Landelijk ‘level playing field’ klimaatadaptieve nieuwbouw
Gemeenten, waterschappen, provincies en marktpartijen zijn het erover eens dat de opgave om klimaatbestendig te bouwen vooralsnog te vrijblijvend wordt ingevuld. Het is tijd om de ambities een meer verplichtend karakter te geven. Richtlijnen kunnen hieraan bijdragen.
Dat blijkt uit het rapport ‘Verkenning landelijk level playing field klimaatadaptieve nieuwbouw’. Het netwerk Samen Klimaatbestendig heeft in samenspraak met de VNG, het IPO, de Unie van Waterschappen en de provincie Zuid-Holland een verkenning gedaan over de behoefte aan landelijke richtlijnen voor klimaatadaptief bouwen. De uitkomsten dienen als fundament onder de landelijke maatlat voor een klimaatadaptieve gebouwde omgeving, die op dit moment vanuit de ministeries van BZK, IenW en LNV wordt ontwikkeld.
Conclusies uit het rapport
In 2015 is op landelijk niveau de afspraak gemaakt (Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie) dat klimaatbestendigheid en waterrobuustheid vanaf 2020 een vast onderdeel zijn in al het beleid en handelen van gemeenten, waterschappen, provincies en rijk om te zorgen voor een klimaatbestendige inrichting van Nederland. We constateren nu, medio 2022, dat dit nog lang niet in alle nieuwbouwprojecten en gebiedsontwikkelingen het geval is.
Tegen dat licht is er brede consensus dat het daarom nu tijd wordt om de vrijblijvendheid achter ons te laten en aan deze ambitie een meer verplichtend karakter te geven. De klimaatverandering wacht niet en de gevolgen van weersextremen zijn steeds merkbaarder en zichtbaarder – wat de komende jaren alleen nog maar zal toenemen. Het gesprek hierover moet nu toch echt gaan verschuiven van de ‘of’-vraag (gaan we aan de slag met deze opgave) naar de ‘hoe’-vraag (hoe gaan we deze opgave oplossen?).
Het gesprek hierover moet nu toch echt gaan verschuiven van de ‘of’-vraag (gaan we aan de slag met deze opgave?) naar de ‘hoe’-vraag: hoe gaan we deze opgave oplossen?
Landelijke richtlijnen niet zonder meer wenselijk
Eventuele landelijke richtlijnen worden niet zonder meer door alle betrokkenen bij voorbaat wenselijk geacht. De zorgen die hier aan ten grondslag liggen lijken echter goed geadresseerd te kunnen worden door ervoor te zorgen dat:
a. De locatie-specifieke aard van de opgave recht wordt gedaan en er ruimte blijft voor lokaal maatwerk;
b. Eventueel te formuleren richtlijnen goed aansluiten bij lokale en regionale ‘best practices’ waar al veel draagvlak voor is en een stevig gevoel van eigenaarschap op bestaat;
c. Er nadrukkelijk geen maatregelen zullen worden voorgeschreven;
d. Eventuele prestatie-eisen als middel voor het bereiken van een doel worden aangeboden waar door middel van een ‘comply-or-explain’ principe lokaal van afgeweken kan worden.
Landelijke richtlijnen bieden echter een aantal belangrijke kansen om te versnellen op deze opgave. Twee belangrijke kansen daarbij zijn:
a. Gemeenten die knelpunten ervaren op het gebied van capaciteit en expertise kunnen hiermee stevig ondersteund worden;
b. Bij alle ketenpartners zal bekend zijn dat deze opgave mee moet worden genomen en hoe hier op gestuurd wordt.
Het voorbeeld van de samenwerkende regio’s (Utrecht, Zuid-Holland, MRA, Gelderland) met de grootste nieuwbouwopgave laat zien dat eventuele richtlijnen generiek kunnen worden geformuleerd en tegelijkertijd haalbaar en praktisch uitvoerbaar kunnen zijn.
In de markt is al voldoende ervaring op gedaan met klimaatadaptief bouwen; de know-how en expertise is aanwezig om landelijke richtlijnen in de praktijk te brengen.
Download het rapport Verkenning landelijk level playing field klimaatadaptieve nieuwbouw