Alles voor leefbaarheid: meterdiepe boombakken in plaats van parkeerplekken
Verslag van de KAN-excursie naar Little C in Rotterdam
Vijftien stoere woontorens van vier tot zeventien hoog, waarvan een aantal voorzien van een flinke daktuin. Het meest opvallende is dat vele torens met elkaar zijn verbonden door stalen loopbruggen, die direct een associatie met New York oproepen. Op het maaiveld zien we intieme pleintjes en een paar steegjes, veel groene struiken, heesters en een aantal volwassen bomen.
Op amper 1 hectare in de Rotterdamse Coolhaven is in 2021 een heel ‘cool’ project opgeleverd, 360 woningen, een hoge dichtheid en toch groen. ‘Little C’ is het project van ERA Contour en J.P van Eesteren gedoopt. Een klein maar fijn gezelschap KAN-platformdeelnemers ging er op 10 mei een kijkje nemen.
Het terrein langs de GJ de Jongweg was tot voor kort zo’n plek waar je niet dood gevonden wilde worden. In de Tweede Wereldoorlog stond er een betonnen muur die als een checkpoint fungeerde voor de nazi’s om de bevolking te controleren. ‘Later zat er een laboratorium en was het een parkeergarage voor medewerkers van het naastgelegen Erasmus Medisch Centrum’, laat Niels van der Zwan van ERA Contour zien op foto’s. ‘Het was ook een autoweg, met twee banen heen en twee banen terug, veel asfalt met een trambaan in het midden. Het was ook een tijd een tippelzone.’
‘Groen, rust, een buurtje, elkaar ontmoeten’, waren de kernwoorden die de ontwikkelaars noteerden op avonden met tot wel tweehonderd mensen.
Al vanaf 1988 was het een ‘moeilijk te ontwikkelen locatie’. Vele plannen sneuvelden. Tot een prijsvraag Little C als winnaar aanwees. ‘Groen, rust, een buurtje, elkaar ontmoeten’, waren de kernwoorden die de ontwikkelaars noteerden op avonden met tot wel tweehonderd mensen. ‘We gaven de mensen een Virtual Reality-bril waarmee ze zich een voorstelling konden maken van de toekomst’, zegt Van der Zwan. Voor hun ogen waanden ze zich alvast op de pleintjes en de daktuinen.
Met de grote raampartijen, de ‘pakhuisstijl’ en sierlijke metaalwerk aan loopbruggen en balkons is precies de verbinding gevonden tussen het rauwe verleden van het gebied en de behoefte aan een intiem buurtje. Want verbinden, daar gaat het Cor Geluk om. De landschapsarchitect en stedenbouwkundige van CULD, ontwierp de buitenruimte. ‘Noem het natuur-inclusief, of mens-inclusief; ik wil dat dit voormalige niemandsland, tussen het centrum en de rivier, een stepping stone is voor de mens die te voet of per fiets van en naar de stad beweegt. Maar Little C moet ook een groene plek zijn waar plantensoorten en dieren kunnen bewegen’, zegt Geluk op een van de drie pleintjes, onder het gebrom van de shovels die laatste hand leggen aan het groene waterfrontpark, inmiddels het Tuschinskipark gedoopt.
Weet je hoeveel insectensoorten een plataan aantrekt? Eentje! Vandaar dat Geluk voor Little C zeventien verschillende soorten inheemse bomen selecteerde, waaronder de wilg, die goed is voor 258 insectensoorten.
Hij vertelt dat er in Rotterdam twee boomsoorten dominant zijn, de plataan en robinia (acacia). ‘Beide soorten zijn exoten die vanwege hun boomkroon een ideaal tegenwicht vormen tegen de verstening in de stad. Maar weet je hoeveel insectensoorten een plataan aantrekt? Eentje!’ Vandaar dat Geluk voor Little C zeventien verschillende soorten inheemse bomen selecteerde, waaronder de wilg, die goed is voor 258 insectensoorten.
Deze nieuwkomers in het Rotterdamse bomenecosysteem gunt Geluk een goed leven. Ze staan op het dak van de parkeergarage, maar precies onder hun wortelstelsel zijn steeds twee parkeerplekken geofferd. ‘Ze kunnen groeien door een koker van drie bij vijf meter, en uiteindelijk met hun wortels het grondwater bereiken.’ Dat scheelt de parkeergarage wel inkomsten. ‘Natuurlijk’, zegt Niels van der Zwan, maar drie volwassen bomen dragen hun leven lang zoveel bij aan de beleving van de leefomgeving voor bewoners, en dat is ook wat waard.’
Het systeem kan zes weken zonder regen, dus in het huidige extreem droge voorjaar van tien weken rekent een computer uit hoeveel water uit de kraan erbij moet.
