland.