Kwart van alle soorten leeft in de bodem - KAN bouwen

Kwart van alle soorten leeft in de bodem

Verslag van de talkshow ‘Herstel van bodemleven’ door Hans Bouwman

Er moet een kanteling van de stedenbouw komen. Joyce van den Berg, landschapsarchitect bij de gemeente Amsterdam, heeft het over de noodzakelijk aandacht die ontwikkelaars en bouwers moeten gaan hebben voor de bodem. Circa een kwart van alle soorten leeft onder de grond; inmiddels is bij menigeen wel doorgedrongen dat bij klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen die bodem niet vergeten mag worden.

Van den Berg deed die uitspraak in de door Stichting Steenbreek georganiseerde talkshow “Herstel van bodemleven” die begin maart werd gehouden in het kader van het programma Onder het Maaiveld. Vier deskundigen spraken daar onder leiding van Marcel Bayer, hoofdredacteur van ROmagazine, over het belang van de bodem voor de biodiversiteit en wat dat betekent voor klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen. Van den Berg betoogde dat het van belang is om al gelijk bij het begin van een project onder anderen ecologen erbij te betrekken.

Claudia Bouwens, programmaleider KAN Platform, is het met Van den Berg eens dat de bodem en het watersysteem de basis zijn bij klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen. ‘Een vraag is wel hoe we dat bijvoorbeeld doen in het westen van het land. Wat we standaard doen, voor de klimaatadaptatie, is beginnen met een meter zand opbrengen om op te hogen zodat je dan genoeg water kunt bergen en het grondwaterpeil lager blijft. We moeten daarbij streven naar een gesloten grondbalans, dus alles wat we uitgraven bewaren en weer terug gebruiken. Maar dat is nooit genoeg; er moet altijd wel zand of grond bij.’

Nora Thierry, projectleider bij De Vlinderstichting: ‘Wij streven ernaar dat als je grond afgraaft dit op depot te zetten, dan heb je in ieder geval aarde met de juiste zaden en het juiste leven erin om terug te brengen. Als je niet genoeg grond hebt en het wordt van elders aangevoerd en toegevoegd, dan heb je allerlei manieren om die grond weer tot leven te brengen, door organische stoffen, toevoegen van micro-organismen.’

Beheer
Noor Aghina, projectontwikkelaar bij vastgoedontwikkelaar Synchroon, vertelt dat beplanting bij veel projecten een uitdaging is. ‘Planten die je wilt laten planten of die een landschapsarchitect bedenkt om biodiversiteit te stimuleren, die passen niet altijd binnen de beheerbudgetten. Want je hebt hogere budgetten nodig als je een hoger beheerniveau toepast.’

Naast gemeenten, projectontwikkelaars en bouwers spelen volgens de vier gesprekspartners ook de huurders en kopers een rol. Bouwens: ‘Zo’n 30 tot 40 procent van het grondoppervlak bestaat uit tuinen. Je wilt dus dat die bewoners ook hun tuinen vergroenen. Het is nodig dat we met ons allen een nieuwe mindset krijgen, namelijk dat het vergroenen van tuinen ontzettend noodzaak is. Maar je moet ook de lol van een groene tuin meegeven.’

In het KAN Platform zijn inmiddels 41 ontwikkelaars en gemeenten bezig met het thema klimaatadaptatie en natuurinclusiviteit, vertelt Claudia Bouwens. ‘We hebben een stappenplan gemaakt met allemaal tips hoe je hiermee als ontwikkelaar aan de gang kunt gaan. Daar moeten we nu ervaring mee opdoen en kijken wat werkt en wat niet. Het is een heel moeilijke opgave en we maken kleine stapjes.’

Dit is een verkorte versie van het artikel dat in Vakblad Groen nummer 4 (april) komt te staan.