Op het dak van de parkeergarage is nog iets te beleven. Er is een krattensysteem aangebracht van zeven centimeter dat regenwater opslaat. ‘Erboven hebben we een laag van veertig centimeter substraat aangebracht met kleikorrels, zand en lavamateriaal. Dit zorgt voor een licht dakpakket dat goed water vast kan houden, legt Cor Geluk uit. Fraai aan een dergelijk retentiesysteem is dat het de extremen nivelleert. Het regenwater wordt niet afgevoerd naar het riool, maar vastgehouden in het krattensysteem waardoor er minder overlast op straat is en de beplanting een periode van extreme droogte kan weerstaan. ‘Het systeem kan zes weken zonder regen, dus in het huidige extreem droge voorjaar van tien weken rekent een computer uit hoeveel water uit de kraan erbij moet’, legt Cor Geluk uit. Het resultaat is niettemin een nagenoeg gesloten watersysteem. Zelfs in deze gortdroge meimaand staan de planten er frisgroen bij. Het onderhoudswerk op dit privéterrein van de bewoners wordt betaald door de bewoners, die er een hovenier voor inhuren. Het kost ze circa €20 per maand per woning.
Ook op de dakterrassen, hoog boven het straatniveau zijn zulke retentiesystemen aangebracht. Ze delen de ruimte met niet zo fraaie, enorme buizen van de ventilatiesystemen die glimmen in de zon. Toch zijn de dakterrassen populair onder bewoners. ‘In whatsappgroep van de bewoners kan een daktuin worden gereserveerd voor bijvoorbeeld een verjaardag’, weet Van der Zwan. De daktuinen worden ook gebruikt door de bewoners om samen te komen en elkaar te ontmoeten.
De 320 appartementen zijn er in een mix tussen een wat ruige loft-variant en een wat nettere appartement-variant en kosten € 5000 per vierkante meter. Het bewoonbaar oppervlak varieert tussen de 45 en 210 m². De 209 vrije sector huurwoningen zijn verkocht aan belegger Bouwinvest. In de plinten van de huurwoningtorens is kantoor- en atelierruimte gerealiseerd. Voor de gebouwen tekende architect Jaakko van ’t Spijker (JVST architects, CULD) samen met partner INBO. Ze deden hun inspiratie op in de Berlijnse Hackesche Höfe en in New York in The Village. Maar vooral ook in Rotterdam zelf, in nabijgelegen bakstenen gebouwen als de Machinist en het oude belastingkantoor.
Behalve de stalen raampartijen vallen vooral de smeedijzeren constructies van loopbruggen en balkons op. Het ontwerpteam gaf de Arnhemse kunstenaar Ruud-Jan Kokke opdracht voor dit fraaie staalontwerp. ‘Net als met het groen, hebben we van tevoren een budget vastgesteld, waarop niet werd beknibbeld waardoor de kwaliteit gehandhaafd bleef’, vertelt Van der Zwan.
De loopbruggen zijn niet zomaar een opvallend ornament aan de vijftien woontorens. ‘Ze verbinden steeds drie gebouwen die samen één lift delen. Je bereikt dus via de loopbrug je woning’’, aldus Niels van der Zwan.
Er komt ook een brug tussen Little C en het Erasmus MC. ‘Familiehuis’ Daniel den Hoed heeft haar nieuwe onderkomen in Little C. ‘Familie van mensen die in het ziekenhuis verblijven voor een behandeling, kan hier voor een schappelijk bedrag een kamer huren en dan straks via de brug rechtstreeks naar het Erasmus Medisch Centrum lopen’, zegt Van der Zwan. De Den Hoed-kliniek van het Erasmus MC is gespecialiseerd in de zorg voor kankerpatiënten.
De woontorens zijn zo ontworpen dat men altijd uitkijkt op een pleintje of op het water van de Coolhaven. Voorzieningen als gierzwaluwhuisjes en vleermuizenkasten ontbreken in Little C. ‘Dat hadden we beter kunnen doen’, erkent Cor Geluk. ‘Maar we kunnen, in overleg met bewoners, best nog insectenhotels ophangen. We hebben er ervaring mee op de achtste verdieping van het Erasmus Medisch Centrum hier verderop. Als de plek deugt, dan zijn er onmiddellijk bijen.’
Bij het groene waterfront langs de rand van Little C vormt de oever, anders dan elders in de havenstad, geen harde, verticale grens, maar is er een flauwe talud gemaakt. ‘We hebben een leemlaagje aangelegd, zodat watervegetatie een kans krijgt’, zegt Geluk. Dit nieuwe park wordt door de gemeente aangelegd, en is betaald uit de grondopbrengsten. Het vormt het ontbrekende stukje groene verbinding tussen de groene Heemraadsingen en het park naast de Euromast. De eerste rietkragen zijn al zichtbaar. Shovels zijn in de weer met hun laatste graafwerk, elders krijgen dorstige jonge boompjes een flinke slok water van een tractor met een watertank. Er komt zowel kruidenrijk gazon als strak gemaaid gazon. Behalve een groen waterfront zie je tussen je oogharen ook al een Little C-beach gloren.
Tekst: René Didde
Beeld: Claudia Bouwens en Louisa Rubino