Welk dakpakket bevordert biodiversiteit in je daktuin?
Tijdens een excursie naar De Groene Kaap in Rotterdam, in het kader van het KAN Leertraject, constateerde docent Maike van Stiphout dat de biodiversiteit van de bodem in de daktuinen laag was. Het gevolg: weinig tot geen vogels en andere dieren. Waarschijnlijke reden: het toegepaste substraat.
De Groene Kaap is een nieuwbouw ontwikkeling met prachtige fleurige en prairie-achtige daktuinen, met een daktuinpakket van 40 tot 100 cm. Om gewicht te besparen en de constructie niet te veel te belasten wordt substraat gebruikt in plaats van grond. Maar in het toegepaste substraat kunnen blijkbaar geen wormen, pissebedden en andere kleine diertjes leven.
Vraag voor de KAN-experts: welk type grond, substraat of mix moeten we toepassen in dakpakketten om ervoor te zorgen dat er een gezond, divers bodemleven kan ontstaan?
Deze vraag hebben we voorgelegd aan Koninklijke VHG en aan Wageningen Environmental Research.
Antwoord Koninklijke VHG
Bij extensieve daktuinen is gewichtsbesparing en het beheersen van de vochthuishouding cruciaal, samen met voldoende wortelhechtbaarheid en een geschikt groeimedium. Substraten voor deze daken bevatten zowel minerale als organische stoffen, zoals humus, wat essentieel is voor een goede groeiomgeving. Bovendien wordt bij een professionele aanleg veel aandacht besteed aan het creëren van lokale biodiversiteit. Het groen dat groeit, draagt bij aan een gezond ecosysteem op het dak met een habitat voor verschillende soorten planten, insecten en vogels. Bijen, vlinders en andere bestuivers vinden voedsel en schuilplaatsen op groene daken.
Substraten en bodemgezondheid
Het substraat op extensieve daken dient echter vrij te zijn van kiemzaden, ziekten en schimmels. Daarvoor wordt het verhit, wat het bodemleven elimineert. Hoewel dit een voordeel kan zijn voor beheersbaarheid, kan het ten koste gaan van een gezond ecologisch evenwicht in de beginfase. De bodem speelt namelijk een essentiële rol voor de biodiversiteit. Mycorrhizae, bodemschimmels die de gezondheid van het bodemleven verbeteren, kunnen worden toegepast om het ecosysteem op het dak structureel te versterken. Uit onderzoek is gebleken dat na toedienen van mycorrhizae het bodemleven zich na enkele jaren flink heeft hersteld.
Veel van de substraten die op dit moment in Nederland worden toegepast zijn echter voornamelijk mineraal van aard en bevatten lava, bims en gebakken kleikorrels uit Duitsland. Hoewel deze materialen licht en stabiel zijn, hebben ze op zichzelf weinig bodemleven. Dit kan worden gecompenseerd door het toevoegen van mycorrhizae en het activeren van het bodemleven met mulch of bark. Steenwolsubstraten en kunstmest zijn geen geschikte opties, omdat ze juist schadelijk zijn voor het bodemleven.
Duurzame alternatieven
Gelukkig komen er steeds meer substraten op de markt die gebaseerd zijn op Nederlandse grondstoffen, wat zorgt voor een betere balans tussen gewicht en bodemgezondheid. Hoewel deze zwaarder kunnen zijn, bieden ze meer mogelijkheden om een rijker bodemleven te stimuleren en zo bij te dragen aan een duurzame en gezonde daktuin.
Beantwoord door Ingrid Sangers, beleidsadviseur Koninklijke VHG. Bron: Koninklijke VHG en Nationaal Dakenplan
Antwoord Wageningen Environmental Research
Met name in nieuw, lichtgewicht, man-made substraat (op lava, bims, argex e.d. gebaseerd) zit inderdaad weinig bodemleven en slechts zeer weinig organisch materiaal. (Volgens de opgave van de producenten vaak minder dan 1%.) Ervaringen bij onderzoeksprojecten hebben ons het volgende geleerd:
- Op standaard groendaken met slechts een minimale substraatlaag (4 cm of minder) wordt die hele laag oververhit bij warmte in de zomer, wat de ontwikkeling van bodemleven remt. Het bodemleven kan dan namelijk niet weg naar diepere, koelere bodemlagen. Het omgekeerde kan gebeuren bij aanhoudende vorst in de winter: het bodemleven kan niet weg naar warmere diepere bodemlagen om bevriezing te voorkomen.
- Toch kan er in een voornamelijk mineraal man-made substraat bodemleven tot ontwikkeling komen, wat we vooral zien bij blauw-groene daken (zie TKI Project SmartRoof 2.0). Bij die blauw-groene daken is het bodemvochtregime veel stabieler, door een verbeterde waterbeschikbaarheid. Extreme droog-nat wisseling, zoals die bij standaard groendaken voorkomt, wordt zo vermeden.
- Een bijkomend effect is dat op blauw-groene daken, bij goed waterbeheer, de plantengroei zo weelderig kan zijn (zeker als er een grassen-kruidenmengsel kan groeien) dat er veel wortelmassa gevormd wordt. Met de groei en het afsterven van die wortels neemt het organische stofgehalte in het substraat dan snel toe, wat de vochtbinding en de kansen voor bodemleven verbetert. Bij project SmartRoof 2.0 was er na twee jaar een levendige populatie regenwormen op het dak aanwezig in een substraatlaag die varieerde van 4-6 cm.
- Op basis van eigen ervaring lijkt bemesten met wormenmest een goede manier om het bodemleven te starten. In de wormenmest zit (volgens de leverancier) naast de beschikbare voedingsstoffen een veelvoud aan bacteriën en schimmels die het bodemleven kunnen ‘starten’. Het is gelukt om binnen enkele maanden een kwarrend en gestrest standaard Sedumdak met een eenmalige wormenmest-bemesting om te vormen tot een gezonde Sedum-Mix vegetatie. Iets wat met een conventionele langzaamwerkende meststof niet lukte.
- Bij Wageningen University (Ecologie) leeft de wens om een nieuw ingericht standaard groendak te ‘enten’ met een kleine hoeveelheid lokaal gewonnen zwarte aarde. Dat wil zeggen: de zwarte aarde op het nieuwe substraat strooien en inharken, alvorens te zaaien of planten, om te zien of vegetatie en bodemleven zich anders en sneller ontwikkelen dan op eenzelfde nieuw vegetatiedak zonder ent-aarde. Zo’n dak voor onderzoek is nog niet gevonden. (LET OP: het enten met lokale zwarte aarde neemt ook (on?-)kruidzaden mee, die je op de koop toe moet nemen, en moet toestaan, of wieden.)
- Het is aanbevelenswaardig om bij nieuwe en oude, goed en slecht functionerende vegetatiedaken onderzoek te doen naar de aanwezigheid van bodemleven (bacteriën, schimmels en invertebrata) om echt te leren snappen hoe belangrijk de rol van een goed bodemleven is voor een vegetatiedak, en hoe we dat bodemleven faciliteren, in plaats van het te laten creperen.
Beantwoord door Joris Voeten, Sr. Onderzoeker Nature Based Solutions, Wageningen Environmental Research. Bron: www.projectsmartroof.nl en eigen ervaringen.