Vergroenen met Big ‘Green’ Data? - KAN bouwen

Vergroenen met Big ‘Green’ Data?

Dit interview met Fons van Kuik (Cobra Groeninzicht) verscheen eerder op Platform31.nl

Bomen zijn ecologisch én financieel gezien belangrijk voor de stad. Ze vangen fijnstof af, verbeteren de luchtkwaliteit en zetten CO2 om in zuurstof. Bij hevige regenval zorgen bomen voor een vertraagde waterafgifte en bij hitte voor schaduw en lagere temperaturen. Ze zijn belangrijk voor de biodiversiteit en beïnvloeden de waardeontwikkeling van onroerend goed. Allemaal mooi, maar hoe toon je die waarden aan? Volgens Fons van Kuik (Cobra Groeninzicht) zijn hiervoor meerdere opties, maar gebeurt dat het liefst zo eenduidig mogelijk.

Wie werk wil maken van een gezonde en klimaatbestendige stad, kan niet om de vraag heen: wat levert een groene leefomgeving nu eigenlijk op? Het ingenieursbureau Cobra Groeninzicht uit het Noord-Brabantse Vianen helpt die vraag beantwoorden. Als een van de weinige experts in Nederland leveren ze namelijk Big ‘Green’ Data. Ze hebben gegevens over elke boomsoort in Nederland. Bijvoorbeeld wat de algemene eigenschappen zijn en wat de boomsoort voor zijn omgeving betekent. Op basis van dit soort groene data kun je bepalen hoe toekomstbestendig een bepaald bomenbestand is en bijvoorbeeld bijdraagt aan de biodiversiteit.

Baten van bomen
Alle honderd miljoen bomen in Nederland heeft Cobra Groeninzicht in de BomenMonitor in kaart gebracht op basis van diverse databronnen. Je vindt daar boomgegevens zoals kroonbedekking, boomhoogte, stampositie en kluitmodel en ook soortnaam, status en conditie. Alle bomen worden met luchtfoto’s, satellietbeelden, drones, laserscandata en een netwerk van professionals in het veld nauwlettend gemonitord. Naast deze databank is er nog meer bruikbare Big ‘Green’ Data voorhanden. Denk aan landsdekkende kaarten met de groenheid en versteningsgraad, (oppervlakte)temperatuur of grondwaterprofiel.

Tips voor een gezonde en klimaatbestendige stad

  • Kijk buiten je eigen (bekende) organisatie. Betrek externe samenwerkingspartners. Wetenschappelijke instellingen en specialisten bieden nieuwe inzichten in aanpak, proces en organisatie.
  • Maak gebruik van de beschikbare databronnen om te bepalen hoe je plekken succesvol kunt vergroenen.
  • Organiseer vergroening op zo’n manier dat het beleid eenduidig en voor iedereen duidelijk is.

De BomenMonitor is gekoppeld aan het softwaresysteem i-Tree Eco NL. Dit systeem laat zien welke bijdragen bomen leveren aan een ecosysteem. Voorbeelden van deze baten of ‘ecosysteemdiensten’ zijn tijdelijke CO2-opvang, luchtzuivering en het afkoelen van de leefomgeving. Met de software kun je dus de waarden van bomen omzetten naar impact op de leefomgeving en in euro’s. Dat is handig voor groenbeheerders, grondbedrijven en beleidsmakers. Op basis van groene data en landkaarten maakt de software een analyse en die helpt bepalen hoe je een bepaalde plek succesvol kunt vergroenen. Bijvoorbeeld door te investeren in meer kwalitatieve bomen.

Kennis voor het oprapen
“Voorheen werd de ‘waarde’ van bomen bepaald door het tellen van het aantal bomen per hoeveelheid inwoners”, zegt Van Kuik. “Grote en kleine bomen werden hetzelfde beoordeeld. Nu wordt steeds vaker de boomkroonbedekking per boom gemeten. Op basis daarvan worden nu de ecosysteemdiensten van de bomen voor de stad berekend.” Steeds meer gemeenten willen dan ook de boomkroonbedekkingsgraad nauwkeurig inzichtelijk krijgen om te achterhalen welke ecosysteemdiensten hun stedelijk groen levert. Van Kuik verwijst daarvoor naar de BomenMonitor: “Een robuust en bruikbaar instrument om de boomkroonbedekkingsgraad en ecosysteemdiensten van bomen in tijd én tussen gebieden zoals buurten, wijken, gemeenten en provincies op een uniforme wijze inzichtelijk te maken.” De BomenMonitor laat ook zien hoe de boomkroonbedekkingsgraad de afgelopen jaren is gegroeid of gekrompen. Op dit moment ligt het percentage boomkroonbedekking voor Nederland gemiddeld op zestien procent, maar er zijn uitschieters bij gemeenten van drie tot dertig procent.”

Koppelingen noodzakelijk
Het programma i-Tree Eco NL heeft een handige bijvangst. Want vanwege de veelzijdige baten van bomen kunnen meerdere domeinen deze softwaretool inzetten. En dat draagt bij aan een integrale samenwerking. De koppeling naar andere maatschappelijke thema’s en beleidskolommen, zoals klimaatadaptatie of het sociaal-maatschappelijk domein, wordt nog niet vanzelf gemaakt. Volgens Van Kuik is dat wel essentieel om de baten en waarden van bomen en natuur breed uit te dragen.

I-Tree Eco NL is overigens niet zaligmakend volgens de expert in ecosysteemdiensten. “Van de meer dan twintig verschillende ecosysteemdiensten, berekent i-Tree ECO NL er momenteel ‘slechts’ drie. In Nederland is momenteel grote behoefte aan het effect van de temperatuur op bomen en vice versa, net als de invloed van bomen op de gezondheid en op de waardeontwikkeling van vastgoed. Aan deze drie thema’s werken we momenteel hard. We willen dit soort boominformatie op een praktisch toepasbare en laagdrempelige manier presenteren!”

Voorbeeld Arnhem: inzet van groene software én methodiek
De gemeente Arnhem liep tegen een groene vraag op bij woningbouwontwikkeling: welk deel van een park moet groen blijven en welk deel mag bebouwd worden? Daarvoor moesten de baten van de bomen en de waarde van het park als geheel in beeld worden gebracht. Voor de bomen zijn de baten berekend met i-Tree Eco NL. Om over het hele park een meetbaar ecologisch oordeel te kunnen vormen, gebruikte Cobra Groeninzicht ook hun Big ‘Green’ Data. Ook gebruikten ze de methodiek NL Gebiedslabel om de waarde van vergroening én de wijze waarop beter inzichtelijk te maken én beter te kunnen monitoren.

Eenheid
Voor de Nederlandse bomenpraktijk is het volgens Van Kuik belangrijk om meer eenheid aan te brengen in methodieken voor het meten van de meerdere waarden van een groene leefomgeving. Voor het in kaart brengen van ecosysteemdiensten zijn verschillende interpretaties, diverse databronnen en mogelijke aanpakken voorhanden. Van Kuik werkt liever met één nationaal geldend instrumentarium. “Zo kun je verschillen tussen gemeenten eenduidiger inzichtelijk maken. Eén toolbox waarvan iedereen vrij gebruik kan maken en waarvan iedereen beter wordt; dat moet toch lukken?”

Tekst: Maarten Hoorn en Ruud Kruip (Platform31)